Wijzigingsbesluit financiële markten 2014

Besluit van 6 december 2013 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft en enige andere besluiten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingsbesluit financiële markten 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 16 juli 2013, FM/2013/1316M, directie Financiële Markten; Gelet op de artikelen 1:50a, 1:81, 2:3.0a, tweede lid, 2:3.0b, tweede lid, 2:3.0d, derde lid, 2:3.0g, zesde lid, 2:3.0i, derde lid, 2:3.0k, tweede lid, 2:3.0m, derde lid, 2:6, tweede lid, 2:54j, tweede lid, 2:54l, tweede lid, 2:54m, eerste lid, 2:106.0a, tweede lid, 3:17, tweede lid, 3:57, tweede lid, 3:62a, eerste lid, 3:63, tweede lid, 3:73a, tweede lid, 3:73b, tweede lid, 3:285, eerste lid, 3:286, eerste lid, 4:9, derde en vierde lid, 4:9a, derde lid, 4:14, tweede lid, 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, onder 2°, 4:25a, eerste lid, 4:26, achtste lid, 4:27a, tweede lid, 4:34, derde lid, 4:48, tweede lid, 4:49, tweede lid, 4:56, eerste lid, 4:61, eerste lid, 4:76a, eerste lid, 4:76b, eerste lid, 4:90, tweede lid, 5:38, vierde lid, 5:39, derde lid, en 5:44 van de Wet op het financieel toezicht, artikel 54, derde lid, van de Wet op het accountantsberoep, artikel 138, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, artikel 15, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de artikelen 21, tweede lid, en 22, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren en de artikelen 3, vierde lid, 6, vierde lid, van de Wet toezicht financiële verslaggeving; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 september 2013, nr. W06.13.0249/lll); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 2 december 2013, FM/2013/1433 U, directie Financiële Markten; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 5

tweede lid, van het Besluit Accountantsopleiding 2013 vervalt.

ARTIKEL II

Het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd: AArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. In de opsomming van artikelen uit het deel Markttoegang financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorienummers ingevoegd:

2:3.0a, eerste lid

2

2:3.0a, vierde lid

1

2:3.0b, eerste lid

3

2:3.0c

2

2:3.0e

2

2:3.0f, eerste lid

2

2:3.0f, tweede en vierde lid

1

2:3.0g

3

2:3.0h

2

2:3.0j

2

2:3.0k, eerste lid

2

2:3.0k, tweede en vierde lid

1

2:3.0l

3

2:3.0m

2

2:106.0a

12. In de opsomming van artikelen uit het deel Prudentiële regels financiële ondernemingen worden in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorienummers ingevoegd:

3:24.0b

2

3:35

2

3:62a, derde en vierde lid

2

3:62a, vijfde lid

3

3:73a

3

3:73b

2

3:267.0a

23. In de opsomming van artikelen uit het deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen regels Wft worden in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorienummers ingevoegd:

4:76a, eerste lid

2

4:76b, eerste lid

2

4:76c, eerste lid

2

4:76d, eerste lid

24. In de opsomming van artikelen uit het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt «121, eerste lid» vervangen door: 121. BDe tabel behorende bij artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:1. In de numerieke volgorde worden de volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorienummers ingevoegd:

2, tweede lid

3

2a, eerste lid

2

2a, tweede lid

2

2a, derde lid

22. De volgende artikelnummers met bijbehorende boetecategorienummers vervallen:

2, vierde lid

2, vijfde lid

ARTIKEL III

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 31c, eerste lid, vervalt «of een beleggingsonderneming».BIn artikel 32a wordt in het eerste, tweede, derde en vijfde lid «één jaar» telkens vervangen door: vijf jaren. CIn artikel 49b wordt «beleggingsonderneming» telkens vervangen door: beleggingsonderneming of beheerder van een beleggingsinstelling. DIn artikel 50, tweede lid, onderdeel d, vervalt de zinsnede «voorzover het betreft een icbe waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald:». EArtikel 55 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «beleggingsinstelling, wordt beheerder van een icbe, beleggingsinstelling, of icbe» vervangen door: beheerder van een beleggingsinstelling, beleggingsinstelling, beheerder van een icbe of icbe. 2. In het derde lid, onderdeel d, vervalt «beleggingsinstelling». FIn artikel 60, onderdeel l, wordt «een beleggingsinstelling» telkens vervangen door: een beleggingsinstelling of icbe. GIn artikel 86b wordt «Artikelen» vervangen door: Artikel.HArtikel 86c, derde lid, komt te luiden:3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op personen die ingevolge artikel 2:104, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld van artikel 2:96, eerste lid, van de wet voor zover die personen in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen: a. als bedoeld in onderdeel a van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe voor zover die personen in Nederland orders mogen doorgeven aan beleggingsinstellingen of icbe’s die in Nederland rechten van deelneming mogen aanbieden en aan banken en beleggingsondernemingen die in Nederland beleggingsdiensten mogen verlenen; b. als bedoeld in onderdeel d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de wet, met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. IIn afdeling 9.1 wordt voor paragraaf 9.1.1 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 9.1.0. Afwikkelondernemingen

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:26, achtste lid, van de wet

Artikel 87

a.

1. Een afwikkelonderneming waaraan de Nederlandsche Bank een vergunning heeft verleend voor het uitoefenen van het bedrijf van afwikkelonderneming geeft aan de Autoriteit Financiële Markten schriftelijk kennis van het voornemen tot een substantiële wijziging van: a. de wijze waarop zij eerlijke en vrije toegang biedt tot haar diensten en systemen op basis van objectieve, risicogebaseerde en openbaar gemaakte deelnemingscriteria; b. de wijze waarop zij zorg draagt voor het tijdig en efficiënt verlenen van haar diensten; c. de mechanismen waarmee periodiek het kostenniveau, prijsniveau en serviceniveau en de efficiëntie van de door haar verleende diensten worden beoordeeld; d. de internationaal aanvaarde communicatieprocedures en -standaarden waarvan zij gebruik maakt ter ondersteuning van een efficiënte dienstverlening of de wijze waarop zij het gebruik daarvan bevordert; en e. de wijze waarop zij betaaldienstverleners waarmee zij een overeenkomst heeft gesloten, inzicht biedt in de financiële risico’s en de kosten die zijn verbonden aan de afwikkeldiensten. 2. Met betrekking tot het voornemen legt de afwikkelonderneming over: a. een beschrijving van de voorgenomen wijziging, bedoeld in het eerste lid; b. gegevens op basis waarvan de Autoriteit Financiële Markten redelijkerwijs kan beoordelen of wordt voldaan aan de artikelen 4:76a tot en met 4:76d van de wet. 3. De afwikkelonderneming geeft geen uitvoering aan het voornemen voordat de Autoriteit Financiële Markten heeft ingestemd met de wijziging. De Autoriteit Financiële Markten neemt een besluit omtrent instemming: a. binnen zes weken na ontvangst van de kennisgeving; of b. indien de Autoriteit Financiële Markten binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving om nadere gegevens heeft verzocht, binnen vier weken na ontvangst van die gegevens, doch uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de kennisgeving. JIn artikel 91, vierde lid, wordt «derde en vierde lid» vervangen door: tweede en derde lid. KIn hoofdstuk 9 wordt na artikel 108 een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 9.3

Instemmingsvereiste centrale tegenpartij

Bepaling ter uitvoering van artikel 4:27a, tweede lid, van de wet

Artikel 108

a.

1. Een centrale tegenpartij als bedoeld in verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli inzake otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201) geeft aan de Nederlandsche Bank schriftelijk kennis van het voornemen tot een substantiële wijziging van de wijze waarop zij invulling geeft aan hetgeen is bepaald in de titels IV en V van die verordening. 2. Met betrekking tot het voornemen legt de afwikkelonderneming over: a. een beschrijving van de voorgenomen wijziging, bedoeld in het eerste lid; b. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank redelijkerwijs kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen in de titels IV en V van de verordening, bedoeld in het eerste lid, is bepaald. 3. De centrale tegenpartij geeft geen uitvoering aan het voornemen voordat de Nederlandsche Bank heeft ingestemd met de wijziging. De Nederlandsche Bank neemt een besluit omtrent instemming: a. binnen zes weken na ontvangst van de kennisgeving; b. indien de Nederlandsche Bank binnen twee weken na ontvangst van de kennisgeving om nadere gegevens heeft verzocht, binnen vier weken na ontvangst van die gegevens, doch uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de kennisgeving; of c. indien de Nederlandsche Bank de Autoriteit Financiële Markten om advies heeft gevraagd, binnen vier weken na ontvangst van dat advies. LAan artikel 115 wordt een lid toegevoegd, luidende:7. In afwijking van het zesde lid, onder 3°, mag tevens worden uitgegaan van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT