Wijzigingsbesluit rechtspositie politie

Besluit van 13 oktober 2012, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en enkele andere rechtspositionele besluiten in verband met de inwerkingtreding van de Politiewet 2012 (Wijzigingsbesluit rechtspositie politie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 22 september 2011, nr. 5710561/11/6; Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 december 2011, nr. W03.11.0386/II); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 8 oktober 2012, nr. 309251; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. Onderdeel a komt te luiden: a. Onze Minister:

Onze Minister van Veiligheid en Justitie;2. Onderdeel c komt te luiden: c. ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak:

de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012, met uitzondering van de aspirant gedurende het theoretische opleidingsdeel, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, gelijk wordt gesteld aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012; 3. Onderdeel d komt te luiden: d. ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie:

de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, werkzaam bij het LSOP en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche, wordt gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012; 4. Onderdeel e komt te luiden: e. ambtenaar van de rijksrecherche:

de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Politiewet 2012;5. Onderdeel g komt te vervallen. 6. In onderdeel i wordt «de bijzondere ambtenaar van politie» vervangen door: de ambtenaar van de rijksrecherche. 7. Onderdeel l komt te luiden: l. bevoegd gezag: 1. Onze Minister voor zover het betreft de korpschef; 2. de korpschef, voor zover het betreft de aspirant, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, die werkzaam is bij een eenheid zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Politiewet 2012; 3. de raad van toezicht van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs; 4. het college van bestuur van het LSOP, voor zover het betreft de ambtenaren, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs; 5. het College van procureurs-generaal, voor zover het betreft de ambtenaar van de rijksrecherche; 8. Onderdeel o. komt te luiden: o. detachering:

tijdelijke tewerkstelling elders buiten het gezagsbereik van het bevoegd gezag;9. Onderdeel x. komt te luiden: x. werkgebied: 1. indien het betreft een ambtenaar die werkzaam is bij een regionale eenheid : het gebied of het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte daarvan dat de desbetreffende regionale eenheid bestrijkt; 2. indien het betreft een ambtenaar die werkzaam is bij een landelijke eenheid of een ambtenaar van de rijksrecherche: Nederland dan wel het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte van Nederland waarin de plaats van tewerkstelling is gelegen, of 3. indien het betreft een ambtenaar, werkzaam bij het LSOP of een ondersteunende dienst: het door het bevoegd gezag aangewezen gedeelte van Nederland waarin de plaats van tewerkstelling is gelegen. 10. Onderdeel ee komt te luiden: ee. initiële opleiding:

een door Onze Minister aangewezen opleiding, gericht op de voorbereiding van de uitvoering van algemene politietaken waarvoor in het kader van de landelijke kwalificatiestructuur, bedoeld in artikel 14 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, competentiegerichte eindtermen zijn vastgesteld; 11. onderdeel gg komt te luiden: gg. praktische opleidingsdeel:

de periode of perioden waarin de aspirant de politietaak bij een regionale eenheid of een landelijke eenheid uitvoert in het kader van de initiële opleiding; 12. Onder vervanging van de punt door een punt komma aan het einde van onderdeel mm. wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: nn. korpschef:

korpschef, bedoeld in artikel 27, Politiewet 2012.BIn artikel 2a wordt «als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993» vervangen door: als bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012. CIn artikel 2b wordt «krachtens de artikelen 25, 42, eerste lid en 52 van de Politiewet 1993» vervangen door: krachtens de artikelen 28, eerste en derde lid, 38, tweede lid, en artikel 45, tweede lid, van de Politiewet 2012» en wordt «in artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993, vervangen door: in artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012. DArtikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

De ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, wordt in vaste dienst aangesteld. EArtikel 7 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «en bijzonder ambtenaar van politie» vervangen door:: en ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Onze Minister kan ten aanzien van de aanstelling als ambtenaar van de rijksrecherche, die is aangesteld voor de politietaak, nadere regels vaststellen over het aantal dienstjaren dat deze ambtenaar werkzaam moet zijn geweest als ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. FArtikel 8, eerste lid, onderdeel d. komt te luiden:d. voldoet aan de overige door het bevoegd gezag te stellen eisen die specifiek gerelateerd zijn aan de functie binnen het landelijk politiekorps, de rijksrecherche dan wel binnen het LSOP. GArtikel 8a, derde lid, onderdeel a, komt te luiden:a. het een aanstelling betreft in een functie waarin technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie of de rijksrecherche worden uitgevoerd, in een functie bij het LSOP of bij een ondersteunende dienst of als vakantiewerker en het bevoegd gezag heeft bepaald dat voor de functie slechts een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële gegevens is vereist, of HArtikel 9 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt steeds «de bijzondere ambtenaar van politie» vervangen door: de ambtenaar van rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, en wordt «de politieambtenaar» vervangen door: de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. De overige ambtenaren van politie die op grond van artikel 28, derde lid, van de Politiewet 2012 deel uitmaken van de leiding van de politie, de politiechef en de korpschef leggen de eden dan wel verklaringen en beloften af ten overstaan van Onze Minister. 3. Het vijfde lid komt te luiden: 5. De ambtenaren van de rijksrecherche leggen de eden dan wel verklaringen en beloften af ten overstaan van Onze Minister. IIn artikel 10, derde lid, wordt na «ten dienste van de politie» ingevoegd: of van de rijksrecherche. JIn artikel 28e wordt «Onze minister» vervangen door: Onze Minister.KArtikel 35 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt «als bedoeld in artikel 2, tweede lid, 12, tweede en zesde lid, dan wel door een bond, vereniging of centrale waarmee in gevolge artikel 22, 22a of 22b overleg wordt gepleegd,» vervangen door: als bedoeld in artikel 2, tweede lid, 22ab, eerste lid en vijfde lid, dan wel door een bond, vereniging of centrale waarmee ingevolge artikel 22a overleg wordt gepleegd. 2. In het zesde lid wordt «bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 12, eerste lid, 21, eerste lid, 22, eerste lid, 22a, eerste lid en 22b, eerste lid, alsmede voor vergaderingen van de werkgroepen, bedoeld in artikel 18 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994.» vervangen door: bedoeld in artikel 22a, eerste lid, alsmede voor vergaderingen van de werkgroepen, bedoeld in artikel 22ah van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994. LIn artikel 35a wordt «bedoeld in artikel 2, eerste lid, 12, eerste lid, 21, eerste lid, 22, eerste lid, 22a, eerste lid, en 22b, eerste lid,» vervangen door: artikel 22a, eerste lid,. MIn artikel 47 wordt «ten behoeve van de Nederlandse Antillen of Aruba» vervangen door: ten behoeve van Sint Maarten, Curaçao, Aruba of Bonaire, Sint Eustatius en Saba. NIn artikel 50, eerste lid, onderdeel f, wordt «het Korps landelijke politiediensten» vervangen door: een landelijke eenheid. OArtikel 55a, derde lid, komt te luiden:3. Nevenwerkzaamheden die gemeld zijn door de korpschef, de leiding van de politie, de ambtenaren die deel uitmaken van de leiding van de landelijke eenheden, de politiechefs, de ambtenaren die deel uitmaken van de leiding van de ondersteunende eenheden of het College van Bestuur van het LSOP worden openbaar gemaakt met vermelding van eventueel door het desbetreffende bevoegd gezag aan het verrichten van nevenwerkzaamheden gestelde beperkingen. PNa artikel 55a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 55

abis.

De ambtenaren die behoren tot de leiding van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT