Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2009

0

580

Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de participatie van jonggehandicapten door middel van werk en arbeidsondersteuning te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN Artículos 1 a 5
Artikel I

Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

eerste lid, komt te luiden: 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; b. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; c. Arbeidsondersteuningsfonds jonggehandicapten: het arbeidsondersteuningsfonds jonggehandicapten, bedoeld in artikel 63; d. jonggehandicapte: de natuurlijke persoon, bedoeld in artikel 5.1.3 of artikel 5b; e. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;

Staatsblad 2009 580 1

f. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen, behoudens de situaties, bedoeld in de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en in artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht; g. justitiële inrichting: een penitentiaire inrichting, een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden, of een inrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen; h. re-integratiebedrijf: een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert; i. resterende verdiencapaciteit: het inkomen dat de jonggehandicapte die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt en de jonggehandicapte die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering of recht heeft op arbeidsondersteuning op grond van deze wet nog met arbeid kan verdienen en dat bij of krachtens artikel 5.1.5, 5.6.7 of artikel 5a is vastgesteld; j. werknemer: een werknemer in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; k. werkgever: een werkgever in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; l. inkomensvoorziening: inkomensondersteuning als bedoeld in de artikelen 5.7.2, 5.7.3, 5.7.4 of 5.7.5, of een uitkering als bedoeld in artikel 5.7.7; m. minimumloon: het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van die wet; n. participatieplan: het participatieplan, bedoeld in artikel 5.5.1, eerste lid; o. recht op arbeidsondersteuning: het recht op arbeidsondersteuning op grond van hoofdstuk 1A; p. arbeidsongeschiktheidsuitkering: een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van hoofdstuk 2.

B

Artikel 2

vervalt.

C

Artikel 5

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het opschrift komt te luiden: Studerenden.

  2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot eerste tot en met derde lid vervalt het eerste lid.

  3. De aanhef van het eerste lid (nieuw) komt te luiden: In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt als studerende aangemerkt de persoon:.

  4. In het tweede en derde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» telkens vervangen door: het eerste lid.

D

Na artikel 5 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2009 580 2

HOOFDSTUK 1A WERK EN ARBEIDSONDERSTEUNING Artículos 5.1.1 a 5.9.3

AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 5.1.1

Algemene bepaling.

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder grondslag: het minimumloon gedeeld door 21,75.

Artikel 5.1.2

Maatmaninkomen.

  1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen word verstaan onder maatmaninkomen: het inkomen dat gezonde personen, met soortgelijke opleiding en ervaring, ter plaatse waar de jonggehandicapte woont of in de omgeving daarvan met arbeid gewoonlijk verdienen, waarbij, zoveel doenlijk, rekening wordt gehouden met door de jonggehandicapte verkregen nieuwe bekwaamheden. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald hoe het maatmaninkomen, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld.

Artikel 5.1.3

Jonggehandicapte.

  1. Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk is de ingezetene die: a. aansluitend op de dag waarop hij zeventien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling gedurende 52 weken niet in staat is geweest met arbeid meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen, terwijl niet aannemelijk is dat hij binnen een jaar volledig zal herstellen; b. na de in onderdeel a bedoelde dag waarop hij zeventien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling gedurende 52 weken niet in staat is geweest om met arbeid meer dan 75% te verdienen van het maatmaninkomen, terwijl niet aannemelijk is dat hij binnen een jaar volledig zal herstellen en hij in het jaar, onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop het als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was. 2. Indien de ingezetene geen jonggehandicapte is en binnen vijf jaar na afloop van de periode van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, niet meer in staat is om meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen als gevolg van een oorzaak die reeds aanwezig was na afloop van de termijn van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, terwijl niet aannemelijk is dat de ingezetene binnen een jaar volledig zal herstellen, dan wordt de ingezetene alsnog jonggehandicapte met ingang van de dag waarop hij niet meer in staat is om meer dan 75% van het maatmaninkomen te verdienen. 3. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, is artikel 6, tweede en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5.1.4

Definitie volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

  1. Volledig en duurzaam arbeidsongeschikt in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is hij die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid niet meer dan 20% te verdienen van het maatmaninkomen. 2. In het eerste lid wordt onder duurzaam verstaan een medisch stabiele of verslechterende situatie en het blijvend ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

    Staatsblad 2009 580 3

  2. Onder een medisch stabiele of verslechterende situatie wordt mede verstaan een medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat. 4. De jonggehandicapte wordt uitsluitend als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt in de zin van dit hoofdstuk beschouwd indien en zolang hij daarmee instemt.

Artikel 5.1.5

Nadere bepalingen definitie jonggehandicapte en volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

  1. De beoordeling van wat iemand met arbeid kan verdienen, alsmede de beoordeling of iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek. 2. Bij het vaststellen van hetgeen betrokkene met arbeid kan verdienen wordt, zo mogelijk, rekening gehouden met verkregen nieuwe bekwaamheden, maar wordt buiten beschouwing gelaten of betrokkene de arbeid feitelijk kan verkrijgen. 3. Onder arbeid als bedoeld in het tweede lid, wordt verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. 4. Bij de toepassing van dit artikel wordt buiten beschouwing gelaten, hetgeen wordt of kan worden ontvangen voor arbeid verricht bij wijze van sociale werkvoorziening als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, tweede en derde lid, en de artikelen 5.1.3, 5.1.4 en 5.6.7, tweede lid, nadere regels worden gesteld die voor verschillende groepen van jonggehandicapten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT