Besluit van 17 juni 2011 tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening, het Besluit omgevingsrecht en het Besluit archeologische monumentenzorg in verband met de modernisering van de monumentenzorg en enkele technische aanpassingen

Besluit van 17 juni 2011 tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening, het Besluit omgevingsrecht en het Besluit archeologische monumentenzorg in verband met de modernisering van de monumentenzorg en enkele technische aanpassingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 6 januari 2011, nr. WJZ/263173 (8279), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Milieu; Gelet op artikel 3.37, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, de artikelen 2.1, derde lid, en 2.26, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de artikelen 34a, eerste en tweede lid, en 48 van de Monumentenwet 1988; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 februari 2011, nr. W05.11.0013/I);Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 10 juni 2011, nr. WJZ/296032 (8279), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Milieu; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 3.1.6

tweede lid, onderdeel a, van het Besluit ruimtelijke ordening komt te luiden:a. een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden;.

ARTIKEL II

Het Besluit omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 2.5 wordt een artikel ingevoegd dat luidt:

Artikel 2.5

a Monumenten.

In afwijking van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f, van de wet is geen omgevingsvergunning vereist voor de categorieën gevallen in artikel 3a van bijlage II. BAan artikel 6.4, eerste lid, onderdeel b, wordt een zinsnede toegevoegd die luidt: en het een activiteit betreft als bedoeld in onderdeel a, onder 1° tot en met 4°. CBijlage II wordt als volgt gewijzigd:1. In het opschrift wordt na «2.3» ingevoegd «, 2.5a» en komt het eerste gedachtestreepje te luiden: – voor bouwactiviteiten, planologische gebruiksactiviteiten en activiteiten met betrekking tot een beschermd monument geen omgevingsvergunning is vereist,. 2. Artikel 2, eerste onderdeel, komt te luiden: 1. gewoon onderhoud, voor zover detaillering, profilering en vormgeving niet wijzigen;. 3. Na artikel 3 wordt een hoofdstuk ingevoegd dat luidt:

Hoofdstuk IIIa Categorieën gevallen waarin voor activiteiten met betrekking tot een beschermd monument geen omgevingsvergunning is vereist Artículos 3 a 5
Artikel 3

a.

Een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de wet is niet vereist, indien deze activiteit betrekking heeft op: 1. gewoon onderhoud als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, voor zover ook materiaalsoort en kleur niet wijzigen, en bij een tuin, park of andere aanleg, de aanleg niet wijzigt, of 2. een activiteit die uitsluitend leidt tot inpandige veranderingen van een onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft. 4. In hoofdstuk V wordt voor artikel 5 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4

a.

  1. Onverminderd artikel 5, zijn de artikelen 2 en 3 slechts van toepassing op een activiteit die plaatsvindt in, aan, op of bij een beschermd monument als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Monumentenwet 1988, een monument waarop artikel 5 van die wet van toepassing is, een krachtens een provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen monument dan wel een monument waarop, voordat het is aangewezen, een zodanige verordening van overeenkomstige toepassing is, voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in: a. artikel 2, onderdelen 1 en 2, of b. artikel 2, onderdelen 4 tot en met 21, of artikel 3, onderdelen 4 tot en met 8: 1°. in, aan of op een onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft, of 2°. bij een monument. 2. Onverminderd artikel 5, zijn de artikelen 2 en 3 slechts van toepassing op een activiteit die plaatsvindt in een beschermd stads- of dorpsgezicht, voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in: a. artikel 2, onderdelen 1 en 2, of b. artikel 2, onderdelen 3 tot en met 21, of artikel 3 voor zover het betreft: 1°. inpandige veranderingen, 2°. een verandering van een achtergevel of achterdakvlak, mits die gevel of dat dakvlak niet naar openbaar toegankelijk gebied is gekeerd, 3°. een bouwwerk op erf aan de achterkant van een hoofdgebouw, mits dat erf niet ook deel uitmaakt van het erf aan de zijkant van dat gebouw en niet naar openbaar toegankelijk gebied is gekeerd, of 4°. een bouwwerk op gronden die onderdeel zijn van openbaar toegankelijk gebied. 5. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: a. Het derde lid vervalt. b. Het vierde tot en met zesde lid worden vernummerd tot derde tot en met vijfde lid.

ARTIKEL III

Het Besluit archeologische monumentenzorg wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 3, onderdeel b, komt te luiden:b. het besluit, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, onder a, b of c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 26 van de Ontgrondingenwet, en het verzoek dat aan dat besluit ten grondslag ligt,. BDe dubbele punt aan het slot van artikel 10, eerste lid, wordt vervangen door een punt.CArtikel 17, tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:f. de leidinggevende is in de vier jaar voorafgaand aan de aanvraag niet onherroepelijk veroordeeld wegens het plegen van: 1°. een strafbaar feit als bedoeld in de artikelen 61 en 62 van de wet, zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, 2°. een overtreding van artikel 11, 45, eerste lid, 53, eerste lid, of 56 van de wet; of 3°. een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder f of h, 2.3, aanhef en onder b, 2.3a, 2.24, eerste lid, of 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover die overtreding betrekking heeft op een beschermd monument als bedoeld in die wet of een beschermd stads- of dorpsgezicht.

ARTIKEL IV
  1. Op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht die betrekking heeft op een beschermd monument als bedoeld in die wet dat buiten de krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom ligt en is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II van dit besluit, blijft het Besluit omgevingsrecht zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel II van dit besluit van toepassing. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het een activiteit betreft als bedoeld in dat lid waarvoor met de inwerkingtreding van artikel II van dit besluit geen omgevingsvergunning meer is vereist.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot’s-Gravenhage, 17 juni 2011BeatrixDe Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra De Minister van Infrastructuur en Milieu,M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de vijfde juli 2011 De Minister van Veiligheid en Justitie,I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen deel

    1. Inleiding

      Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan enkele maatregelen uit de beleidsbrief Modernisering van de Monumentenzorg (verder: beleidsbrief) die op 28 september 2009 is aangeboden aan de Tweede Kamer1. In deze beleidsbrief is door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (verder: minister) uiteengezet hoe deze het Nederlandse monumentale erfgoed ziet in de huidige Nederlandse samenleving. Voorgesteld wordt om meer generieke borging van cultuurhistorische waarden vooraf in het proces van ruimtelijke ordening te brengen, waardoor een vermindering van sectorale regelgeving achteraf mogelijk is. Bij deze verschuiving wordt de sectorale regelgeving niet afgeschaft maar hervormd en aangevuld met gebiedsgericht beleid.

      Ter realisatie van de doelen uit de beleidsbrief zijn in het onderhavige besluit de volgende maatregelen uitgewerkt:1. cultuurhistorische belangen borgen in de ruimtelijke ordening; 2. beperking adviesrol gedeputeerde staten; 3. vergunningvrij wijzigen van beschermde monumenten en vergunningvrij bouwen in, aan, op of bij beschermde monumenten, gemeentelijke en provinciale monumenten, en in beschermde stads- of dorpsgezichten.

      De in dit besluit uitgewerkte maatregelen uit de beleidsbrief moeten in samenhang worden gezien met de Wet tot wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg2, waarin al vier maatregelen uit de beleidsbrief zijn geïmplementeerd.

      Deze nota van toelichting is mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu opgesteld.

    2. Cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening

      Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uitmaken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. In veel gevallen bepalen deze cultuurhistorische waarden de identiteit van een plek of gebied en bieden ze aanknopingspunten voor toekomstige ontwikkelingen. Deze cultuurhistorische elementen kan men niet allemaal als beschermd monument of gezicht aanwijzen, maar zijn wel onderdeel van de manier waarop we ons land beleven, inrichten en gebruiken.

      Ondanks de nodige aanzetten daartoe in de afgelopen jaren, is de cultuurhistorie nog lang niet in de haarvaten van ons ruimtelijke ordeningsstelsel doorgedrongen. Gemeentelijke monumentenambtenaren, organisaties voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT