Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg

Besluit van 8 april 2024, houdende uitvoering van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Besluit bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Langdurige Zorg en Sport, in overeenstemming met Onze Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 9 november 2023, kenmerk 3718267-1056219-WJZ; Gelet op de artikelen 2.1, eerste lid, 2.3, 2.4, eerste tot en met vierde lid, en 2.8 van de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, artikel 18, eerste lid, van de Wet politiegegevens en artikel 3.3, eerste lid, van de Wet basisregistratie personen; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 februari 2024, no.W13.23.00333/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, van 2 april 2024, kenmerk 3785987-1056219-WJZ; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:– aanbieder:

aanbieder van zorg, hulp of ondersteuning;– administratieve kenmerken van een rechtspersoon:

de naam, het adres, de vestigingsplaats, het KVK-nummer, de door ziektekostenverzekeraars gehanteerde administratieve codes van een rechtspersoon en het SKJ-registratienummer; – BIG-nummer:

BIG-nummer als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;– burgerservicenummer:

burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer; – cliënt:

een natuurlijke persoon die zorg, hulp of ondersteuning ontvangt;– conclusies uit benchmarkgegevens:

conclusies uit analyses die zijn uitgevoerd op een of meerdere verzamelingen van gegevens en geen gegevens bevatten die te herleiden zijn tot individuele natuurlijke personen of rechtspersonen die niet betrokken zijn bij een aanleiding tot een vermoeden van fraude in de zorg; – declaratiegegevens:

geaggregeerde gegevens over overeengekomen, in rekening gebrachte, betaalde of geleverde prestaties; – gerechtvaardigde overtuiging:

gerechtvaardigde overtuiging als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid;– handelsgegevens:

de omvang van het personeelsbestand, het aantal cliënten, de locaties waar cliënten zorg, hulp of ondersteuning ontvangen, dochterondernemingen, concernrelaties en bestuurders, alsmede overige gegevens die zijn opgenomen in het handelsregister, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Handelsregisterwet 2007; – identificerende gegevens van een natuurlijke persoon:

de naam, het adres, de woonplaats, de geboortedatum, het geslacht, het KVK-nummer, het BIG-nummer, de door ziektekostenverzekeraars gehanteerde administratieve codes van een natuurlijke persoon en het SKJ-registratienummer; – instantie:

een instantie als genoemd in artikel 2.4, eerste lid, van de wet, met uitzondering van het Informatieknooppunt zorgfraude; – KVK-nummer:

door de Kamer van Koophandel toegekend uniek nummer als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007; – politiegegeven:

politiegegeven als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet politiegegevens;– SKJ-registratienummer:

nummer waarmee de natuurlijke persoon of rechtspersoon wordt aangeduid in het kwaliteitsregister jeugd als bedoeld in artikel 1.1 van het Besluit Jeugdwet dat wordt beheerd door de in dat artikel bedoelde registerstichting; – wet:

Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg;– zorg, hulp of ondersteuning:

zorg of overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg, maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, jeugdhulp als bedoeld in de Jeugdwet of de door een ziektekostenverzekeraar te vergoeden zorg, die niet behoort tot het verzekerde pakket van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg.

HOOFDSTUK 2 GEGEVENSVERWERKING BIJ GERECHTVAARDIGDE OVERTUIGING VAN FRAUDE IN DE ZORG Artículos 2.1 a 2.5
Artikel 2.1
  1. Er is sprake van gerechtvaardigde overtuiging als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de wet, indien er voldoende bewijs van betrokkenheid bij fraude voorhanden is en sprake is van een vastgestelde gedraging die een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden oplevert. 2. Indien er sprake is van gerechtvaardigde overtuiging verstrekken de colleges en ziektekostenverzekeraars elkaar op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de wet de volgende gegevens: a. administratieve kenmerken van een rechtspersoon, met uitzondering van het SKJ-registratienummer; b. identificerende gegevens van een natuurlijke persoon, met uitzondering van het SKJ-registratienummer; c. een e-mailadres en een telefoonnummer van het verstrekkende college of de verstrekkende ziektekostenverzekeraar; en d. het gegeven of de rechtspersoon of natuurlijke persoon op wie de verstrekking ziet, is geïnformeerd over deze verstrekking.

Artikel 2.2
  1. Het protocol, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van de wet, geeft een concrete invulling en uitwerking van de volgende eisen: a. de waarborgen en eisen die op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming, de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en de wet worden gesteld aan de verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het in artikel 2.1, eerste lid, van de wet gestelde doel; b. de wijze waarop wordt omgegaan met gegevens die geen persoonsgegevens zijn; c. de te door de colleges en ziektekostenverzekeraars te volgen werkwijze bij de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens; d. de wijze waarop de toezichthouder die is aangewezen op grond van artikel 2.2, eerste of tweede lid, van de wet tot dezelfde gerechtvaardigde overtuiging komen; en e. de wijze van bewaren en verwijderen van gegevens. 2. Daarnaast bevat het protocol in ieder geval de volgende elementen: a. procedurevoorschriften ten aanzien van de gegevensverwerking, waaronder ten minste voorschriften over het verstrekken, kennisnemen en verwijderen van de gegevens; b. de wijze waarop wordt vastgesteld dat sprake is van een gerechtvaardigde overtuiging van fraude in de zorg waardoor voor natuurlijke personen of rechtspersonen van wie gegevens worden verwerkt vooraf kenbaar is op grond van welke gedragingen hun gegevens worden verwerkt en achteraf de rechtmatigheid van de verwerking toetsbaar is; c. de wijze waarop wordt onderzocht, onderbouwd en gedocumenteerd dat een gerechtvaardigde overtuiging van fraude in de zorg bestaat; d. een instructie voor de wijze waarop in een individueel geval wordt afgewogen of noodzaak tot verstrekking van gegevens bestaat waarbij rekening wordt gehouden met verzachtende en verzwarende omstandigheden; e. een omschrijving van de rollen van de colleges en ziektekostenverzekeraars en hun medewerkers, waarbij onder meer duidelijk gemaakt welke instantie en medewerker in welk geval de bevoegdheid heeft tot welk type gegevensverwerking; f. de wettelijke grondslag waarop het verstrekkende college of de verstrekkende ziektekostenverzekeraar de gegevens verwerkt; g. de wijze waarop de verstrekkende en ontvangende colleges of ziektekostenverzekeraars verifiëren of de gegevens juist zijn; h. de wijze waarop de gegevens tussen de colleges of ziektekostenverzekeraars worden uitgewisseld; i. de technische en organisatorische maatregelen die worden getroffen tegen onrechtmatige wijziging, verstrekking, toegang, verlies, vernietiging of ander onrechtmatig gebruik van de gegevens; j. een uitwerking van de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 2.9 van de wet; k. de wijze waarop natuurlijke personen en rechtspersonen voorafgaand aan het aangaan van een overeenkomst worden geïnformeerd over het feit dat de gegevensverwerking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de wet kan plaatsvinden; l. een beschrijving van het recht van natuurlijke personen of rechtspersonen van wie gegevens worden verwerkt op inzage, rectificatie, verwijdering en beperking van de verwerking van hun gegevens, de wijze waarop zij deze rechten kunnen uitoefenen en de wijze waarop natuurlijke personen of rechtspersonen van wie gegevens worden verwerkt worden geïnformeerd over de rechtsbescherming die open staat tegen een beslissing op de uitoefening van dit recht.

Artikel 2.3
  1. Bij ministeriële regeling worden eisen gesteld aan de beveiliging van de gegevens, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de wet. 2. De colleges en ziektekostenverzekeraars maken ingevolge artikel 26 van de Algemene verordening gegevensbescherming, ten behoeve van de gezamenlijke zorg voor de verwerking van persoonsgegevens in ieder geval afspraken over de volgende taken: a. de beveiliging van de gegevens die onderling worden uitgewisseld op grond van artikel 2.1, eerste lid, van de wet; b. de borging van de rechten van een betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming, alsmede de wijze waarop een betrokkene deze rechten kan uitoefenen; en c. de borging van een vergelijkbaar niveau van bescherming van de rechten van rechtspersonen en de op hen betrekking hebbende gegevens, niet zijnde persoonsgegevens.

Artikel 2.4
  1. Het college of de ziektekostenverzekeraar, die de gegevens als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de wet heeft verstrekt, informeert een betrokkene onverwijld over deze verstrekking tenzij het noodzakelijk is om het informeren achterwege te laten om fraude in de zorg effectief op te sporen, te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT