Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl

Besluit van 15 mei 2015, houdende bepalingen voor een experiment met het oog op verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid en de doelmatigheid van het beroepsonderwijs door invoering van een beroepsopleiding in een combinatie van de beroepsopleidende leerweg en de beroepsbegeleidende leerweg (Besluit experiment beroepsopleiding gecombineerde leerwegen bol-bbl)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 18 februari 2015, nr. WJZ/ 657759(10412), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken; Gelet op artikel 11a.1., eerste, tweede en zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 april 2015, nr. WO5.15.0039/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 mei 2015 nr. WJZ/757112(10412), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículos 1 a 13
Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:a. wet:

Wet educatie en beroepsonderwijs;b. instelling:

instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, of artikel 1.4.1, vierde lid, van de wet of een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8, eerste lid, van de wet; c. beroepsopleiding bol-bbl:

beroepsopleiding die wordt verzorgd in een combinatie van de beroepsopleidende leerweg en de beroepsbegeleidende leerweg, genoemd in artikel 7.2.2, tweede lid, van de wet; d. deelnemende instelling:

instelling die met toestemming van Onze Minister deelneemt aan het experiment;e. onderwijsprogramma:

onderwijsprogramma als bedoeld in artikel 7.4.8, eerste lid, van de wet;f. onderwijs- en examenregeling:

onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.4.8, tweede lid, van de wet;g. leerbedrijf:

bedrijf dat of organisatie die bevoegd is de beroepspraktijkvorming te verzorgen, op basis van een gunstige beoordeling op grond van de criteria, bedoeld in artikel 7.2.10, van de wet; h. opleidingsbedrijf:

rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk die opgericht is met als doel het opleiden van vakbekwaam personeel voor bedrijven in de sectoren die vallen onder opleidingsdomeinen vastgesteld overeenkomstig artikel 7.2.5a van de wet; i. deelnemer:

deelnemer in de zin van artikel 8.1.1., eerste lid, van de wet, die door een instelling wordt ingeschreven voor de beroepsopleiding bol-bbl en die op dat moment niet ingeschreven is voor een beroepsopleiding die is gericht op het behalen van eenzelfde kwalificatie als die waarop de beroepsopleiding bol-bbl van inschrijving is gericht; j. studiejaar bol:

studiejaar in een beroepsopleiding bol-bbl, waarvan de instelling overeenkomstig de onderwijs- en examenregeling, bij de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 2.5.5a, tweede lid onderdeel d, van een deelnemer opgave doet van de beroepsopleidende leerweg; k. studiejaar bbl:

studiejaar in een beroepsopleiding bol-bbl, waarvan de instelling overeenkomstig de onderwijs- en examenregeling, bij de gegevensverstrekking, bedoeld in artikel 2.5.5a, tweede lid onderdeel d, van een deelnemer opgave doet van de beroepsbegeleidende leerweg; l. lesgeld:

lesgeld als bedoeld in artikel 2 van de Les- en cursusgeldwet;m. cursusgeld:

cursusgeld als bedoeld in artikel 2 van de Les- en cursusgeldwet;n. studiefinanciering:

studiefinanciering als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op de studiefinanciering 2000.

Artikel 2 Doel van het experiment

Het doel van het experiment is te onderzoeken of met de beroepsopleiding bol-bbl:a. de kwaliteit en toegankelijkheid van het beroepsonderwijs verbetert door een andere balans tussen de theoretische en praktische voorbereiding op de uitoefening van beroepen; en b. de doelmatigheid van het beroepsonderwijs verbetert doordat een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt wordt bereikt.

Artikel 3 Inhoud, reikwijdte en duur van het experiment
  1. Het experiment behelst het aanbieden van een beroepsopleiding bol-bbl, met tenminste het eerste studiejaar een studiejaar bol en, afhankelijk van de inrichting van het onderwijsprogramma en de duur van de opleiding, in het tweede, derde of vierde studiejaar een overgang naar één of meerdere studiejaren bbl. 2. Het experiment staat open voor de beroepsopleidingen, genoemd in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met d, van de wet. 3. Het experiment duurt van 1 augustus 2015 tot en met 31 juli 2021.

Artikel 4 Voorwaarden voor deelname
  1. Een instelling kan slechts deelnemen aan het experiment met een beroepsopleiding: a. waarvoor niet een besluit is genomen als bedoeld in de artikelen 6.1.4 en 6.1.5b, eerste lid, respectievelijk de artikelen 6.2.2 en 6.2.3.b, eerste lid, van de wet; en die b. niet onder de werking van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022 valt. 2. Het bevoegd gezag van een instelling, die wil deelnemen aan het experiment, heeft een samenwerkingsovereenkomst met één of meer opleidingsbedrijven of één of meer leerbedrijven waarin voor iedere deelnemer is opgenomen de garantie van een beschikbare praktijkplaats als bedoeld in artikel 7.2.9, tweede lid, van de wet, tegen een marktconforme beloning voor zover het een praktijkplaats in een studiejaar bbl betreft. 3. Een instelling neemt met maximaal 10 beroepsopleidingen deel aan het experiment.

Artikel 5 Inrichting beroepsopleiding in afwijking van de wet
  1. In afwijking van de artikelen 7.2.2, tweede lid, en 7.2.7, derde, vierde en achtste lid, van de wet, voldoet het onderwijsprogramma voor de beroepsopleiding bol-bbl aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming, bedoeld in artikel 7.2.7, eerste lid, van de wet, indien het bevoegd gezag voor de deelnemer een onderwijsprogramma verzorgt dat: a. voor een tweejarige basisberoepsopleiding of vakopleiding één studiejaar bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 1.850 klokuren omvat waarvan ten minste 900 begeleide onderwijsuren en ten minste 860 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; b. voor een driejarige vakopleiding of middenkaderopleiding: 1°. één studiejaar bol en twee studiejaren bbl kent en ten minste 2.700 klokuren omvat waarvan ten minste 1.100 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.470 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of 2°. twee studiejaren bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 2.850 klokuren omvat waarvan ten minste 1.450 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.060 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; c. voor een vierjarige middenkaderopleiding: 1°. één studiejaar bol en drie studiejaren bbl kent en ten minste 3.550 klokuren omvat waarvan ten minste 1.300 begeleide onderwijsuren en ten minste 2.080 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of 2°. twee studiejaren bol en twee studiejaren bbl kent en ten minste 3.700 klokuren omvat waarvan ten minste 1.650 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.670 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd; of 3°. drie studiejaren bol en één studiejaar bbl kent en ten minste 3.850 klokuren omvat waarvan ten minste 2.000 begeleide onderwijsuren en ten minste 1.510 uren beroepspraktijkvorming, met dien verstande dat in het eerste studiejaar ten minste 700 begeleide onderwijsuren worden verzorgd. 2. Het bevoegd gezag kan een onderwijsprogramma verzorgen dat minder uren omvat dan de onder a tot en met c genoemde aantallen mits de opleiding aantoonbaar van voldoende kwaliteit is. In het geval het onderwijsprogramma minder uren omvat, legt het bevoegd gezag hierover verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.5.4, van de wet, dan wel in het verslag, bedoeld in artikel 1.4.1, derde lid, van de wet, en is artikel 8a.2.2, derde lid, onderdeel m, van de wet, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Afwijking van de Les- en cursusgeldwet en de Wet studiefinanciering 2000
  1. Voor de voldoening van lesgeld wordt in afwijking van artikel 1, onderdeel e, van de Les- en cursusgeldwet onder dagschool mede verstaan: een instelling als bedoeld in 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft een studiejaar bol. 2. Voor de voldoening van cursusgeld wordt in afwijking van artikel 1, onderdeel f, onder cursus mede verstaan: een studiejaar bbl. 3. Voor de aanspraak op studiefinanciering wordt in afwijking van artikel 1.1 van de Wet studiefinanciering 2000 onder beroepsonderwijs mede verstaan: een studiejaar bol.

Artikel 7 Aanvraag en toestemming voor deelname aan het experiment
  1. Instellingen kunnen uitsluitend met toestemming van Onze Minister deelnemen aan het experiment. 2. Toestemming tot deelname wordt op aanvraag verleend. 3. Bij de aanvraag overlegt het bevoegd gezag met betrekking tot de beroepsopleiding een projectplan, bestaande uit: a. de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.4.8 van de wet, waarbij inzicht wordt gegeven in: 1°. de kwalificatie waarop de opleiding betrekking heeft; en 2°. de vermelding van de begeleide onderwijsuren en de uren beroepspraktijkvorming per programmaonderdeel per studiejaar, waarbij tevens is aangegeven welke studiejaren bol en welke studiejaren bbl zijn; b. de samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel 4, tweede lid; c. een opgave van het aantal deelnemers dat de instelling per cohort beoogt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT