Wet van 15 september 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer (Registratie gegevens externe veiligheid inrichtingen, transportroutes en buisleidingen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

483

Wet van 15 september 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer (Registratie gegevens externe veiligheid inrichtingen, transportroutes en buisleidingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen inzake de registratie van gegevens die een ieder inzicht geeft in de veiligheid buiten inrichtingen, transportroutes en buisleidingen, voor zover die veiligheid kan worden beïnvloed door de mogelijkheid van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen, als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, of door handelingen daarmee, binnen inrichtingen, of als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen via transportroutes of door buisleidingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1.1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

RIVM: Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, genoemd in de Wet op het RIVM.

B

In artikel 4.2, eerste lid, wordt «Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, hierna aan te duiden als RIVM,» vervangen door: RIVM.

C

Na artikel 12.10 wordt ingevoegd:

Staatsblad 2005 483 1

TITEL 12.2 REGISTRATIE GEGEVENS EXTERNE VEILIGHEID INRICHTINGEN, TRANSPORTROUTES EN BUISLEIDINGEN Artículos 12.11 a 17
Artikel 12.11

1. In deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. bevoegd gezag: 1°. bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning krachtens artikel 8.1 te verlenen;

  1. bestuursorgaan waaraan krachtens artikel 8.41, tweede lid, onder a, een melding wordt gericht;

  2. Onze Minister voor zover de bevoegdheid tot vergunningverlening betrekking heeft op inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet;

  3. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat voor openbare wegen en vaarwegen voorzover deze door het Rijk worden beheerd en voor krachtens artikel 2 van de Spoorwegwet aangewezen hoofdspoorwegen;

  4. gedeputeerde staten voor openbare wegen en vaarwegen voor zover deze door de provincie worden beheerd;

  5. burgemeester en wethouders voor openbare wegen en vaarwegen voor zover deze door de gemeente worden beheerd;

  6. dagelijks bestuur van het waterschap voor openbare wegen en vaarwegen voor zover deze door het waterschap worden beheerd;

  7. Onze Minister van Economische Zaken voor buisleidingen voor zover die door of namens het Rijk worden beheerd en voor buisleidingen waarvoor door het Rijk concessie is verleend;

  8. Onze Minister van Economische Zaken voor inrichtingen waarop de Mijnbouwwet van toepassing is; b. gevaarlijke stoffen: 1°. voor zover het betreft inrichtingen en buisleidingen: stoffen die ingevolge de Wet milieugevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 34, tweede lid, alsmede splijtstoffen en radioactieve stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Kernenergiewet;

  9. voor zover het betreft transportroutes: stoffen die ingevolge de Wet vervoer gevaarlijke stoffen als gevaarlijk zijn aangewezen; c. transportroute: openbare weg, krachtens artikel 2 van de Spoorwegwet aangewezen hoofdspoorweg of vaarweg; d. buisleiding: vaste leiding waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd en die geen deel uitmaakt van een inrichting; e. externe veiligheid: veiligheid buiten inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn of krachtens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 aanwezig mogen zijn en veiligheid buiten transportroutes en buisleidingen waarover of waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd, voor zover die veiligheid kan worden beïnvloed door een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere stoffen dan bedoeld in het eerste lid, onder b, worden aangewezen die, voor zover het betreft inrichtingen en buisleidingen, voor de toepassing van deze titel en de daarop gebaseerde bepalingen worden aangemerkt als gevaarlijke stof.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT