Uitspraak Nº 201509372/1/V3. Raad van State, 2016-06-06

ECLIECLI:NL:RVS:2016:1691
Docket Number201509372/1/V3
Date06 Junio 2016
CourtCouncil of State (Netherlands)

201509372/1/V3.

Datum uitspraak: 6 juni 2016

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het hoger beroep van:

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 26 november 2015 in zaak nr. 13/23437 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

de staatssecretaris.

Procesverloop

Bij besluit van 3 januari 2013 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, ingewilligd en hem uitstel van vertrek verleend voor de duur van een opname, met ingang van 3 januari 2013 tot uiterlijk 3 juli 2013.

Bij besluit van 5 september 2013 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 26 november 2015 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen de vreemdeling met terugwerkende kracht uitstel van vertrek te verlenen met ingang van 1 januari 2013 tot 1 januari 2014. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is aangehecht.

De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. U. Koopmans, advocaat te Haarlem, heeft een verweerschrift ingediend.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Aanleiding

1. De vreemdeling, die de Armeense nationaliteit heeft en wiens aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd onherroepelijk is afgewezen, heeft een aanvraag ingediend om te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft wegens zijn gezondheidstoestand. Partijen zijn het erover eens dat voor de medische klachten van de vreemdeling in Armenië behandeling aanwezig is. Het geschil gaat erover of het Bureau Medische Advisering (hierna: het BMA) in het BMA-advies van 23 april 2013 (hierna: het BMA-advies) en de aanvullende nota van 18 juli 2013 voldoende concreet is ingegaan op de door de behandelend psychotherapeut en de psychiater van de vreemdeling (hierna de psychiater; hierna tezamen: de behandelaars) geuite bedenkingen over de effectiviteit van de behandeling in het land van herkomst.

Veilige behandelomgeving en vertrouwensband

2. Bij brief van 6 februari 2013 hebben de behandelaars, voor zover van belang, gesteld dat de vreemdeling vanwege de aard van zijn trauma mensen heel moeilijk kan vertrouwen en dat hij een veilige behandelomgeving nodig heeft. In het land van herkomst of in een buurland zal naar hun overtuiging dit gevoel van veiligheid voor de vreemdeling niet aanwezig zijn ten gevolge van de traumatisering en de daaruit voortkomende psychiatrische problematiek. Derhalve zal behandeling aldaar onvoldoende effectief zijn om een medische noodsituatie te voorkomen. De ervaring van een veilige behandelomgeving door de vreemdeling hangt direct samen met zijn voorgeschiedenis: zijn vader en broer zijn vermoord tijdens etnische conflicten tussen Armenië en Azerbeidzjan, en de daaruit voortkomende psychiatrische klachten. De vreemdeling lijdt zeer onder een schuldgevoel omdat zijn vader en broer zijn vermoord nadat zij naar de autoriteiten zijn gegaan om navraag naar de vreemdeling te doen en deze ontdekten dat zijn vader (een etnisch Armeniër) was getrouwd met een Azeri. De vreemdeling is zeer regelmatig ernstig mishandeld. De door de vreemdeling ervaren klachten passen volgens de behandelaars bij een posttraumatische stressstoornis (hierna: ptss). Dit maakt dat de vertrouwensband met de hulpverleners precair is en dat een behandelcontact niet zomaar inwisselbaar is. Daarbij komt dat de vreemdeling naar zijn aard introvert/teruggetrokken en zeer verlegen is, hetgeen extra eisen stelt aan de behandelrelatie. Op basis van deze problematiek concluderen de behandelaars dat in het land van herkomst of een buurland het voor behandeling noodzakelijk gevoel van veiligheid niet aanwezig zal zijn en behandeling aldaar als medisch onaanvaardbaar moet worden aangemerkt.

In de brief van 14 maart 2013, die is opgesteld naar aanleiding van een verzoek van het BMA om medische inlichtingen over de vreemdeling, hebben de behandelaars het bovenstaande herhaald.

2.1. In het BMA-advies, waaraan onder meer de brief van 14 maart 2013 ten grondslag is gelegd, is op de vraag of het uitblijven van behandeling van de psychische klachten zal leiden tot een medische noodsituatie op korte termijn, het volgende geantwoord. Uitblijven van behandeling zal naar verwachting leiden tot een toename van depressieve gevoelens, gevoelens van wanhoop en uitzichtloosheid en toename van suïcidaliteit. Het valt dan niet uit te sluiten dat de vreemdeling zijn gedachten en plannen omzet in concreet levensbeëindigend handelen.

Het BMA-advies vermeldt als reisvereisten dat de vreemdeling tijdens de reis dient te worden begeleid door een psychiatrisch verpleegkundige, hij zijn medicatie moet meekrijgen en het gebruik hiervan moet voortzetten, de verpleegkundige de medicatie moet beheren en dat hij direct na de reis fysiek dient te worden overgedragen aan een behandelaar (psychiater).

Voorts is volgens het BMA-advies behandeling, in algemeen medisch-technische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201803207/1/V2. Raad van State, 2019-03-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 de março de 2019
    ...daarom terecht geen aanleiding gezien nadere informatie bij het BMA op te vragen (vergelijk onder meer de uitspraak van 6 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1691). 2.2. De grief 3. De staatssecretaris klaagt in de tweede grief dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij zich in strijd me......
  • Uitspraak Nº AWB 16/6767, 16/6768. Rechtbank Den Haag, 2016-07-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 de julho de 2016
    ...uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2011 en recentelijk is herhaald in de uitspraak van de Afdeling van 6 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1691). In de nota is de BMA-arts ingegaan op het oordeel van de behandelaars dat een effectieve behandeling van eiser in Armenië niet mogelijk i......
  • Uitspraak Nº Awb 16 16156. Rechtbank Den Haag, 2017-02-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 de fevereiro de 2017
    ...Daartoe is het volgende van belang. 14. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, bijvoorbeeld de uitspraak van 6 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1691, volgt dat er eerst aanleiding bestaat om het oordeel van het BMA omtrent de behandelmogelijkheden in het land van herkomst met betrekking tot d......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº 201803207/1/V2. Raad van State, 2019-03-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 de março de 2019
    ...daarom terecht geen aanleiding gezien nadere informatie bij het BMA op te vragen (vergelijk onder meer de uitspraak van 6 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1691). 2.2. De grief 3. De staatssecretaris klaagt in de tweede grief dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij zich in strijd me......
  • Uitspraak Nº AWB 16/6767, 16/6768. Rechtbank Den Haag, 2016-07-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 de julho de 2016
    ...uit de uitspraak van de Afdeling van 20 december 2011 en recentelijk is herhaald in de uitspraak van de Afdeling van 6 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1691). In de nota is de BMA-arts ingegaan op het oordeel van de behandelaars dat een effectieve behandeling van eiser in Armenië niet mogelijk i......
  • Uitspraak Nº Awb 16 16156. Rechtbank Den Haag, 2017-02-08
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 8 de fevereiro de 2017
    ...Daartoe is het volgende van belang. 14. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling, bijvoorbeeld de uitspraak van 6 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1691, volgt dat er eerst aanleiding bestaat om het oordeel van het BMA omtrent de behandelmogelijkheden in het land van herkomst met betrekking tot d......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT