Uitspraak Nº 201708695/1/A2. Raad van State, 2018-07-04

ECLIECLI:NL:RVS:2018:2211
Docket Number201708695/1/A2
Date04 Julio 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201708695/1/A2.

Datum uitspraak: 4 juli 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

het college van burgemeester en wethouders van Heerde,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 oktober 2017 in zaak nr. 17/2990 in het geding tussen:

[wederpartij A], [wederpartij B], [wederpartij C], [wederpartij D], [wederpartij E], de erven [overledene], [wederpartij F], [wederpartij G], [wederpartij H], [wederpartij I], [wederpartij J], allen wonend te Heerde, (hierna: [wederpartij] en anderen)

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 2 december 2016 heeft het college de verschuldigdheid en hoogte van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen vastgesteld en aan [wederpartij] en anderen gezamenlijk een dwangsombedrag van € 1.260,00 toegekend.

Bij besluit van 30 mei 2017 heeft het college het door [wederpartij] en anderen daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 23 oktober 2017 heeft de rechtbank het door [wederpartij] en anderen daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 6 juni 2017 (lees: 30 mei 2017) vernietigd, de door het college aan [wederpartij] en anderen verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.260,00 per aanvrager en bepaald dat haar besluit in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 juni 2018, waar het college, vertegenwoordigd door M.P. de Keijzer en T.R.F. Asbreuk, is verschenen.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de uitspraak van 25 november 2016 in zaak nr. 16/5742 het volgende overwogen. Het college heeft bij besluit van 5 februari 2013 aan [wederpartij A], [wederpartij H], [wederpartij F], [wederpartij G], de erven [overledene], [wederpartij B], [wederpartij C], [wederpartij D] en [wederpartij E], bij besluit van 23 april 2013 aan [wederpartij I] en bij besluit van 28 mei 2013 aan [wederpartij J] een tegemoetkoming in planschade toegekend. Bij besluiten van 28 mei 2013, 6 augustus 2013 en 24 september 2013 heeft het college bezwaren van [wederpartij] en anderen ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 4 september 2014 heeft de rechtbank, na tussenuitspraak van 18 februari 2014, de daartegen door [wederpartij] en anderen ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 28 mei 2013, 6 augustus 2013 en 24 september 2013 vernietigd en het college opgedragen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
11 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROT 18/3141. Rechtbank Rotterdam, 2018-09-07
    • Nederland
    • 7 Septiembre 2018
    ...om openbaarmaking van gegevens van 752 voertuigen waarbij die verzoeken inhoudelijk nagenoeg identiek waren (zie ook ter vergelijking ECLI:NL:RVS:2018:2211). Naar het oordeel van de rechtbank kan ten aanzien van de boetezaken die in dit beroep aan de orde zijn, niet worden gezegd dat deze e......
  • Uitspraak Nº 201908624/1/R1. Raad van State, 2020-11-18
    • Nederland
    • 18 Noviembre 2020
    ...artikel 4:17 van de Awb in dit geval slechts één dwangsom is verbeurd door niet tijdig te beslissen. In de uitspraak van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2211, heeft de Afdeling overwogen dat artikel 4:17, zevende lid, van de Awb geen betrekking heeft op de ingebrekestelling, bedoeld in het de......
  • Uitspraak Nº ROT 18/3138. Rechtbank Rotterdam, 2018-09-07
    • Nederland
    • 7 Septiembre 2018
    ...om openbaarmaking van gegevens van 752 voertuigen waarbij die verzoeken inhoudelijk nagenoeg identiek waren (zie ook ter vergelijking ECLI:NL:RVS:2018:2211). Naar het oordeel van de rechtbank kan ten aanzien van de boetezaken die in dit beroep aan de orde zijn, niet worden gezegd dat deze e......
  • Uitspraak Nº AMS 18/3817. Rechtbank Amsterdam, 2019-10-21
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 21 Octubre 2019
    ...2016’, pag. 27. 6 Welstandsnota ‘De schoonheid van Amsterdam 2016’, pag. 76 7 Zie de uitspraak van de Afdeling van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2211. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
11 sentencias
  • Uitspraak Nº ROT 18/3141. Rechtbank Rotterdam, 2018-09-07
    • Nederland
    • 7 Septiembre 2018
    ...om openbaarmaking van gegevens van 752 voertuigen waarbij die verzoeken inhoudelijk nagenoeg identiek waren (zie ook ter vergelijking ECLI:NL:RVS:2018:2211). Naar het oordeel van de rechtbank kan ten aanzien van de boetezaken die in dit beroep aan de orde zijn, niet worden gezegd dat deze e......
  • Uitspraak Nº 201908624/1/R1. Raad van State, 2020-11-18
    • Nederland
    • 18 Noviembre 2020
    ...artikel 4:17 van de Awb in dit geval slechts één dwangsom is verbeurd door niet tijdig te beslissen. In de uitspraak van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2211, heeft de Afdeling overwogen dat artikel 4:17, zevende lid, van de Awb geen betrekking heeft op de ingebrekestelling, bedoeld in het de......
  • Uitspraak Nº ROT 18/3138. Rechtbank Rotterdam, 2018-09-07
    • Nederland
    • 7 Septiembre 2018
    ...om openbaarmaking van gegevens van 752 voertuigen waarbij die verzoeken inhoudelijk nagenoeg identiek waren (zie ook ter vergelijking ECLI:NL:RVS:2018:2211). Naar het oordeel van de rechtbank kan ten aanzien van de boetezaken die in dit beroep aan de orde zijn, niet worden gezegd dat deze e......
  • Uitspraak Nº AMS 18/3817. Rechtbank Amsterdam, 2019-10-21
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 21 Octubre 2019
    ...2016’, pag. 27. 6 Welstandsnota ‘De schoonheid van Amsterdam 2016’, pag. 76 7 Zie de uitspraak van de Afdeling van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2211. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT