Uitspraak Nº 201801597/1/A1. Raad van State, 2018-10-31

ECLIECLI:NL:RVS:2018:3547
Date31 Octubre 2018
Docket Number201801597/1/A1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201801597/1/A1.

Datum uitspraak: 31 oktober 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Watersportvereniging Aegir, gevestigd te Rotterdam,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 16 januari 2018 in zaak nr. 17/4947 in het geding tussen:

Aegir

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.

Procesverloop

Bij besluit van 27 februari 2017 heeft het college geweigerd Aegir een omgevingsvergunning te verlenen voor het legaliseren van twee vlaggenmasten op het verhoogde bordes van het pand op het perceel Prinsenmolenpad 4 te Rotterdam (hierna: het perceel).

Bij besluit van 25 juli 2017 heeft het college het door Aegir daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 16 januari 2018 heeft de rechtbank, voor zover hier van belang, het door Aegir daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Aegir hoger beroep ingesteld.

[Belanghebbende] en anderen hebben een door hen als incidenteel hogerberoepschrift aangeduid stuk ingediend. Aegir heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 september 2018, waar Aegir, vertegenwoordigd door [gemachtigde], het college, vertegenwoordigd door mr. M.A.C. Kooij, en [belanghebbende], vertegenwoordigd door [gemachtigden] zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Aegir is een watersportvereniging en heeft een verenigingsgebouw op het perceel. Zij heeft op het bordes van haar verenigingsgebouw twee vlaggenmasten opgericht. De vlaggen zijn 3 m lang, zijn bevestigd aan masten van 6 m hoog en staan op een bordes van 3 m hoog.

Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Kern en Plassen" rust op het perceel de bestemming "Jachthaven". Het college heeft geweigerd de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Volgens het college zijn de vlaggenmasten in strijd met het bestemmingsplan, omdat vlaggenmasten geen bij de functie van jachthaven passende bouwwerken zijn. Het college is niet bereid mee te werken aan het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan.

2. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Belanghebbendheid [belanghebbende] en anderen

3. Aegir betoogt dat de rechtbank [belanghebbende] en anderen ten onrechte heeft aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) en hen ten onrechte als derdepartij op grond van artikel 8:26 van die wet heeft laten deelnemen aan het geding. [belanghebbende] en anderen hebben weliswaar zicht op de vlaggen, maar wonen volgens Aegir te ver weg om als belanghebbenden te kunnen worden aangemerkt. Aegir wijst op de uitspraak van de Afdeling van 13 december 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BC0512, ter onderbouwing van haar standpunt dat het zicht van de bewoners op het bouwplan van dermate geringe betekenis is dat zij daardoor niet rechtstreeks in hun belangen zijn geraakt.

3.1. Zoals de Afdeling heeft overwogen in bijvoorbeeld de uitspraak van 23 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2271, geldt als uitgangspunt dat degene die rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die een besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Het criterium "gevolgen van enige betekenis" dat is vermeld in de uitspraak van de Afdeling van 16 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:737, dient als correctie op dit uitgangspunt. Gevolgen van enige betekenis ontbreken als de gevolgen wel zijn vast te stellen, maar de gevolgen van de activiteit voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van betrokkene dermate gering zijn dat een persoonlijk belang bij het besluit ontbreekt. Daarbij wordt acht geslagen op de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling en milieugevolgen (onder andere geur, geluid, licht, trilling, emissie en risico) van de activiteit die het besluit toestaat, waarbij die factoren zo nodig in onderlinge samenhang worden bezien. Ook aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.

3.2. [belanghebbende] en anderen wonen aan de Straatweg en aan de Prins Bernhardkade te Rotterdam en kijken over het water van de Bergse Plas uit op de twee...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT