Uitspraak Nº 201802394/1/A1. Raad van State, 2018-10-03

ECLIECLI:NL:RVS:2018:3201
Date03 Octubre 2018
Docket Number201802394/1/A1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201802394/1/A1.

Datum uitspraak: 3 oktober 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Stichting Dorpsraad Buggenum, gevestigd te Buggenum, gemeente Leudal,

appellante,

en

het college van burgemeester en wethouders van Leudal.

Procesverloop

Bij besluit van 9 september 2014 heeft het college aan NMO B.V. omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een loods en drie opslagsilo's voor digestaat en drijfmest aan de Roermondseweg 59 te Buggenum (hierna: het perceel) en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Haelen" (hierna: het bestemmingsplan). Tevens heeft het college maatwerkvoorschriften vastgesteld op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit).

Bij besluit van 1 september 2015 heeft het college, voor zover thans van belang, het door Stichting Dorpsraad Buggenum daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 15 februari 2017 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door Stichting Dorpsraad Buggenum daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 1 september 2015 in zoverre vernietigd, het bezwaar van Stichting Dorpsraad Buggenum niet-ontvankelijk verklaard en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 1 september 2015.

Tegen deze uitspraak heeft Stichting Dorpsraad Buggenum hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Het college en Stichting Dorpsraad Buggenum hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 januari 2018, waar, voor zover thans van belang, Stichting Dorpsraad Buggenum, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door mr. E. Barentsen, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord NMO B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door [persoon].

Bij uitspraak van 28 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1066, heeft de Afdeling, voor zover thans van belang, het hoger beroep van Stichting Dorpsraad Buggenum gegrond verklaard en geoordeeld dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd voor zover op het beroep van Stichting Dorpsraad Buggenum is beslist. De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:116 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) bepaald zelf op het beroep van Stichting Dorpsraad Buggenum te beslissen en gelet op artikel 8:68 van de Awb, ter voorbereiding van een uitspraak op het beroep, het onderzoek te heropenen.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 juni 2018, waar Stichting Dorpsraad Buggenum, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. E. Barentsen en H.W.P. van Roij, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord NMO B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door [persoon].

Overwegingen

Inleiding

1. NMO B.V. heeft op 21 januari 2014 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het hygiëniseren van varkensmest in een nieuw te bouwen loods, de opslag van digestaat en varkensdrijfmest in twee bestaande opslagsilo’s, de bouw van drie opslagsilo’s en voor de aanwezigheid van een houtgestookte CV-installatie op het perceel op het bedrijventerrein Zevenellen te Buggenum. In totaal wordt 100.000 ton product per jaar per as aan- en afgevoerd, waarvan 50% drijfmest afkomstig van varkenshouders uit de regio en 50% digestaat afkomstig van vergistingsinstallaties uit de regio. De aangevoerde drijfmest wordt op locatie gehygiëniseerd. Via een proces van warmtewisseling wordt de drijfmest voorverwarmd met digestaat en daarna gedurende minimaal een uur op een temperatuur van 70oC gehouden, waardoor de mest een exportwaardig product wordt. Voor laatstgenoemde bewerking wordt een houtgestookte cv-installatie gebruikt. De vier verwerkingscontainers zijn gesloten en het gehele hygiëniseringsproces wordt gesloten uitgevoerd. Alleen bij het overpompen van drijfmest of digestaat wordt verdringingslucht via ontluchtingsopeningen op twee bestaande silo’s geëmitteerd. De mest wordt door pompen van en naar de verschillende verwerkingscontainers en opslagsilo’s vervoerd. Deze pompen zijn in de verwerkingscontainers opgesteld.

Het college heeft omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo), voor het bouwen van een loods en een cv-installatie, twee opslagsilo’s van 100 m3 en een opslagsilo van 500 m3 alsmede het gebruiken van gronden of bouwwerken waaronder de bestaande silo’s van elk 20.000 m3 in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, omdat mestopslag en mesthygiënisatie een bedrijfsactiviteit is die op grond van artikel 4.1 van de planregels behorende bij het bestemmingsplan niet rechtstreeks is toegestaan. Toepassing is gegeven aan de in artikel 4.6.1. van de planregels opgenomen bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan voor bedrijfsactiviteiten, die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.6.1 van de planregels, maar die in de bij het bestemmingsplan behorende lijst van bedrijfsactiviteiten niet voorkomen.

Daarnaast heeft het college zich op het standpunt gesteld dat voor het opslaan en hygiëniseren van mest geen omgevingsvergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo. De aangevraagde inrichting is volgens het college een type B-inrichting op grond van het Activiteitenbesluit en in verband daarmee is de aanvraag om een milieuomgevingsvergunning aangemerkt als een melding op grond van het Activiteitenbesluit. Het college heeft het uit milieuhygiënisch oogpunt noodzakelijk geacht maatwerkvoorschriften vast te stellen ter voorkoming van geuroverlast en geluidhinder en ter beperking van ammoniakemissie.

2. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 15 februari 2017, voor zover thans van belang, geconcludeerd dat Stichting Dorpsraad Buggenum niet als belanghebbende bij het besluit van 9 september 2014 is te beschouwen. Bij uitspraak van 28 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1066, heeft de Afdeling het door Stichting Dorpsraad Buggenum tegen die uitspraak ingestelde hoger beroep gegrond verklaard en overwogen dat die uitspraak dient te worden vernietigd voor zover op het beroep van Stichting Dorpsraad Buggenum is beslist. De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:116 van de Awb bepaald zelf op het beroep van Stichting Dorpsraad Buggenum te beslissen en ingevolge...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROE 19/3449 en 19/3453. Rechtbank Limburg, 2022-01-25
    • Nederland
    • 25 januari 2022
    ...van de Afdeling van 2 september 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2744) en 17 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:575) en van 3 oktober 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3201). 9 Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT4245). 10 ECLI:NL:RBGEL:2019:2845. 11 Daartoe verwijzen verweerder......
  • Uitspraak Nº 201810229/3/R3. Raad van State, 2019-07-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 juli 2019
    ...verwijzing naar de verrichte sectorale onderzoeken niet voldoende. Dit volgt ook uit de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3201, overweging 6.4, waarin is overwogen dat het bevoegd gezag een integrale beoordeling van de mogelijke nadelige milieugevolgen van het p......
  • Uitspraak Nº 201708081/1/A1. Raad van State, 2018-11-28
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 28 november 2018
    ...ingediend. Ter zitting heeft het college van burgemeester en wethouders gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3201. Daarin heeft de Afdeling na een vernietiging van een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning zelf in de zaak voorzien door de ......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº ROE 19/3449 en 19/3453. Rechtbank Limburg, 2022-01-25
    • Nederland
    • 25 januari 2022
    ...van de Afdeling van 2 september 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2744) en 17 maart 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:575) en van 3 oktober 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3201). 9 Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT4245). 10 ECLI:NL:RBGEL:2019:2845. 11 Daartoe verwijzen verweerder......
  • Uitspraak Nº 201810229/3/R3. Raad van State, 2019-07-09
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 9 juli 2019
    ...verwijzing naar de verrichte sectorale onderzoeken niet voldoende. Dit volgt ook uit de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3201, overweging 6.4, waarin is overwogen dat het bevoegd gezag een integrale beoordeling van de mogelijke nadelige milieugevolgen van het p......
  • Uitspraak Nº 201708081/1/A1. Raad van State, 2018-11-28
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 28 november 2018
    ...ingediend. Ter zitting heeft het college van burgemeester en wethouders gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3201. Daarin heeft de Afdeling na een vernietiging van een besluit tot verlening van een omgevingsvergunning zelf in de zaak voorzien door de ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT