Uitspraak Nº 201808219/1/R3. Raad van State, 2020-01-29

ECLIECLI:NL:RVS:2020:301
Date29 Enero 2020
Docket Number201808219/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201808219/1/R3.

Datum uitspraak: 29 januari 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. Stichting Hou Friesland Mooi, gevestigd te Súdwest-Fryslân, en anderen (hierna: de Stichting en anderen),

2. de Landelijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee, gevestigd te Harlingen, en de IJsselmeervereniging, gevestigd te Edam, gemeente Edam-Volendam (hierna: de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging),

appellanten,

en

1. provinciale staten van Fryslân,

2. het college van gedeputeerde staten van Fryslân,

3. het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten aan Windpark Gooyum-Houw B.V. (hierna: Windpark Gooyum-Houw) en Nuon Wind Development B.V. (hierna: Nuon) een vergunning verleend op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Bij ditzelfde besluit heeft het college van gedeputeerde staten aan Windpark Gooyum-Houw en Nuon ontheffing verleend van de verbodsbepalingen uit de artikelen 3.1 en 3.5 van de Wnb.

Bij besluit van 18 juli 2018 hebben provinciale staten het inpassingsplan "Windpark Nij Hiddum-Houw" vastgesteld.

Bij besluit van 24 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Windpark Gooyum-Houw op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en het oprichten en in werking hebben van een windpark, bestaande uit vijf windturbines op de percelen Gooyumerlaan 3W Wons, Ottenbuursterlaan 5W Zurich, Gooyumerweg 2W Zurich, Houwdijk 22W Cornwerd en Hayumerlaan 1W Cornwerd.

Bij besluit van 24 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Nuon op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a en e, van de Wabo een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en oprichten en in werking hebben van een windpark, bestaande uit vier windturbines op de percelen Hayumerlaan 2W, 3W, 4W en 5W te Cornwerd.

Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid.

Tegen een of meer van deze besluiten hebben de Stichting en anderen en de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging beroep ingesteld.

Provinciale staten, het college van gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders hebben een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft op verzoek een deskundigenbericht uitgebracht.

De Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging, provinciale staten en het college van gedeputeerde staten hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

De Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging, provinciale staten en het college van gedeputeerde staten hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2019, waar de Stichting en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging, vertegenwoordigd door [gemachtigden], provinciale staten, het college van gedeputeerde staten, beide vertegenwoordigd door mr. J. Gundelach, advocaat te Almelo, B. Koolstra, P. Westerbeek en H.J. Bouwers, en het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door mr. M. Feenstra en mr. A. Basic, zijn verschenen. Voorts zijn Nuon, vertegenwoordigd door mr. M.M. Kaajan, advocaat te Amsterdam, [gemachtigden], en Windpark Gooyum-Houw, vertegenwoordigd door deze zelfde personen alsmede door [gemachtigde], ter zitting als partij gehoord.

Overwegingen

INLEIDING

1. De bestreden besluiten maken de oprichting van het windpark Nij Hiddum-Houw met bijbehorende voorzieningen mogelijk. Het beoogde windpark ligt bij de kop van de Afsluitdijk in de gemeente Súdwest-Fryslân en bestaat uit negen windturbines met een ashoogte van minimaal 90 m en maximaal 140 m en rotordiameter van minimaal 110 m en maximaal 136 m. De maximale tiphoogte bedraagt 188 m. De windturbines vervangen de tien kleinere windturbines van het huidige windpark Hiddum-Houw. Daarnaast worden nog zes bestaande solitaire windturbines in de omgeving gesaneerd. De windturbines in het windpark Nij Hiddum-Houw hebben samen een vermogen van ongeveer 37 tot 45 MW. Het windpark zal worden geëxploiteerd door Windpark Gooyum-Houw en Nuon.

Met het windpark wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de doelstelling voor de opwekking van duurzame energie uit het Nationaal Energieakkoord en aan de doelstelling uit de Structuurvisie Windenergie op land (hierna: SvWOL) om voor 2020 in de daarvoor aangewezen gebieden grootschalige windprojecten te realiseren met een vermogen van in totaal 6.000 MW. Daarvan moet 530,5 MW in de provincie Fryslân worden gerealiseerd.

2. Het windpark is planologisch mogelijk gemaakt in het inpassingsplan. Ter uitvoering van het inpassingsplan zijn omgevingsvergunningen verleend voor bouwen en voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting. Daarnaast zijn een vergunning en ontheffing op grond van de Wnb verleend voor het windpark.

3. De windturbines in het windpark hebben een beoogd gezamenlijk vermogen van 37 tot 45 MW. Uit artikel 1.1, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw), in samenhang met onderdeel 1.2 van bijlage I en artikel 9e van de Elektriciteitswet 1998, volgt dat afdeling 2 van de Chw van toepassing is op de bestreden besluiten.

4. Het beroep van de Stichting en anderen richt zich tegen het inpassingsplan en de omgevingsvergunningen. Het beroep van de Stichting en anderen richt zich niet tegen de Wnb-vergunning en de Wnb-ontheffing. De Stichting en anderen hebben onder meer gronden aangevoerd over de wijze waarop de besluitvorming over windpark Nij Hiddum-Houw heeft plaatsgevonden, de locatiekeuze, de alternatieven, de noodzaak van het windpark en de gevolgen van het windpark voor onder andere de gezondheid, de sociale cohesie in het gebied en de waarde van hun woningen.

Het beroep van de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging richt zich tegen het inpassingsplan, de omgevingsvergunningen, de Wnb-vergunning en de Wnb-ontheffing. Zij vrezen met name dat het windpark het landschap en de natuur rond de Waddenzee en het IJsselmeer aantast. De beroepsgronden over natuur gaan over de aantasting van Natura 2000-gebieden en over de nadelige gevolgen van het windpark voor beschermde diersoorten. De andere beroepsgronden van de Waddenvereniging en de IJsselmeervereniging gaan onder meer over de noodzaak van het windpark, de locatiekeuze en alternatieven.

OPZET UITSPRAAK

5. In deze uitspraak worden de onderwerpen besproken die hieronder zijn weergegeven.

Algemeen deel

- ontvankelijkheid (overwegingen 7-10)

- terinzagelegging (overweging 11)

- voorgeschiedenis (overwegingen 12-13)

Inpassingsplan

- toetsingskader (overweging 14)

- besluitvorming over locatiekeuze en alternatieven (overwegingen 15-16)

- Verdrag van Aarhus (overweging 17)

- procedurele bezwaren vaststelling inpassingsplan (overwegingen 18-19)

- noodzaak (overweging 20)

- Verordening Romte Fryslân 2014 (overweging 21)

- arrest D’Oultremont (overweging 22)

- mitigatie (overwegingen 23-30)

- gezondheid (overwegingen 31-32)

- landschap (overwegingen 33-35)

- natuur (overwegingen 36-47)

- leefbaarheid en sociale cohesie (overweging 48)

- schade en waardedaling woningen (overweging 49)

Wnb-vergunning

- toetsingskader (overweging 52)

- effecten van verwijdering van bestaande windturbines (overweging 53)

Wnb-ontheffing

- toetsingskader (overweging 56)

- vogelsterfte door aanvaringen met windturbines (overwegingen 57-60)

- gevolgen voor weidevogels door daling van de grondwaterstand (overweging 61)

Omgevingsvergunningen (overwegingen 62-63)

Conclusie

- besluit tot vaststelling van het inpassingsplan (overweging 64)

- Wnb-vergunning (overweging 65)

- Wnb-ontheffing (overweging 66)

- omgevingsvergunningen (overweging 67)

- vragen aan Europese instellingen (overweging 68)

- proceskosten (overweging 69)

6. De relevante regelgeving is opgenomen in de uitspraak dan wel in bijlage I bij deze uitspraak. De in bijlage I opgenomen regelgeving is de regelgeving geldend ten tijde van het nemen van de bestreden besluiten. Bijlage I maakt deel uit van de uitspraak.

I. ALGEMEEN DEEL

ONTVANKELIJKHEID

7. Verweerders stellen dat de 53 natuurlijke personen die met de Stichting beroep hebben ingesteld de Stichting en [gemachtigde] alleen hebben gemachtigd om namens hen beroep in te stellen tegen het inpassingsplan. De machtiging heeft volgens hen geen betrekking op het beroep tegen de omgevingsvergunningen, de Wnb-vergunning en de Wnb-ontheffing. Verweerders betogen dat het beroep van de Stichting en anderen in zoverre niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

7.1. In artikel 6:4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is bepaald dat het instellen van beroep bij een bestuursrechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij die rechter. Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, van de Awb wordt een beroepschrift ondertekend. Wanneer degene die het beroepschrift heeft ondertekend niet voor zichzelf maar voor een ander in beroep komt, zal van de bevoegdheid tot het instellen van het beroep moeten blijken. Indien hieraan niet is voldaan, kan het beroep ingevolge artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen.

7.2. Zoals onder 4 is vermeld en ter zitting is bevestigd, richt het beroep van de Stichting en anderen zich niet tegen de Wnb-vergunning en de Wnb-ontheffing. Daarom zal de Afdeling alleen beoordelen of de machtiging van de natuurlijke personen ook betrekking heeft op het instellen van beroep tegen de omgevingsvergunningen.

Het beroepschrift van de Stichting en anderen is ondertekend door [gemachtigde]. In de machtiging wordt alleen het inpassingsplan uitdrukkelijk genoemd. De bestreden besluiten zijn echter met toepassing van de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) gecoördineerd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201908473/1/R3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 december 2020
    ...voor het oordeel dat hieraan niet kan worden voldaan. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:301, onder 27.2, over het windpark Nij Hiddum-Houw, en in de uitspraak over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, onder 132.7, wordt t......
  • Uitspraak Nº UTR 19/5150. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-06-30
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 30 juni 2020
    ...naar de uitspraken van de Afdeling van 3 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1064), 17 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1258) en 29 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:301). 4 Zie de Nota van Toelichting, Stb 2010, 749 (blz. 15). 5 Zie de uitspraak van 2 oktober 2019 6 De rechtbank verwijst hierbij naar ar......
2 sentencias
  • Uitspraak Nº 201908473/1/R3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 december 2020
    ...voor het oordeel dat hieraan niet kan worden voldaan. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:301, onder 27.2, over het windpark Nij Hiddum-Houw, en in de uitspraak over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, onder 132.7, wordt t......
  • Uitspraak Nº UTR 19/5150. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-06-30
    • Nederland
    • Rechtbank Midden-Nederland (Neederland)
    • 30 juni 2020
    ...naar de uitspraken van de Afdeling van 3 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1064), 17 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1258) en 29 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:301). 4 Zie de Nota van Toelichting, Stb 2010, 749 (blz. 15). 5 Zie de uitspraak van 2 oktober 2019 6 De rechtbank verwijst hierbij naar ar......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT