Uitspraak Nº 201900349/1/R3. Raad van State, 2020-08-26

ECLIECLI:NL:RVS:2020:2053
Docket Number201900349/1/R3
Date26 Agosto 2020

201900349/1/R3.
Datum uitspraak: 26 augustus 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak met toepassing van

artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen:

1. appellant sub 1], wonend te [woonplaats]

2. [ appellant sub 2], wonend te [woonplaats],

3. [ appellant sub 3A] en [appellante sub 3B], wonend en gevestigd te [plaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 3]),

4. [ appellant sub 4], wonend te [woonplaats],

5. [ appellant sub 5], wonend te [woonplaats],

6. [ appellant sub 6], wonend te [woonplaats],

7. [ appellant sub 7], wonend te [woonplaats],

8. [ appellante sub 8], gevestigd te [plaats],

9. [ appellante sub 9], gevestigd te [plaats],

10. [ appellante sub 10], gevestigd te [plaats],

11. Truckcentrum Meerkerk B.V., gevestigd te Meerkerk, gemeente Vijfheerenlanden,

12. [ appellant sub 12], wonend te [woonplaats],

13. Pellikaan Onroerend Goed Beheer B.V., gevestigd te Gorinchem,

14. Ocean Outdoor Nederland B.V., gevestigd te Breda,

15. [ appellante sub 15], gevestigd te [plaats],

16. [ appellante sub 16], gevestigd te [plaats],

17. [ appellant sub 17], handelend onder de naam [bedrijf A], wonend te [woonplaats],

18. [ appellant sub 18], handelend onder de naam [bedrijf B], gevestigd te [plaats],

19. [ appellant sub 19A] en [appellant sub 19B], wonend te [woonplaats] onderscheidenlijk [woonplaats],

20. [ appellant sub 20A], [appellant sub 20B], [appellant sub 20C] en [appellant sub 20D], allen wonend te [woonplaats], en Platform Raamsdonk,

21. [ appellant sub 21A], [appellant sub 21B], [appellant sub 21C] en [appellant sub 21D], allen wonend te [woonplaats],

22. Stichting Platform Waspik, gevestigd te Waspik, gemeente Waalwijk,

23. Business Art Service Benelux B.V., Veerse Toren B.V. en Kunst.nl B.V., gevestigd te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg (hierna: tezamen Business Art Service en anderen),

24. [ appellante sub 24], gevestigd te [plaats],

25. [ appellant sub 25A] en [appellant sub 25B], beiden wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 25]),

26. Stichting Thuisvester en Stichting de Riethorst Stromenland, gevestigd te Oosterhout onderscheidenlijk te Geertruidenberg,

27. [ appellante sub 27], gevestigd te [plaats], mede handelend onder de naam [bedrijf C] (hierna: [appellante sub 27]),

28. [ appellante sub 28], gevestigd te [plaats],

29. B.V. Wegrestaurant "Napoleon", gevestigd te Hank, gemeente Altena,

30. [ appellant sub 30] en de Diaconie van de Protestantse Gemeente Geertruidenberg, wonend en gevestigd te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg (hierna: [appellant sub 30] en de Diaconie),

31. [ appellant sub 31], wonend te [woonplaats],

32. [ appellant sub 32], wonend te [woonplaats],

33. [ appellant sub 33A] en [appellant sub 33B], wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 33A]),

34. [ appellant sub 34], wonend te [woonplaats],

35. [ appellante sub 35A] en [appellant sub 35B], gevestigd onderscheidenlijk wonend te [plaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 35]),

36. [ appellante sub 36A], [appellante sub 36B] en [appellant sub 36C] en [appellant sub 36D], gevestigd onderscheidenlijk wonend te [plaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 36]),

37. [ appellant sub 37], wonend te [woonplaats],

38. AC Finance C.V., gevestigd te Amsterdam,

39. [ appellant sub 39], wonend te [woonplaats],

40. [ appellant sub 40A] en [appellant sub 40B], beiden wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 40]),

41. [ appellant sub 41], wonend te [woonplaats],

42. [ appellant sub 42], wonend te [woonplaats],

43. [ appellant sub 43], wonend te [woonplaats],

44. [ appellant sub 44], wonend te [woonplaats],

45. [ appellante sub 45], gevestigd te [plaats],

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de minister het tracébesluit en het saneringsplan "A27 Houten-Hooipolder" vastgesteld.

Tegen één of meer van deze besluiten hebben appellanten beroep ingesteld.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2, 3 en 4 maart 2020, waar een aantal appellanten is verschenen of zich heeft laten vertegenwoordigen. Ook de minister heeft zich laten vertegenwoordigen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het tracébesluit voorziet in een wijziging van de A27 tussen Houten en het knooppunt Hooipolder inclusief een gedeeltelijke reconstructie van het knooppunt Hooipolder. De lengte van het tracé bedraagt ongeveer 46 km en loopt van km 18,0 tot en met km 68,4. De wijziging van de A27 bestaat uit het in beide richtingen verbreden van de A27 door middel van deels extra rijstroken en deels spitsstroken. De reden voor deze verbreding is, zo staat in paragraaf 1.1 van de toelichting op het tracébesluit vermeld, dat de A27 tussen de aansluiting Houten en het knooppunt Hooipolder op een aantal plaatsen het verkeersaanbod niet goed kan verwerken met als gevolg dat de reistijd op dit traject in de spits fors hoger is dan gewenst. Door de verdere toename van het verkeer op de A27 in de komende jaren, veroorzaakt door de algemeen verwachte verkeersgroei en de ontwikkeling van stedelijke gebieden in de nabije omgeving van de A27, nemen de verkeersproblemen op de A27 naar verwachting verder toe, aldus de toelichting. Deze toenemende verkeersdrukte heeft volgens de toelichting niet alleen negatieve gevolgen voor de bereikbaarheid van de regio, maar ook voor het onderliggend wegennet en de verkeersveiligheid. De huidige en toekomstige verkeersafwikkeling vormt de belangrijkste aanleiding voor dit tracébesluit, zo staat in de toelichting.

2. Het ontwerp voor het tracébesluit was al medio 2016 ter inzage gelegd. Het tracébesluit is pas enige tijd later vastgesteld, omdat na de terinzagelegging van het ontwerpbesluit is besloten dat de Hagesteinsebrug, Merwedebrug en Keizersveerbrug gelet op de technische levensduur van deze bruggen anders dan was voorzien in het ontwerptracébesluit volledig worden vervangen. De keuze om de bruggen volledig te vervangen, heeft geleid tot verschillende wijzigingen in het tracébesluit. De hiermee gepaard gaande wijzigingen in de onderzoeken die ten behoeve van het tracébesluit zijn verricht, hebben tot gevolg gehad dat de vaststelling van het tracébesluit is verschoven van 2017 naar eind 2018.

3. Gelijktijdig met het tracébesluit is het saneringsplan "A27 Houten - Hooipolder" (hierna: het saneringsplan) vastgesteld. Over dit saneringsplan licht de Afdeling het volgende toe. Zoals in hoofdstuk 2 van het saneringsplan is vermeld, is in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer het systeem van de geluidproductieplafonds opgenomen voor de beheersing van de geluidhinder door rijkswegen en hoofdspoorwegen. Op verschillende plaatsen is echter, onder andere door de autonome groei van het verkeer in de afgelopen decennia, de geluidbelasting op woningen relatief hoog geworden, zo staat in hoofdstuk 2 van het saneringsplan. De geluidproductieplafonds zorgen er weliswaar voor dat deze geluidbelastingen niet verder verslechteren, maar zij leiden niet tot een reductie van de geluidbelasting op de bestaande woningen met hoge geluidbelastingen. Om die reden zijn in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer regels over geluidsanering opgenomen, waaronder de in artikel 11.56 van de Wet milieubeheer opgenomen verplichting tot het opstellen van een saneringsplan. Het saneringsplan "A27 Houten-Hooipolder" is gelijktijdig met het tracébesluit vastgesteld, omdat de minister uit een oogpunt van efficiency de uitvoering van de nog te verrichten sanering op grond van afdeling 11.3.6 van de Wet milieubeheer zoveel mogelijk wenst te combineren met de uitvoering van het tracébesluit, zo staat in het akoestisch onderzoek behorende bij het saneringsplan.

Het saneringsplan heeft uitsluitend betrekking op saneringsobjecten langs twee wegvakken in het gebied tussen het knooppunt Houten-Hooipolder en de aansluiting Houten, namelijk het wegvak van km 17,45 tot km 17,65 en het wegvak van km 43,47 tot km 55,18. De overige saneringsobjecten langs de A27 tussen het knooppunt Houten-Hooipolder en de aansluiting Houten zijn meegenomen in het tracébesluit, omdat deze saneringsobjecten zich bevinden nabij referentiepunten langs de A27 waar ten gevolge van de in het tracébesluit opgenomen wijzigingen aan de A27 de geluidproductieplafonds zijn gewijzigd. In dit geval is sprake van een zogenoemde gekoppelde sanering als bedoeld in artikel 11.42 van de Wet milieubeheer.

4. Appellanten zijn bewoners en/of bedrijven in de omgeving van het tracé. Zij verzetten zich tegen de voorziene verbreding van de A27 vanwege de negatieve gevolgen die dit tot volgens hen heeft voor hun woon- en leefklimaat en/of hun bedrijfsvoering. De beroepsgronden die zij in dit verband naar voren hebben gebracht, zijn uiteenlopend van aard. Zo wensen enkele appellanten dat geheel wordt afgezien van de verbreding, enkele omwonenden wensen dat de minister ter bescherming van hun woon- en leefklimaat aanvullende maatregelen treft, zoals de realisatie van meer geluidbeperkende maatregelen, terwijl enkele bedrijven nabij het tracé zich gelet op hun bedrijfsbelangen richten tegen geluidbeperkende maatregelen, zoals geluidschermen die in het tracébesluit en/of saneringsbesluit zijn voorzien, vanwege de negatieve effecten hiervan op onder meer de zichtbaarheid van hun bedrijfslocatie.

5. De Afdeling zal hierna de beroepsgronden per appellant beoordelen, omdat de beroepschriften hoofdzakelijk betrekking hebben op de specifieke gevolgen van het tracé voor het eigen woon- en leefklimaat of de bedrijfsvoering van de desbetreffende appellant. Aan het einde van de bespreking van ieder beroepschrift volgt een conclusie. Een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201702813/1/R3. Raad van State, 2021-01-20
    • Nederland
    • 20 januari 2021
    ...van het project. Daarom neemt de Afdeling hier geen verwevenheid aan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onder 98.6). Dit betekent dat artikel 8:69a van de Awb in de weg staat aan vernietiging van het tracébesluit op de door [appellante sub 4......
  • Uitspraak Nº 202003104/1/R1. Raad van State, 2021-02-24
    • Nederland
    • 24 februari 2021
    ...de toepasselijke wettelijke bepalingen, is aan deze vereisten voldaan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onder 91.7). De Afdeling volgt [appellant] niet in zijn vergelijking met de door hem genoemde arresten van het EHRM. In het arrest Muić ......
  • Uitspraak Nº 202105098/1/R1. Raad van State, 2022-07-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 juli 2022
    ...dat het tracébesluit een basis voor onteigening is en dat besluit met de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onherroepelijk is geworden, voor zover dat het perceel van [appellant] betreft, heeft de minister ten slotte geen aanleiding hoeven zien voor herov......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº 201702813/1/R3. Raad van State, 2021-01-20
    • Nederland
    • 20 januari 2021
    ...van het project. Daarom neemt de Afdeling hier geen verwevenheid aan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onder 98.6). Dit betekent dat artikel 8:69a van de Awb in de weg staat aan vernietiging van het tracébesluit op de door [appellante sub 4......
  • Uitspraak Nº 202003104/1/R1. Raad van State, 2021-02-24
    • Nederland
    • 24 februari 2021
    ...de toepasselijke wettelijke bepalingen, is aan deze vereisten voldaan (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onder 91.7). De Afdeling volgt [appellant] niet in zijn vergelijking met de door hem genoemde arresten van het EHRM. In het arrest Muić ......
  • Uitspraak Nº 202105098/1/R1. Raad van State, 2022-07-20
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 20 juli 2022
    ...dat het tracébesluit een basis voor onteigening is en dat besluit met de uitspraak van de Afdeling van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2053, onherroepelijk is geworden, voor zover dat het perceel van [appellant] betreft, heeft de minister ten slotte geen aanleiding hoeven zien voor herov......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT