Uitspraak Nº 201900525/1/V3. Raad van State, 2019-11-15

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3878
Date15 Noviembre 2019
Docket Number201900525/1/V3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201900525/1/V3.

Datum uitspraak: 15 november 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 19 december 2018 in zaak nr. 18/4538 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 31 juli 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

Bij besluit van 24 mei 2018 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 19 december 2018 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, advocaat te Lemmer, hoger beroep ingesteld.

Overwegingen

1. Met de mvv-aanvraag beoogt de vreemdeling, geboren op [2001] en van Syrische nationaliteit, in het kader van nareis verblijf bij haar gestelde echtgenoot, geboren op [1999] en van Syrische nationaliteit, (hierna: referent) die sinds 31 maart 2017 in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft. De staatssecretaris heeft die aanvraag afgewezen, omdat de vreemdeling de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en reeds daarom niet in aanmerking komt voor toelating (paragraaf B7/3.1.2 van de Vc 2000).

2. De vreemdeling klaagt in haar tweede grief dat de rechtbank niet heeft onderkend dat, anders dan volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1413, bij het tegenwerpen van een leeftijdseis in ieder geval een individuele beoordeling moet plaatsvinden, indien daartoe feiten en omstandigheden zijn gesteld. Volgens haar heeft de Afdeling een verkeerde invulling gegeven aan het arrest van het Hof van Justitie van 17 juli 2014, Noorzia tegen Oostenrijk, ECLI:EU:C:2014:2092.

3. De rechtbank heeft terecht overwogen dat voor de erkenning van een huwelijk is vereist dat beide partners bij het aangaan van het huwelijk de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt of die leeftijd hebben bereikt bij het verzoek om erkenning van dat huwelijk (zie de uitspraak van de Afdeling van 25 april 2018). Nu de vreemdeling op het moment dat zij in het huwelijk trad met referent minderjarig was en zij dit nog steeds was ten tijde van het nemen van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
2 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB 20/2035. Rechtbank Den Haag, 2020-10-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 de outubro de 2020
    ...van de Raad van State. 1 Uitspraken van de Afdeling van 30 september 2019 en 15 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3289 en ECLI:NL:RVS:2019:3878. 2 ECLI:NL:RVS:2019:3878. het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020. griffier rechter afschrift verzonden aan partijen op: Coll: Rechtsmiddel Tege......
  • Uitspraak Nº 202004662/1/V1. Raad van State, 2021-03-15
    • Nederland
    • 15 de março de 2021
    ...de uitleg van artikel 9, tweede lid. Ook volgt uit de door de vreemdeling aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 15 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3878, niet zonder meer dat het moment van het nemen van het besluit op de aanvraag van belang is bij de vaststelling van de leeftijd van een......
2 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB 20/2035. Rechtbank Den Haag, 2020-10-20
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 20 de outubro de 2020
    ...van de Raad van State. 1 Uitspraken van de Afdeling van 30 september 2019 en 15 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3289 en ECLI:NL:RVS:2019:3878. 2 ECLI:NL:RVS:2019:3878. het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020. griffier rechter afschrift verzonden aan partijen op: Coll: Rechtsmiddel Tege......
  • Uitspraak Nº 202004662/1/V1. Raad van State, 2021-03-15
    • Nederland
    • 15 de março de 2021
    ...de uitleg van artikel 9, tweede lid. Ook volgt uit de door de vreemdeling aangehaalde uitspraak van de Afdeling van 15 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3878, niet zonder meer dat het moment van het nemen van het besluit op de aanvraag van belang is bij de vaststelling van de leeftijd van een......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT