Uitspraak Nº 201907142/1/R2. Raad van State, 2021-01-20

ECLIECLI:NL:RVS:2021:69
Date20 Enero 2021
Docket Number201907142/1/R2

201907142/1/R2

Datum uitspraak: 20 januari 2021

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

De Logt B.V., gevestigd te Boxtel,

appellante,

tegen de tussenuitspraak van 26 oktober 2018 en de einduitspraak van 19 augustus 2019 van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) in zaak nrs. 18/481, 19/504 en 19/505, in het geding tussen:

1. De Logt B.V. (hierna: De Logt),

2. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, gevestigd te Oisterwijk (hierna: Natuurmonumenten), en de Stichting Brabantse Milieufederatie (hierna: BMF), gevestigd te Tilburg,

3. [appellante sub 3A], [appellant sub 3B], [appellant sub 3C], [appellant sub 3D] en New Value Development B.V. i.o., allen gevestigd en wonend te Oirschot,

en

het college van burgemeester en wethouders van Oirschot.

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college naar aanleiding van verzoeken van onder meer [appellante sub 3A], BMF en Natuurmonumenten, de in 2010 en 2012 aan De Logt verleende omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen eerste en tweede fase en milieu ten behoeve van een varkenshouderij op het perceel Logtsebaan 2 te Oirschot (hierna: het perceel) ingetrokken.

Bij tussenuitspraak van 26 oktober 2018 (hierna: de tussenuitspraak) heeft de rechtbank het college in de gelegenheid gesteld om het door haar in het besluit van 19 december 2017 geconstateerde gebrek te herstellen.

Bij besluit van 11 december 2018 heeft het college opnieuw besloten op de verzoeken om intrekking van de verleende vergunningen. Het heeft hierbij het besluit van 19 december 2017 herroepen en de intrekking geweigerd.

Bij uitspraak van 19 augustus 2019 (hierna: de einduitspraak) heeft de rechtbank het door De Logt tegen het besluit van 19 december 2017 ingestelde beroep gegrond verklaard, de beroepen van BMF, Natuurmonumenten, [appellante sub 3A], [appellant sub 3B],

[appellant sub 3C], [appellant sub 3D] en New Value Development B.V. i.o. (hierna: [appellante sub 3A] en anderen) tegen het besluit van 11 december 2018 eveneens gegrond verklaard, de besluiten van 19 december 2017 en 11 december 2018 vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank heeft verder bepaald dat het college dit besluit pas mag nemen, nadat het college van gedeputeerde staten opnieuw heeft besloten op het bezwaar tegen de weigering de natuurvergunning van De Logt in te trekken. De tussenuitspraak en de einduitspraak zijn aangehecht.

Tegen de tussenuitspraak en de einduitspraak heeft De Logt hoger beroep ingesteld. De Logt heeft tevens nadere stukken ingediend.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

BMF en Natuurmonumenten hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellante sub 3A] en anderen hebben een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak, gelijktijdig met de zaken met de nummers 201907144/1/R2 en 201907146/1/R2 ter zitting behandeld op 6 juli 2020, waar voor de behandeling van deze zaak met zaak nr. 201907142/1/R2 zijn verschenen De Logt, vertegenwoordigd door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, vergezeld door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], en het college van burgemeester en wethouders van Oirschot, vertegenwoordigd door mr. C.W.M. van Alphen, vergezeld door ing. J. van den Borne, ing. F. Büchel van Steenbergen, ing. Y. Hommel en ing. W. van Hout. Voorts zijn daar Natuurmonumenten en BMF, beiden vertegenwoordigd door mr. J.E. Dijk, advocaat te Haarlem, gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. De Logt is sinds 2008 eigenaar van het perceel met agrarische opstallen. Op deze locatie is sinds jaar en dag een veehouderij aanwezig. Zij heeft het voornemen om aldaar een varkenshouderij op te richten. Daartoe zijn haar in 2010 en 2012 omgevingsvergunningen verleend voor de activiteiten bouwen en milieu. Deze dateren van 13 juli 2010 wat betreft de vergunning voor het bouwen eerste fase van een stal voor de huisvesting van 19.008 gespeende biggen en van 13 november 2012 voor het bouwen tweede fase van deze stal. Deze vergunningen staan na de uitspraak van de Afdeling van 19 september 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX7720) in rechte vast.

De verleende omgevingsvergunning voor de milieuactiviteit ten behoeve van het in werking hebben van de inrichting dateert van 3 juli 2012. Deze staat na de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:2432) in rechte vast.

De Logt heeft op 9 december 2016 een aanvraag voor wijziging van de op 3 juli 2012 verleende vergunning ingediend, met betrekking tot het aantal dieren en het stalsysteem van de inrichting, alsmede voor de activiteit natuur. De wijziging wat aantallen dieren betreft houdt in dat het aantal van 19.008 gespeende biggen vermindert tot 15.168, alsmede 870 vleesvarkens. Het stalsysteem wijzigt van de toepassing van een chemisch luchtwassysteem in een gecombineerd luchtwassysteem.

Bij besluit van 18 januari 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant hiertoe een verklaring van geen bedenkingen (hierna: vvgb) afgegeven. Het college heeft de gevraagde wijzigingsvergunning op 30 mei 2018 verleend.

Op 29 maart en 24 mei 2017 hebben [appellante sub 3A] en anderen en BMF en Natuurmonumenten een verzoek om intrekking van de vergunningen van 13 juli 2010, 13 november 2012 en 3 juli 2012 ingediend. Bij besluit van 19 december 2017 zijn genoemde vergunningen ingetrokken. Deze intrekking is bij het besluit van 11 december 2018 herroepen.

Aan De Logt is verder bij besluit van 19 december 2013 door het college van gedeputeerde staten een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 verleend. Op 18 april 2018 heeft BMF een verzoek om intrekking van die vergunning, alsmede van de op 18 januari 2017 verleende vvgb ingediend. Het college van gedeputeerde staten heeft dat verzoek geweigerd en de weigering bij het besluit op bezwaar van 14 februari 2019 gehandhaafd.

In deze procedure staan de uitspraken van de rechtbank van 26 oktober 2018 en 19 augustus 2019 over de weigering van de intrekking van de verleende omgevingsvergunningen centraal. De samenhangende procedure met zaak nr. 201907144/1/R2 betreft de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank van 19 augustus 2019 over de op 30 mei 2018 aan De Logt verleende omgevingsvergunning milieu en natuur. De samenhangende procedure met zaak nr. 201907146/1/R2 betreft het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 19 augustus 2019 over de weigering van de intrekking van de op 19 december 2013 verleende natuurvergunning.

Het oordeel van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het college in de tussenuitspraak in de gelegenheid gesteld het in het besluit van 19 december 2017 geconstateerde gebrek te herstellen. Dit gebrek bestaat er naar het oordeel van de rechtbank in dat het college bij het besluit om de vergunningen in te trekken, ten onrechte slechts heeft verwezen naar zijn beleid en onvoldoende de specifieke omstandigheden van het geval en de betrokken belangen in aanmerking heeft genomen. Volgens de rechtbank zijn ook de belangen van De Logt, waaronder haar financiële belangen, door het college onvoldoende meegewogen. De rechtbank heeft het college in rechtsoverweging 7 van de tussenuitspraak ten behoeve van het herstelbesluit twee concrete aanwijzingen gegeven. Deze luiden:

"- Verweerder moet een opsomming geven van de veranderingen en/of gewijzigde inzichten na de verlening van de omgevingsvergunningen voor het bedrijf, de bedrijfslocatie en de omgeving op ruimtelijk, milieurechtelijk en natuurrechtelijk gebied. Hierbij zal verweerder de wijzigingsvergunning van 30 mei 2018 moeten betrekken. Verweerder wordt verzocht precies aan te geven of (en zo ja welke) planologische wijzigingen hebben plaatsgevonden.

- Verweerder zal een nieuwe belangenafweging moeten maken en hierbij ook de belangen van eiseres moeten betrekken. Verweerder zal hierbij ook aandacht moeten schenken aan de financiële belangen van eiseres."

Bij de einduitspraak heeft de rechtbank samengevat geoordeeld dat het college in het herstelbesluit onvoldoende heeft gemotiveerd wat de gevolgen zijn van de wijzigingen in het geldende planologisch regime en op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
4 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201907144/1/R2. Raad van State, 2021-01-20
    • Nederland
    • 20 januari 2021
    ...inleidende overwegingen naar rechtsoverweging 1 in de uitspraak van heden in de samenhangende procedure met zaak nr. 201907142/1/R2 (ECLI:NL:RVS:2021:69). Het oordeel van de 2. De rechtbank heeft de beroepen tegen het besluit van 30 mei 2018 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Zij ......
  • Uitspraak Nº 202105565/1/R1. Raad van State, 2022-07-27
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 27 juli 2022
    ...B.V. naar de uitspraken van de Afdeling van 30 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2318 (Logistiek Park Moerdijk) en 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:69 (Logtsebaan) leiden, gelet op de onder 6.2 genoemde jurisprudentie, ook niet tot een andere conclusie. De door Nesproject B.V. alsnog ingebr......
  • Uitspraak Nº AMS 21/4192. Rechtbank Amsterdam, 2022-05-19
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 19 mei 2022
    ...en van 20 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:523. 2 Dit volgt bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:69. ...
  • Uitspraak Nº 21/966. Rechtbank Oost-Brabant, 2022-02-01
    • Nederland
    • 1 februari 2022
    ...U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. 1 ECLI:NL:RVS:2021:69 ...
4 sentencias
  • Uitspraak Nº 201907144/1/R2. Raad van State, 2021-01-20
    • Nederland
    • 20 januari 2021
    ...inleidende overwegingen naar rechtsoverweging 1 in de uitspraak van heden in de samenhangende procedure met zaak nr. 201907142/1/R2 (ECLI:NL:RVS:2021:69). Het oordeel van de 2. De rechtbank heeft de beroepen tegen het besluit van 30 mei 2018 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Zij ......
  • Uitspraak Nº 202105565/1/R1. Raad van State, 2022-07-27
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 27 juli 2022
    ...B.V. naar de uitspraken van de Afdeling van 30 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2318 (Logistiek Park Moerdijk) en 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:69 (Logtsebaan) leiden, gelet op de onder 6.2 genoemde jurisprudentie, ook niet tot een andere conclusie. De door Nesproject B.V. alsnog ingebr......
  • Uitspraak Nº AMS 21/4192. Rechtbank Amsterdam, 2022-05-19
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 19 mei 2022
    ...en van 20 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:523. 2 Dit volgt bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:69. ...
  • Uitspraak Nº 21/966. Rechtbank Oost-Brabant, 2022-02-01
    • Nederland
    • 1 februari 2022
    ...U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. 1 ECLI:NL:RVS:2021:69 ...

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT