Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap

Abbreviated LabelUw-SE
CourtVeiligheid en Justitie
Subject MatterOndernemingspraktijk | Vennootschapsrecht

Geldend van 01-09-2017 t/m heden

Wet van 17 maart 2005 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Verordening (EG) 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294) moet worden uitgevoerd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1

Voor de toepassing van de artikelen 2 tot en met 22 van deze wet wordt onder «Verordening» verstaan de Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294).

Artikel 2

Een vennootschap in de zin van artikel 2, vijfde lid, van de Verordening kan deelnemen aan de oprichting van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland.

Artikel 3

Ten behoeve van de verplaatsing van de statutaire zetel naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, legt een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland een voorstel tot zetelverplaatsing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening neer ten kantore van het handelsregister. De Europese naamloze vennootschap kondigt in een landelijk verspreid dagblad aan dat het voorstel is neergelegd, met opgave van het handelsregister waar het voorstel ligt en van het adres waar krachtens artikel 8, vierde lid, van de Verordening van het voorstel kennis kan worden genomen.

Artikel 4
  • 1 Een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland die tot zetelverplaatsing naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap wil overgaan moet, op straffe van gegrondverklaring van een verzet als bedoeld in lid 2, voor iedere schuldeiser die dit verlangt zekerheid stellen of hem een andere waarborg geven voor de voldoening van zijn vordering die voor de zetelverplaatsing is ontstaan of kan ontstaan. Dit geldt niet, indien de schuldeiser voldoende waarborgen heeft of de vermogenstoestand van de vennootschap voldoende zekerheid biedt dat de vordering zal worden voldaan.

  • 2 Tot twee maanden nadat de vennootschap de nederlegging van het voorstel tot zetelverplaatsing heeft aangekondigd kan iedere schuldeiser door indiening van een verzoek bij de rechtbank tegen het voorstel tot zetelverplaatsing in verzet komen met vermelding van de waarborg die wordt verlangd.

  • 3 Voordat de rechter beslist, kan hij de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem te stellen termijn een door hem omschreven waarborg te geven.

  • 4 Indien tijdig verzet is gedaan, mag de verklaring in de zin van artikel 8, achtste lid, van de Verordening eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet uitvoerbaar is.

  • 5 Indien de zetelverplaatsing al heeft plaatsgevonden, kan de rechter op een ingesteld rechtsmiddel het stellen van een door hem omschreven waarborg bevelen en daaraan een dwangsom verbinden.

Artikel 5
  • 1 De zetelverplaatsing van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap heeft geen rechtsgevolg wanneer Onze Minister van Justitie zich daartegen verzet om redenen van algemeen belang door nederlegging van een daarop betrekking hebbende verklaring ten kantore van het handelsregister, binnen twee maanden na de aankondiging van de nederlegging van het voorstel. De verklaring in de zin van artikel 8, achtste lid, van de Verordening mag eerst worden afgegeven, zodra het verzet is ingetrokken of de opheffing van het verzet onherroepelijk is.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 8, veertiende lid, tweede alinea, van de Verordening is de tweede zin van het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6
  • 1 Als register voor de inschrijving van een Europese naamloze vennootschap met statutaire zetel in Nederland of van een Nederlandse nevenvestiging van een Europese naamloze vennootschap wordt aangewezen: het handelsregister bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007.

  • 2 Bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT