Verzamelwet VWS 2018

Wet van 3 oktober 2018 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport teneinde misslagen en omissies te herstellen (Verzamelwet VWS 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te wijzigen teneinde daarin misslagen en omissies weg te nemen en enkele wetten te actualiseren naar aanleiding van andere wijzigingen in regelgeving, waarbij bepaalde aanpassingen ten onrechte niet zijn meegenomen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Wetten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

ARTIKEL I

De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1 komt de definitie van reclame te luiden:reclame:

elke handeling in de economische sfeer met als doel de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten te bevorderen en elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft, met inbegrip van reclame waarmee, zonder het tabaksproduct of aanverwant product rechtstreeks te noemen, wordt getracht het reclameverbod te omzeilen door gebruik te maken van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een tabaksproduct of aanverwant product; BIn artikel 2, tweede lid, onderdeel a, wordt «verpakkingeneenheden» vervangen door: verpakkingseenheden. CArtikel 5, achtste lid, komt te luiden:8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het bijzonder voor minderjarigen bestemde goederen en diensten worden aangewezen, die niet bedrijfsmatig mogen worden verstrekt in speciaalzaken en in afgescheiden verkooppunten van tabaksproducten of aanverwante producten in levensmiddelenzaken en warenhuizen, indien daar reclame voor tabaksproducten of aanverwante producten wordt gemaakt. DIn artikel 5b, vierde lid, wordt «artikel 5, derde lid» vervangen door: artikel 5, zesde lid. EArtikel 9a wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de verschillende producten kunnen verschillende regels worden vastgesteld. 2. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: c. het aanwijzen van een natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het verifiëren dat de tabaksproducten of aanverwante producten voldoen aan de eisen bij of krachtens deze wet gesteld;. FNa artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12

a.

  1. In verband met door landen van bestemming gestelde eisen met betrekking tot tabaksproducten of aanverwante producten kan degene die tabaksproducten of aanverwante producten anders dan in doorvoer buiten Nederland wil brengen, Onze Minister verzoeken een verklaring af te geven omtrent de tabaksproducten en aanverwante producten. 2. Onze Minister stelt omtrent de uitvoering van de afgifte van verklaringen nadere regels met betrekking tot de inhoud van de verklaringen en de gronden waarop verklaringen kunnen worden geweigerd. Hierbij kunnen voor verschillende categorieën tabaksproducten en aanverwante producten verschillende regels worden gesteld. GAan artikel 19, eerste lid, wordt voor het leesteken punt ingevoegd: en met de behandeling van een aanvraag van een document dat Onze Minister bij of krachtens deze wet kan verstrekken.

ARTIKEL II

De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:aAAan artikel 7a wordt een lid toegevoegd, luidende:6. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instellingen is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald. bAAan artikel 13a wordt een lid toegevoegd, luidende:4. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instantie is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald. AArtikel 13d wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er worden vier leden toegevoegd, luidende: 2. Degene die een waar verhandelt die niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld bij of krachtens deze wet, maar die in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend verdrag dat Nederland bindt, dan wel die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend verdrag dat Nederland bindt, rechtmatig in de handel is gebracht, kan bij Onze Minister een toelatingsbeschikking aanvragen. 3. De toelatingsbeschikking wordt geweigerd indien er technisch of wetenschappelijk bewijs bestaat dat: a. de weigering gerechtvaardigd is op een van de in artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde gronden van openbaar belang of gezien andere dwingende redenen van openbaar belang; en b. de weigering geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken en niet verder gaat dan nodig om dit doel te verwezenlijken. 4. De toelating kan onder beperkingen worden verleend en aan de toelating kunnen voorwaarden worden verbonden, zodat voldaan wordt aan de eisen bedoeld in het derde lid. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het in het tweede tot en met vierde lid bepaalde met betrekking tot een bij de maatregel aangewezen categorie waren. Hierbij kan een ander bestuursorgaan dan Onze Minister worden aangewezen als het bestuursorgaan waarbij de toelatingsbeschikking voor een bij de maatregel aangewezen categorie waren, wordt aangevraagd. BNa artikel 21c van de Warenwet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21

d.

  1. In verband met door landen van bestemming gestelde eisen met betrekking tot waren kan degene die waren anders dan in doorvoer buiten Nederland wil brengen, Onze Minister verzoeken een verklaring af te geven omtrent de waren. 2. Een verklaring als bedoeld in het eerste lid, kan in afwijking van het eerste lid ook worden afgegeven door personen in dienst van een privaatrechtelijke rechtspersoon aangewezen krachtens artikel 25a, derde lid, voor zover het betrekking heeft op waren waarop deze personen toezicht houden. 3. Onze Minister stelt omtrent de uitvoering van de in het eerste en tweede lid bedoelde afgifte van verklaringen nadere regels met betrekking tot de inhoud van de verklaringen en de gronden waarop verklaringen kunnen worden geweigerd. Hierbij kunnen voor verschillende categorieën waren verschillende regels worden gesteld. CIn het eerste en tweede lid van artikel 32k wordt «Bij regeling van Onze Minister» telkens vervangen door «Onze Minister» en «tijdelijk worden verboden» door: tijdelijk verbieden.

ARTIKEL III
  1. Artikel III van de Wet van 11 november 1999 tot wijziging van de Warenwet in verband met de invoering van bestuursrechtelijke boeten wegens overtredingen van voorschriften bij of krachtens de Warenwet gesteld (Stb. 1999, 502) vervalt. 2. Artikel III van de Wet van 8 november 2001 tot wijziging van de Vleeskeuringswet en de Warenwet inzake de heffing van retributies (Stb. 2001, 601) vervalt. 3. Artikel III van de Wet van 2 oktober 2008 tot wijziging van de Warenwet in verband met de opneming van de mogelijkheid om een last onder bestuursdwang op te leggen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2008, 431) vervalt.

ARTIKEL IV
  1. Artikel II van de Wijzigingswet 1988 Warenwet vervalt. 2. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Glasartikelenbesluit (Warenwet) op artikel 8, eerste lid, onder b, van de Warenwet. 3. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Spaanplaatbesluit (Warenwet) op artikel 4, eerste, tweede en derde lid, van de Warenwet. 4. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Besluit draagbaar klimmaterieel (Warenwet) op de artikelen 4, eerste en tweede lid, 7, 8, eerste lid, onder a, en 14 van de Warenwet.

ARTIKEL V
Artikel 1

van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet «27, derde lid» vervangen door: 27, tweede lid. 2. In onderdeel 4° vervalt de zinsnede «de Wijzigingswet 1988 Warenwet, artikel II, tweede en vijfde lid» en wordt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet na «21b» toegevoegd: 24, vijfde lid.

ARTIKEL VI

De Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg wordt als volgt gewijzigd: AAan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: m. zorginformatiesysteem:

elektronisch systeem van een zorgaanbieder voor het verwerken van persoonsgegevens in een dossier, niet zijnde een elektronisch uitwisselingssysteem;. BNa artikel 15i wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 15

j.

  1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de functionele, technische en organisatorische maatregelen voor het beheer, de beveiliging en het gebruik van een zorginformatiesysteem of een elektronisch uitwisselingssysteem. 2. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT