Waarborgwet 1986

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterOndernemingspraktijk
CourtEconomische Zaken

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Wet van 24 december 1997, houdende regels omtrent de waarborg van platina, gouden en zilveren werken (Waarborgwet 1986)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Waarborgwet 1986 opnieuw te doen vaststellen ten einde te kunnen voldoen aan richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1993 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Van de gehalten
Artikel 1

De gehalten der platina, gouden en zilveren werken, welke door krachtens deze wet vastgestelde keurmerken worden gewaarborgd, zijn bepaald:

voor platina werken op 950 duizendsten, met dien verstande dat in platina alliages iridium als platina wordt beschouwd;

voor gouden werken op 916, 833, 750 en 585 duizendsten;

voor zilveren werken op 925, 835 en 800 duizendsten.

Artikel 2

De werken, tussen twee gehalten bevonden, worden op het laagst dier beide gehalten gekeurmerkt.

Artikel 3

Werken, die in voltooide staat worden aangeboden en waarvan naar het oordeel van een krachtens artikel 7 aangewezen waarborginstelling het gehalte niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld, worden gewaarborgd binnen een grens van twintig duizendsten.

Artikel 4
  • 1 Indien werken bestaan uit onderdelen van onderscheidene edele metalen als bedoeld in artikel 1, worden die onderdelen afzonderlijk gewaarborgd.

  • 2 Werken, die gedeeltelijk bestaan uit edele metalen als bedoeld in artikel 1 en gedeeltelijk uit andere metalen, dan wel zijn opgevuld met andere stoffen dan de in artikel 1 bedoelde edele metalen, worden slechts gewaarborgd, indien zij voldoen aan door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat te stellen eisen.

HOOFDSTUK II. DE VERPLICHTING TOT WAARBORGEN
Artikel 5
  • 1 Aan waarborg zijn onderworpen platina, gouden en zilveren werken, welke hier te lande worden vervaardigd, worden ingevoerd of uit het bezit van anderen dan ondernemers in de handel worden gebracht, voor zover de werken niet zijn voorzien van de vereiste stempelmerken.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. gouden en platina werken, waarvan de totale massa aan goud en platina minder dan 0,5 gram bedraagt;

    • b. zilveren werken, waarvan de totale massa aan zilver minder dan 1 gram bedraagt;

    • c. andere werken dan bedoeld onder a en b, voor zover deze bestemd zijn om te worden uitgevoerd, en mits deze werken afzonderlijk zijn opgeslagen in niet voor verkoop aan het publiek bestemde ruimten.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen de in het tweede lid, onder a en b, bedoelde grenzen worden verhoogd. Hierbij kunnen voor de onderscheidene edele metalen verschillende grenzen worden vastgesteld.

Artikel 5a
  • 1 De verplichting tot waarborging, bedoeld in artikel 5, eerste lid, geldt niet voor werken, die in een lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte door een onafhankelijke instelling zijn voorzien van een gehalteteken, mits dat teken op grond van een aldaar geldende wettelijke regeling wordt erkend en mits dat teken de aard van het edelmetaal en het gehalte aan edelmetaal aanduidt.

  • 2 Op de werken, bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 47 tot en met 47c van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5b

De verplichting tot waarborging, bedoeld in artikel 5, eerste lid, geldt evenmin voor werken die in een staat, die is aangesloten bij het in artikel 22 bedoelde verdrag, overeenkomstig dat verdrag zijn voorzien van stempelmerken.

Artikel 6
  • 1 Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat kan vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 5, eerste lid.

  • 2 Aan een vrijstelling kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.

Hoofdstuk IIA. Waarborginstellingen
Artikel 7
  • 1 Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat wijst een of meer rechtspersonen aan, die tot taak hebben, met inachtneming van het bij en krachtens deze wet bepaalde, aangeboden werken op hun gehalte aan platina, goud, palladium en zilver te keuren en van stempelmerken te voorzien.

  • 2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid vindt slechts plaats, indien de betrokken rechtspersoon aan de volgende eisen voldoet:

    • a. hij dient in staat te zijn de in het eerste lid bedoelde taken naar behoren te vervullen;

    • b. de voorwaarden dienen aanwezig te zijn voor een zodanige besluitvorming binnen de rechtspersoon, dat een onafhankelijke vervulling van de in het eerste lid bedoelde taken zoveel mogelijk is gewaarborgd.

  • 3 Onze Minister kan een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid intrekken, indien de betrokken rechtspersoon daarom verzoekt, dan wel indien deze rechtspersoon een of meer van de in het eerste lid bedoelde taken naar het oordeel van Onze Minister niet naar behoren vervult of niet meer voldoet aan de in het tweede lid gestelde eisen.

  • 4 Van een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid en van een intrekking van die aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

  • 5 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een waarborginstelling verstaan een krachtens het eerste lid aangewezen rechtspersoon.

Artikel 7a
  • 1 Het is een waarborginstelling verboden haar statuten te wijzigen, tenzij de wijziging door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is goedgekeurd.

  • 2 Onze Minister kan een goedkeuring als bedoeld in het eerste lid slechts weigeren, indien de statuten na de wijziging onvoldoende zouden zijn afgestemd op de in artikel 7, eerste en tweede lid, bedoelde taken en eisen.

Artikel 7b
  • 1 Een waarborginstelling vestigt één of meer kantoren voor de uitvoering van de in artikel 7, eerste lid, bedoelde taken.

  • 2 Indien meer dan één kantoor wordt gevestigd, kan de waarborginstelling de werkzaamheden van ieder kantoor beperken tot een door haar vast te stellen gebied of categorie van werken. Een besluit daartoe wordt door de waarborginstelling in de Staatscourant bekendgemaakt.

Artikel 7c
  • 1 Een waarborginstelling legt jaarlijks vóór 1 november de vanaf 1 februari daarop volgend te berekenen tarieven voor het onderzoek van werken met het oog op het verkrijgen van stempelmerken als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en voor het plaatsen van deze merken ter goedkeuring aan Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat voor. Zij worden na goedkeuring door de waarborginstelling in de Staatscourant bekendgemaakt.

  • 2 Onverminderd artikel 17 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen kan Onze Minister een goedkeuring als bedoeld in het eerste lid weigeren indien de tarieven hoger zijn dan, uitgaande van een redelijke toerekening van de aan het onderzoek en de stempeling van de desbetreffende werken verbonden kosten, noodzakelijk is.

  • 3 Het in het eerste lid, eerste volzin, bedoelde besluit omtrent goedkeuring wordt binnen 8 weken na de verzending ter goedkeuring bekendgemaakt.

  • 4 Indien de vanaf 1 februari te berekenen tarieven niet vóór 1 januari daaraan voorafgaand zijn goedgekeurd, kan Onze Minister deze tarieven zelf vaststellen.

  • 5 Van een besluit tot vaststelling van tarieven als bedoeld in het vierde lid wordt door Onze Minister mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

  • 6 Een waarborginstelling kan de tarieven, bedoeld in het eerste lid, gedurende het jaar waarvoor zij gelden, wijzigen. Een wijziging van de tarieven wordt ter goedkeuring aan Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Het eerste lid, tweede volzin, alsmede het tweede en derde lid zijn van toepassing.

Artikel 7d

Indien de begroting van een waarborginstelling niet vóór de aanvang van het kalenderjaar, waarvoor zij moet dienen, is goedgekeurd, kan Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat die instelling machtigen uitgaven te doen uit die posten waartegen hij geen bedenking heeft.

Artikel 7e

Indien Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat meer dan één rechtspersoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, aanwijst, kan hij regels stellen ten behoeve van een goede coördinatie van de uitvoering van de door die rechtspersonen te verrichten taken en werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 13, 18, 39, 47, 47a en 60.

Artikel 8

De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing, met uitzondering van artikel 22 van die wet.

HOOFDSTUK III. VAN DE STEMPELMERKEN EN DE GEHALTEPROEF
Artikel 9

De stempeling der platina, gouden en zilveren werken, zowel in het geval bij artikel 1 als in dat bij artikel 3 bedoeld, geschiedt met stempels, omtrent welker vorm en gebruik Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat regels stelt.

Artikel 10

De in artikel 9 bedoelde stempelmerken zijn:

  • 1°. het gehaltemerk;

  • 2°. het merk tot aanwijzing van het waarborgkantoor, waar de stempeling is geschied;

  • 3°. het jaarlettermerk;

  • 4°. het gewichtaanduidend merk voor werken, welke uit meer dan een, niet voor afzonderlijke stempeling vatbare stukken bestaan.

Artikel 11
  • 1 Werken, welke niet zonder gevaar van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT