Besluit van 16 april 2012 tot wijziging van het Waterbesluit en enkele andere besluiten (aanpassingen van ondergeschikt belang)

Besluit van 16 april 2012 tot wijziging van het Waterbesluit en enkele andere besluiten (aanpassingen van ondergeschikt belang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 30 september 2011, nr. IenM/BSK2011/125336, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 11, derde en vierde lid, van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327), de artikelen 4 en 6 van Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU L 372) en de artikelen 3.1, eerste lid, 4.3, eerste lid, 5.1, derde lid, 5.2, derde lid, 6.2 en 6.5, aanhef en onder b en c, 6.6 en 6.7 van de Waterwet; Gelet op de artikelen 37 van de Wet op de economische delicten en 6 van de Wet bodembescherming; Gelet op artikel 74, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 november 2011, nr. W14.11.0413/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 april 2012, nr. IenM/BSK-2012/40470, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Waterbesluit wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1.1, tweede lid, wordt na «In dit besluit» ingevoegd: en de daarop berustende bepalingen. B Aan het slot van artikel 4.6, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Met betrekking tot de in het nationale waterplan op te nemen doelstellingen en maatregelen kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden tot het verlenen van vrijstellingen, respectievelijk toestemmingen als bedoeld in artikel 11, derde lid, onderdeel e, laatste volzin, respectievelijk onderdeel j, van de kaderrichtlijn water, alsmede artikel 6, tweede lid, van de grondwaterrichtlijn en van de mogelijkheid tot het toepassen van uitzonderingen als bedoeld in het derde lid, onder a tot en met f, van dat artikel. C In artikel 4.11, tweede lid, wordt na «Artikel 4.6,» ingevoegd: eerste lid, laatste volzin,. D In artikel 4.16, tweede lid, wordt na «Artikel 4.6,» ingevoegd: eerste lid, laatste volzin,. E Artikel 5.1 komt te luiden:

Artikel 5.1

Van de in artikel 5.1, eerste lid, van de wet bedoelde verplichtingen wordt vrijstelling verleend met betrekking tot de volgende waterstaatswerken of delen daarvan: a. de oppervlaktewaterlichamen Noordzee, Waddenzee, Eems-Dollard, Westerschelde en IJsselmeer, met inbegrip van het Zwarte Meer en Ketelmeer; b. de krachtens artikel 6.16, eerste lid, in bijlage IV aangewezen gebieden binnen de begrenzing van rivieren, en c. de krachtens artikel 6.16, tweede lid, aangewezen gebieden. F Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a vervalt: Buiten-IJ,. 2. In onderdeel e wordt na «IJmeer,» ingevoegd: Buiten-IJ,. G Het opschrift van hoofdstuk 6, paragraaf 5, komt te luiden:

§ 5. Onttrekkingen en infiltraties H In paragraaf 5 wordt vóór artikel 6.11 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.10

a.

  1. Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 6.5, aanhef en onder b, van de wet, grondwater te onttrekken of water te infiltreren onder oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk, voor zover dat beheer inhoudt het uitvoeren en handhaven van bij of krachtens de wet gestelde regels ten aanzien van peilbesluiten of het brengen van water in of het onttrekken van water uit oppervlaktewaterlichamen (waterkwantiteitsbeheer). 2. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het eerste lid niet van toepassing is voor daarbij aan te wijzen categorieën van gevallen waarin het onttrekken of infiltreren een daarbij vastgestelde hoeveelheidsgrens niet overschrijdt. I Artikel 6.11 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na «artikel 6.4 van de wet» ingevoegd: , artikel 6.10a. 2. In het tweede lid wordt «5%» gewijzigd in: ten minste 95%. J Artikel 6.12 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het eerste lid wordt «zonder vergunning» gewijzigd in: zonder daartoe strekkende vergunning. 2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. Onderdeel c komt te luiden: c. het uitvoeren van onderhoud dan wel de aanleg of wijziging of overig gebruik, anders dan in overeenstemming met de functie, van waterstaatswerken, voor zover deze activiteiten door of vanwege de beheerder worden verricht;. b. Aan het slot van onderdeel e vervalt «en». c. Aan het slot van onderdeel f wordt de punt vervangen door: ; en. d. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: g. ontgrondingen. K In artikel 6.13, eerste lid, aanhef, wordt «zonder vergunning» vervangen door: zonder daartoe strekkende vergunning. L Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, wordt «zonder vergunning» vervangen door «zonder daartoe strekkende vergunning». 2. In het tweede lid wordt «onderdeel c» vervangen door: onderdelen c en f. M In artikel 6.15, eerste lid, wordt na «daarover of daaronder» ingevoegd: werkzaamheden te verrichten,. N In artikel 6.17 wordt «zonder vergunning» vervangen door: zonder daartoe strekkende vergunning. O Bijlage II. Oppervlaktewaterlichamen in Rijksbeheer (bijlage bij de artikelen 1.1 en 3.1 van het Waterbesluit) wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel 1, subonderdeel b, wordt na «IJsselmeer (met inbegrip van Ketelmeer en Zwarte Meer,» ingevoegd: Buiten-IJ,. 2. In onderdeel 1, subonderdeel c, vervalt: Buiten IJ,. 3. In onderdeel 2, subonderdelen 2.6 en 2.11, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma een zinsnede toegevoegd, luidende: – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk. 4. In onderdeel 2, subonderdeel 2.7, vervalt de zinsnede: – het Merwedekanaal;. 5. In onderdeel 2, subonderdeel 2.9, vervallen de volgende zinsneden: – de oostelijke en westelijke rijkswaterleiding in Oost-Zeeuws-Vlaanderen; – kanaal Sluis-Brugge;. P Bijlage III. Waterkeringen in beheer bij het Rijk (Bijlage bij artikel 3.2 van het Waterbesluit), onderdeel 1. Primaire waterkeringen, wordt als volgt gewijzigd: 1. «Prinses Beatrixsluizen (Nieuwegein)» wordt vervangen door: Prinses Beatrixsluizen; inclusief voorhavendijken (Nieuwegein). 2. «Koninginnensluizen (Nieuwegein)» wordt vervangen door: Koninginnensluizen; inclusief voorhavendijken (Nieuwegein). 3. «Prinses Irenesluizen (Wijk bij Duurstede)» wordt vervangen door: Prinses Irenesluizen; inclusief voorhavendijken (Wijk bij Duurstede). 4. «Prinses Marijkesluizen (Rijswijk)» wordt vervangen door: Prinses Marijkesluizen; inclusief keersluis Ravenswaaij (Rijswijk). 5. De zinsnede «waterkering veerhaven Kruiningen» vervalt. 6. De zinsnede «waterkering veerhaven Breskens» vervalt.

ARTIKEL II

In de bijlage behorend bij het Transactiebesluit milieudelicten (Bijlage als bedoeld in artikel 2 van het Transactiebesluit milieudelicten) wordt in het onderdeel met het nummer M260 «6.4, eerste lid, of 6.5, eerste lid, onderdeel b, Wtw» vervangen door: 6.4, eerste lid, 6.5, eerste lid, onderdeel b, Wtw of verordening van een waterschap.

ARTIKEL III
Artikel 3

van het Lozingenbesluit bodembescherming wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «tweede tot en met vijfde lid» vervangen door: tweede tot en met zesde lid. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 6. Het bestuur van het waterschap in wiens beheergebied een lozing in de bodem plaatsvindt, is het bevoegd gezag, indien het een lozing in de bodem betreft van grondwater dat ter plaatse is onttrokken krachtens een door dat bestuur verleende vergunning als bedoeld in artikel 6.5 van de Waterwet.

ARTIKEL IV

In artikel 11, derde lid, van het Besluit lozing afvalwater huishoudens vervalt: is aangewezen.

ARTIKEL V

In artikel 5 van het Besluit personenvervoer 2000 vervalt: , 47, tweede lid,.

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT