Wet dualisering gemeentebestuur

Abbreviated LabelGeen
CourtBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Subject MatterStaats- en bestuursrecht | Staatsrecht

Geldend van 01-10-2012 t/m heden

Wet van 28 februari 2002 tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentebestuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur te dualiseren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Red: Wijzigt de Gemeentewet.]

Artikel II

[Red: Wijzigt de Ambtenarenwet.]

Artikel III

[Red: Wijzigt de Kieswet.]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet gemeenschappelijke regelingen.]

Artikel IVa

[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]

Artikel V
  • 1 De in artikel I, onderdeel MMMM, bedoelde verordeningen worden vastgesteld vóór de vaststelling van de begroting over het jaar 2004, doch uiterlijk op 15 november 2003. De in dit onderdeel bedoelde accountantsverklaring en het in dit onderdeel bedoelde verslag van bevindingen voldoen met ingang van het jaar 2004 aan de in dit onderdeel gestelde eisen.

  • 2 De in artikel I, onderdelen I en NNNN, bedoelde verordeningen, de in artikel I, onderdelen D, N en DD, bedoelde gedragscodes en de in artikel I, onderdelen QQQ en SSS bedoelde regels worden vastgesteld binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze onderdelen.

  • 3 De raad kan besluiten de in het tweede lid genoemde termijn voor de vaststelling van de in artikel I, onderdeel NNNN, bedoelde verordening en de in artikel I, onderdelen D, N en DD, bedoelde gedragscodes met ten hoogste een jaar te verlengen.

Artikel VI
  • 1 De ambtenaar die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel WWW, werkzaam is op basis van een aanstelling door de raad, wordt met ingang van bedoelde datum van inwerkingtreding geacht te zijn aangesteld door het college.

  • 2 De door de raad op grond van de artikelen 125, 125c en 134 van de Ambtenarenwet vastgestelde voorschriften die op de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel WWW, gelden, worden met ingang van bedoelde datum van inwerkingtreding geacht te zijn vastgesteld door het college.

  • 3 Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op de secretaris.

Artikel VIa

De in artikel I, onderdeel II, bedoelde rekenkamer of rekenkamerfunctie wordt ingesteld voor 1 januari 2006.

Artikel VIb
  • 1 De in artikel I, onderdeel ZZ, bedoelde griffier wordt benoemd voor 7 maart 2003.

  • 2 Met ingang van de datum waarop de in artikel I, onderdeel ZZ, bedoelde griffier wordt benoemd, wordt de secretaris geacht te zijn aangesteld door het college en worden de door de raad op grond de artikelen 125, 125c en 134 van de Ambtenarenwet vastgestelde voorschriften ten aanzien van de secretaris geacht te zijn vastgesteld door het college.

  • 3 Tot de datum waarop de griffier wordt benoemd, staat de secretaris de raad en de door hem ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde en blijft de door de raad vastgestelde instructie op de secretaris van toepassing.

Artikel VII
  • 1 Commissies die zijn ingesteld op grond van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT