Wet Raad voor de rechtspraak

Abbreviated LabelRvdr
Subject MatterBWBR0013100
CourtVeiligheid en Justitie

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten in verband met de instelling van de Raad voor de rechtspraak (Wet Raad voor de rechtspraak)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enkele andere wetten te wijzigen in verband met de instelling van de Raad voor de rechtspraak;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Red: Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.]

Artikel II

[Red: Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]

Artikel III

[Red: Wijzigt de Beroepswet.]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]

Artikel V

[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]

Artikel VI
  • 1 Degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet zijn aangewezen als kwartiermaker voor de Raad voor de rechtspraak worden van rechtswege benoemd als lid van de Raad voor de rechtspraak. Degene in wiens besluit tot aanwijzing als kwartiermaker is bepaald dat hij beoogd voorzitter van de Raad voor de rechtspraak is, wordt tevens van rechtswege benoemd als voorzitter van de Raad voor de rechtspraak.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing ten aanzien van de kwartiermakers die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet een functie vervullen die in artikel 84, uitgezonderd het zevende lid, onderdeel g, van de Wet op de rechterlijke organisatie wordt aangemerkt als onverenigbaar met het lidmaatschap van de Raad voor de rechtspraak. Het eerste en tweede lid zijn tevens niet van toepassing ten aanzien van de kwartiermakers waarvoor in het besluit tot aanwijzing als kwartiermaker is bepaald dat zij beoogd niet-rechterlijk lid van de Raad voor de rechtspraak zijn en die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, met rechtspraak belast lid van de Centrale Raad van Beroep of met rechtspraak belast lid van het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn.

Artikel VII

[Red: Wijzigt de Wet organisatie en bestuur gerechten.]

Artikel VIII

Bij het voor de eerste maal vaststellen van de in artikel 97 van de Wet op de rechterlijke organisatie bedoelde algemene maatregel van bestuur stelt Onze Minister, alvorens een voordracht daarvoor te doen, degenen die op de dag voorafgaand aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT