Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen

Abbreviated LabelGeen
Subject MatterMededingingsrecht
CourtFinanciën

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Wet van 16 juni 2005, houdende regels met betrekking tot het in gebruik geven van grond ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen aan wegen in beheer bij het Rijk (Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is overeenkomsten voor het gebruik van grond ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen aan wegen in beheer bij de Staat door middel van een veiling toe te wijzen, teneinde aldus de prijsconcurrentie op de markt van motorbrandstoffen langs wegen in beheer bij het Rijk te vergroten, de toetredingsmogelijkheden tot die markt te verruimen, en de Staat een vergoeding te bieden voor zijn bijdrage aan het tot stand brengen van die markt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Definities
Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • doorzet: aantal verkochte liters motorbrandstoffen;

  • exploitant: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming drijft wier werkzaamheden bestaan of mede bestaan uit de verkoop van motorbrandstoffen;

  • gebruiksvergoeding: bedrag dat een huurder ieder jaar aan de Staat moet voldoen voor het gebruik van een locatie;

  • houder van de gegevens: natuurlijke persoon of rechtspersoon die beschikt over gegevens ten behoeve van het biedboek;

  • huurder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die een locatie huurt of in erfpacht heeft van de Staat;

  • huurovereenkomst: overeenkomst tussen de Staat en een wederpartij, de huurder, die de huurder het recht geeft een locatie te gebruiken voor de vestiging van een verkooppunt van motorbrandstoffen;

  • kaartliters: aantal liters motorbrandstoffen dat via een merkgebonden kaart is verkocht;

  • locatie: gedeelte van een verzorgingsplaats, bestemd voor de vestiging van een verkooppunt van motorbrandstoffen;

  • merkgebonden kaart: kaart waarmee motorbrandstof kan worden getankt van één specifiek merk;

  • Onze Minister: Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst;

  • verzorgingsplaats: perceel grond dat

    • a. is ingericht met een of meer voorzieningen ten behoeve van de gebruikers van een weg, en

    • b. over het net van wegen die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet, met een motorvoertuig slechts is te bereiken via de afrit van de weg naar het perceel.

Artikel 2

Deze wet is slechts van toepassing op locaties die zijn gelegen op een verzorgingsplaats

  • 1°. aan een weg in beheer bij het Rijk, en

  • 2°. in eigendom van de Staat.

Paragraaf 2. De huurovereenkomst
Artikel 3
  • 1 De Staat geeft een locatie in gebruik door middel van een huurovereenkomst. Onverminderd het bepaalde in artikel 217, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek heeft aanbod en aanvaarding van de huurovereenkomst slechts plaats op de door deze wet bepaalde wijze.

  • 2 De volgende leden zijn uitsluitend van toepassing op huurovereenkomsten die overeenkomstig artikel 5 tot stand zijn gekomen.

  • 3 De huurder is bevoegd op de locatie gebouwen, werken en beplantingen aan te brengen, te wijzigen en te verwijderen. Hij draagt er zorg voor dat gebouwen, werken en beplantingen, voorzover aanwezig, in goede staat zijn.

  • 4 De huurovereenkomst heeft een duur van ten hoogste vijftien jaren. Zij kan uitdrukkelijk noch stilzwijgend worden verlengd voorzover door de verlenging de overeenkomst een duur krijgt van meer dan vijftien jaren. Indien evenwel na een veiling de huurovereenkomst met degene die op de veiling het hoogste bod heeft uitgebracht niet tot stand komt ingevolge artikel 5, vijfde lid, kan de huurovereenkomst die ten tijde van de veiling van kracht was voor een korte duur worden verlengd, ongeacht de duur die die overeenkomst door die verlenging krijgt.

  • 5 De artikelen 206, derde lid, 215, zesde lid, 226, vierde lid, en 230a en afdeling 6 van titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn op de huurovereenkomst niet van toepassing.

  • 6 De huurder is bevoegd om met betrekking tot de locatie, die voorwerp is van de door hem gesloten huurovereenkomst, een overeenkomst te sluiten met een exploitant. Een zodanige overeenkomst eindigt in ieder geval op het moment waarop de huurovereenkomst eindigt. In afwijking van artikel 300, tweede en derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is daartoe geen opzegging vereist. Indien de overeenkomst met de exploitant een huurovereenkomst is in de zin van artikel 201 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is artikel 230a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op die huurovereenkomst niet van toepassing. Indien het aan de exploitant verhuurde voldoet aan de omschrijving van bedrijfsruimte in artikel 290, tweede en derde lid van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is, onverminderd de tweede en derde volzin van dit lid, afdeling 6 van titel 4 van dat boek op de huurovereenkomst met die exploitant van toepassing.

  • 7 In afwijking van de eerste volzin van het eerste lid kan de Staat op verzoek van degene, met wie overeenkomstig artikel 5 een huurovereenkomst is gesloten, de locatie aan hem in gebruik geven door vestiging van een recht van erfpacht. Het recht van erfpacht vervangt de huurovereenkomst. Het verzoek wordt uiterlijk gedaan op de derde werkdag na de veiling, bedoeld in artikel 5. Alle kosten en lasten van de erfpacht zijn ten laste van de verzoeker. Op de erfpacht onderscheidenlijk de erfpachter zijn de bepalingen van deze wet inzake de huurovereenkomst onderscheidenlijk de huurder van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 3, vijfde lid. Artikel 98 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is op de erfpacht evenmin van toepassing.

Artikel 4

Na afloop van de huurovereenkomst die overeenkomstig artikel 5 tot stand is gekomen vergoedt de Staat aan de huurder de waarde van de gebouwen, werken en beplantingen, die de huurder op de locatie heeft achtergelaten. Deze waarde is gelijk aan de gecorrigeerde vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken, berekend krachtens artikel 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Paragraaf 3. De veiling
Artikel 5
  • 1 De Staat sluit een huurovereenkomst met betrekking tot een locatie met degene, die op een door de Staat uitgeschreven, openbare veiling het hoogste bod heeft uitgebracht.

  • 2 De opbrengst van de veiling komt ten goede aan de Staat.

  • 3 Bij ministeriële regeling van Onze Minister worden terzake van de veiling en de toelating tot de veiling nadere regels gesteld. Onze Minister kan daarbij bepalen, dat toegang tot de veiling slechts tegen betaling wordt verleend.

  • 4 Voorafgaande aan een veiling wordt aan belangstellenden tegen betaling een biedboek ter beschikking gesteld, waarin de betrokken locatie en de daarbij behorende huurovereenkomst worden beschreven.

  • 5 Indien de Staat niet binnen twee weken na de dag van de veiling het geboden bedrag heeft ontvangen, komt de huurovereenkomst niet tot stand, onverminderd de verplichting van degene die het hoogste bod deed tot vergoeding van de schade die de Staat door diens handelen lijdt. In het geval er geen huurovereenkomst tot stand komt, wordt zo spoedig mogelijk een nieuwe veiling uitgeschreven.

  • 6 Indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de Staat, in afwijking van het eerste lid, een huurovereenkomst met betrekking tot een locatie sluiten zonder een veiling uit te schrijven.

  • 7 Van bijzondere omstandigheden als bedoeld in het zesde lid is uitsluitend sprake, indien:

    • a. het wegens reconstructie van een locatie of wegens werkzaamheden aan de weg waaraan een locatie is gelegen naar het oordeel van de Staat noodzakelijk is die locatie te vervangen door een nieuwe locatie;

    • b. de locatie voor een periode korter dan 15 jaar in gebruik wordt gegeven, waarbij het naar het oordeel van de Staat niet doelmatig is voor deze kortere periode een veiling uit te schrijven;

    • c. het beheer van een weg aan het Rijk wordt overgedragen, waarbij naar het oordeel van de Staat met de gebruiker van een locatie aan die weg een nieuwe overeenkomst gesloten moet worden;

    • d. in andere bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen.

Artikel 5a
  • 1 De huurder verstrekt ten behoeve van het biedboek, bedoeld in artikel 5, vierde lid, de volgende gegevens aan Onze Minister ten aanzien van de locatie waarop de veiling betrekking heeft:

    • a. de doorzet, uitgesplitst naar verkochte soorten motorbrandstoffen;

    • b. de kaartliters, uitgesplitst naar verkochte soorten motorbrandstoffen.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, hebben betrekking op de laatste drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin de veiling plaatsvindt.

  • 3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in verband met de verbetering van de effectiviteit van de veiling nadere voorschriften worden gegeven omtrent de te verstrekken gegevens voor het biedboek.

  • 4 In het biedboek worden de gemiddelden opgenomen van de gegevens, bedoeld in het eerste en derde lid, over de verstrekte jaren.

Artikel 5b
  • 1 De huurder verstrekt de gegevens, bedoeld in artikel 5a, eerste en derde lid, uiterlijk 1 april van het jaar waarin de veiling plaatsvindt.

  • 2 De gegevens gaan vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan, opgesteld door een registeraccountant of een Accountant-Administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De kosten voor deze verklaring komen voor rekening van de houder van de gegevens.

  • 3 Indien de huurder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT