Wet van 25 februari 2021 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden

Wet van 25 februari 2021 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de grondslagen van bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden eenvoudiger en transparanter te maken, daarbij rekening houdend met belangrijke kostenbepalende factoren; dat in verband daarmee onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten moeten worden gewijzigd; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, wordt «artikel 176b» vervangen door «artikel 171». BIn artikel 8, achtste lid, wordt «artikel 165» vervangen door «artikel 158».CIn artikel 17c, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 171, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 165, eerste lid, onderdeel a». DArtikel 17d wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid, wordt «artikel 154» vervangen door «artikel 140». 2. In het twaalfde lid, wordt «Artikel 159, tweede lid» vervangen door «Artikel 148, tweede lid». EArtikel 18a wordt als volgt gewijzigd:1. In het zesde lid, onderdeel c, vervalt «in het samenwerkingsverband». 2. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel c vervalt «in het samenwerkingsverband». b. In onderdeel f wordt na de komma toegevoegd: «en». c. Onderdeel g komt te luiden: g. de wijze waarop: 1°. wordt vastgesteld of sprake is van een meer dan gemiddelde toename van het aantal ingeschreven leerlingen met een door het samenwerkingsverband afgegeven toelaatbaarheidsverklaring in de zin van artikel 40, achtste en tiende lid, van de Wet op de expertisecentra, bij de bij het samenwerkingsverband aangesloten speciale scholen voor basisonderwijs respectievelijk scholen voor speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in de periode na 1 februari, waarbij de leerlingen die zijn geplaatst in een inrichting, accommodatie of residentiële inrichting, genoemd in artikel 40, zestiende lid, van de Wet op de expertisecentra buiten beschouwing blijven, en 2°. deze scholen tegemoet worden gekomen in de meer dan gemiddelde toename. d. De onderdelen h, i en j vervallen. 3. In het elfde, twaalfde en dertiende lid, onderdeel a, vervalt «in het samenwerkingsverband». 4. In het veertiende lid wordt na «Wet op de expertisecentra» toegevoegd: «en elke toelaatbaarheidsverklaring voor leerlingen op een speciale school voor basisonderwijs». FIn artikel 32, tiende lid, wordt «artikel 176b» vervangen door «artikel 171».GIn artikel 38a, eerste lid, wordt «artikel 176b» vervangen door «artikel 171», wordt «artikel 176g, eerste lid, onder a» vervangen door «artikel 176, eerste lid, onder a» en wordt «artikel 176c, tweede lid, onder c» vervangen door «artikel 172, tweede lid, onder c». HArtikel 40 wordt als volgt gewijzigd:1. Het achtste lid komt te luiden: 8. Een leerling wordt slechts toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs nadat de leerling toelaatbaar is verklaard tot het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs. De beslissing over de toelaatbaarheid is geen besluit als bedoeld in artikel 8:4, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht. Deze beslissing wordt genomen: a. indien de leerling onmiddellijk voorafgaand aan de toelating was ingeschreven op een basisschool: door het samenwerkingsverband waartoe die school behoort; b. indien de leerling onmiddellijk voorafgaand aan de toelating niet was ingeschreven op een basisschool: 1°. door het samenwerkingsverband in het gebied waar de leerling woont; 2°. door het samenwerkingsverband waartoe de speciale school voor basisonderwijs, waarvoor toelating wordt verzocht behoort, indien de leerling buiten Nederland woont; c. indien de leerling onmiddellijk voorafgaand aan de toelating niet was ingeschreven op een basisschool en de leerling was aangemeld bij een speciale school voor basisonderwijs, die behoort tot een landelijk samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 18a, vijftiende lid: door het landelijk samenwerkingsverband waartoe de speciale school voor basisonderwijs, waar de leerling was aangemeld, behoort. 2. In het negende lid vervalt «van het samenwerkingsverband waaraan de basisschool deelneemt». 3. Na het twaalfde lid worden de volgende leden toegevoegd: 13. De toelaatbaarheidsverklaring, bedoeld in het achtste lid, heeft betrekking op een periode van één of meer schooljaren. Indien de toelaatbaarheidsverklaring in de loop van een schooljaar wordt gegeven, wordt de periode tot de eerste dag van het eerstvolgende schooljaar toegevoegd aan de in de eerste volzin bedoelde periode. 14. In het laatste schooljaar waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, draagt het bevoegd gezag van een speciale school voor basisonderwijs er zorg voor dat terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar een basisschool plaatsvindt, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat voortgezet verblijf van de leerling in een speciale school voor basisonderwijs noodzakelijk is en het samenwerkingsverband, bedoeld in het achtste lid, een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring heeft verstrekt. IIn artikel 64, tweede lid, wordt «artikel 159» vervangen door «artikel 148».JArtikel 69 komt te luiden:

Artikel 69 Algemene bepalingen bekostiging scholen en samenwerkingsverbanden
  1. Het Rijk bekostigt openbare en bijzondere scholen en samenwerkingsverbanden met inachtneming van deze titel, met uitzondering van afdeling 3. 2. Geen bekostiging van scholen vindt plaats indien leerlingen van verschillende scholen al dan niet van hetzelfde bevoegd gezag gezamenlijk onderwijs ontvangen. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld ter uitvoering van het eerste lid. De algemene maatregel van bestuur bevat in ieder geval de termijnen waarbinnen besluiten moeten worden genomen. 4. Een krachtens het derde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens de Kamer de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken. 5. Artikel 4:32 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de bekostiging van scholen en samenwerkingsverbanden. 6. Een school of nevenvestiging die geen leerlingen heeft, komt niet voor bekostiging in aanmerking. 7. Het Rijk verstrekt jaarlijks aan de provincie Fryslân bekostiging voor het onderwijs in de Friese taal, bedoeld in artikel 9, vierde lid. De provincie Fryslân draagt zorg voor verdeling van de bekostiging over de betrokken scholen naar rato van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van dat onderwijs. KOnder vernummering van artikel 70 tot artikel 71, wordt artikel 69a vernummerd tot artikel 70 en wordt in artikel 70 (nieuw), onderdeel b «artikel 153, eerste lid» vervangen door «artikel 139, eerste lid». LArtikel 71 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 71 Aanvullende middelen
  1. Onze Minister kan aanvullende middelen ter beschikking stellen die niet strekken tot bekostiging van het onderwijs, bedoeld in deze wet, of de schoolbegeleiding ten behoeve daarvan, maar direct of indirect nodig zijn voor de uitvoering van het onderwijs of de bevordering van deelname aan het onderwijs. 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid. 3. De artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies zijn op dit artikel van toepassing. MArtikel 74, derde lid, onder h, wordt «artikel 167 en artikel 167a» vervangen door «artikel 160 en artikel 161». NArtikel 75 wordt als volgt gewijzigd:1. In het vierde lid wordt «artikel 164b, eerste lid» vervangen door «artikel 157, eerste lid». 2. In het vijfde lid wordt «artikel 163, eerste lid» vervangen door artikel 151, eerste lid». OArtikel 76 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid, wordt «artikel 154» vervangen door «artikel 140». 2. In het derde lid wordt «artikel 153» vervangen door artikel 139». PIn artikel 84a, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikelen 154 tot en met 156» vervangen door «artikelen 140 tot en met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT