Wijzigingswet kinderopvang 2013

Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wijzigingswet kinderopvang 2013)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om wijzigingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen aan te brengen ter verbetering van het waarborgen van de veiligheid van kinderen, vergroting van transparantie, verbetering van toezicht en kwaliteit van gastouderopvang en aanpassing van het register buitenlandse kinderopvang alsmede enkele andere wijzigingen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:1. De begripsomschrijving van «beroepskracht» komt te luiden: 1°. de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een kindercentrum, bezoldigd is en belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen; 2°. de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een gastouderbureau, bezoldigd is en belast is met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang;. 2. De begripsomschrijving van «beroepskracht in opleiding» komt te luiden:

degene die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, bedoeld in de Wet educatie beroepsonderwijs, beschikt over een arbeidsovereenkomst met de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau, en ten behoeve van het praktijkdeel van de opleiding belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen bij een kindercentrum of met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang bij een gastouderbureau;. 3. De begripsomschrijving «gastouder» komt te luiden:

degene van 18 jaar of ouder die gastouderopvang biedt, met uitzondering van degene:a. van wie een of meer kinderen onderworpen zijn aan ondertoezichtstelling of voorlopige ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 254, onderscheidenlijk 255 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die met betrekking tot een of meer van zijn kinderen is ontheven uit het ouderlijk gezag als bedoeld in artikel 266 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of die met betrekking tot een of meer van zijn kinderen is ontzet van het gezag als bedoeld in artikel 269 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, b. die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als de ouder of diens partner van het kind aan wie opvang wordt geboden, of c. die ten behoeve van de opvang van kinderen in enigerlei vorm personeel in dienst heeft;. 4. In de begripsomschrijving van «register kinderopvang» wordt «artikel 1.47a» vervangen door: artikel 1.47b, eerste lid. 5. In de begripsomschrijving van «voorschoolse educatie» vervalt: van burgemeester en wethouders. 6. De begripsomschrijving van «vrijwilliger» komt te luiden: de persoon van 18 jaar of ouder die structureel al dan niet tegen een vrijwilligersvergoeding op regelmatige, niet incidentele basis werkzaam is in de kinderopvang en is belast met de verzorging, de opvoeding of het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en geen ouder is als bedoeld in artikel 1.57, eerste lid;. 7. De volgende begripsomschrijvingen worden aan de alfabetische rangschikking toegevoegd: college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang is gevestigd of zal worden gevestigd; geregistreerd gastouderbureau:

een in het register kinderopvang ingeschreven gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid; geregistreerd kindercentrum:

een in het register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid; geregistreerde voorziening voor gastouderopvang:

een in het register kinderopvang ingeschreven voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid; register buitenlandse kinderopvang:

het register, bedoeld in artikel 1.48b, eerste lid;stagiair:

degene die een opleiding volgt, waarvan het praktijkdeel een beperkt deel van de totale studieduur is, belast is met werkzaamheden bij de houder ten behoeve van het praktijkdeel van de opleiding en geen beroepskracht in opleiding is; uitzendkracht:

degene van 18 jaar of ouder die werkzaam is voor een uitzendbureau en is uitgezonden voor werkzaamheden bij een kindercentrum of een gastouderbureau; verklaring omtrent het gedrag:

een verklaring omtrent het gedrag natuurlijke personen of een verklaring omtrent het gedrag rechtspersonen; verklaring omtrent het gedrag natuurlijke personen:

een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, ten behoeve van een natuurlijk persoon; verklaring omtrent het gedrag rechtspersonen:

een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, ten behoeve van een rechtspersoon;. 8. De volgende begripsomschrijvingen vervallen: «overheidswerknemer», «werkgever» en «werknemer». 9. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Waar in het bepaalde bij of krachtens dit hoofdstuk en hoofdstuk 3 wordt gesproken over verklaring omtrent het gedrag wordt een verklaring omtrent het gedrag natuurlijke personen bedoeld, indien de betrokkene een natuurlijk persoon is en een verklaring omtrent het gedrag rechtspersonen, indien de betrokkene een rechtspersoon is. AaArtikel 1.3, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:b. in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, een ouder over de berekeningsjaren 2014 en volgende geen aanspraak heeft op kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 1.5 over de periode tot de eerste dag van de kalendermaand die drie kalendermaanden gelegen is voor de datum waarop de aanvraag om kinderopvangtoeslag is ingediend bij de Belastingdienst/Toeslagen. BIn artikel 1.4, eerste lid, wordt «artikel 1.47a, derde lid» vervangen door: artikel 1.47b, derde lid. CArtikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt «die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau». 2. Het derde lid vervalt. DIn artikel 1.6a wordt «in een geregistreerde voorziening als bedoeld in artikel 1.5, eerste lid, onderdeel b» vervangen door: in een geregistreerde voorziening voor gastouderopvang. EOnder plaatsing van een 1. voor de tekst wordt een lid aan artikel 1.9 toegevoegd, luidende: 2. De overeenkomstig het eerste lid aangepaste bedragen treden in de plaats van de bedragen: a. bedoeld in de artikelen 1.7, tweede lid, en 1.8, tweede lid, en b. die voortvloeien uit de mate waarin het toetsingsinkomen een rol speelt bij de hoogte van de kinderopvangtoeslag. FIn de artikelen 1.12, eerste tot en met vijfde lid, en 1.13 vervalt telkens «van burgemeester en wethouders». GArtikel 1.45 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid vervalt «van burgemeester en wethouders van de gemeente van vestiging». 2. In het tweede lid vervalt in de tweede zin «van burgemeester en wethouders van de gemeente van vestiging van de voorziening voor gastouderopvang». 3. In het derde lid wordt «artikel 1.62» vervangen door: artikel 1.62, eerste lid,. 4. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd: a. «Bij algemene maatregel van bestuur» wordt vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur. b. «het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaal nummer» wordt vervangen door: het burgerservicenummer. 5. In het vijfde lid vervalt «of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaal nummer,». HArtikel 1.46 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Uiterlijk tien weken na de ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 1.45, eerste of tweede lid, besluit het college op de aanvraag. Indien uit het onderzoek, bedoeld in artikel 1.62, eerste lid, is gebleken dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de paragrafen 2 en 3 van deze afdeling en anderszins niet is gebleken van feiten en omstandigheden die op het tegendeel duiden, wordt positief op de aanvraag beslist. 2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. De eerste zin wordt vervangen door: In de beschikking waarin positief op de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt beslist, bepaalt het college de datum van ingang van de exploitatie. Deze datum ligt niet voor de datum van de bekendmaking van de beschikking. b. In de tweede zin vervalt «van burgemeester en wethouders». 3. In het derde lid vervalt «van burgemeester en wethouders». 4. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid. 5. In het vierde en vijfde lid (nieuw) vervalt «van burgemeester en wethouders». IArtikel 1.47 komt te luiden:

Artikel 1.47
  1. De houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau doet van een wijziging in de gegevens die daartoe bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden aangewezen onverwijld mededeling aan het college, nadat deze wijziging hem bekend is geworden. Hierbij verzoekt de houder de gegevens te wijzigen. 2. Het college kan naar aanleiding van het verzoek, bedoeld in het eerste lid, besluiten tot wijziging van de gegevens en verwerkt dit zo nodig in het register kinderopvang. 3. De houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau kan het college verzoeken de inschrijving van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang uit het register kinderopvang te verwijderen. 4. Het college...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT