Besluit van 12 april 1995, houdende aanwijzing van registraties als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel d van de Abw, IOAW en IOAZ (Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1995

202

Besluit van 12 april 1995, houdende aanwijzing van registraties als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel d van de Abw, IOAW en IOAZ (Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 23 december 1994, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/BV/UKB/UAB/94/50362;

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Algemene bijstandswet, artikel 3, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 3, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

De Raad van State gehoord (advies van 20 maart 1995, no. W12.94.0787);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 7 april 1995, Directie Bijstandszaken, nr. BZ/UK/1331;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. Abw: de Algemene bijstandswet; b. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; c. IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel 2
  1. Als registraties in de zin van artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de Abw, artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de IOAW en artikel 3, derde lid, onderdeel d, van de IOAZ worden aangewezen de registratie als: a. duurzame gezamenlijke huishouding op grond van: 1° de Algemene Ouderdomswet; 2° de Algemene wet bijzondere ziektekosten; 3° de Toeslagenwet; 4° de Wet op de inkomstenbelasting ;

Staatsblad 1995 202 1

  1. de Wet op de loonbelasting;

  2. de Wet op de studiefinanciering;

  3. de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;

  4. de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945;

  5. de Ziekenfondswet; b. duurzame gemeenschappelijke huishouding op grond van: 1° de vierde afdeling van de zevende titel van boek 7A van het Burgerlijk Wetboek;

  6. de Wet individuele huursubsidie; c. gemeenschappelijke huishouding op grond van: 1° de Successiewet 1956; 2° een verblijfsrecht ingevolge de Vreemdelingenwet voor verblijf bij partner; d. duurzame relatie op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap. 2. Een registratie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, is aanwezig gedurende de periode waarin bij de toepassing van de daar genoemde wetten op enig moment rechtsgevolgen worden verbonden aan het bestaan van een duurzame gezamenlijke huishouding, een duurzame gemeenschappelijke huishouding, een gemeenschappelijke huishouding of een duurzame relatie.

Artikel 3

Voor de toepassing van artikel 3 van de Abw, artikel 3 van de IOAW en artikel 3 van de IOAZ wordt een registratie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking genomen indien deze: a. bij de aanvraag van bijstand of uitkering bestaat; b. in een periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag van bijstand of uitkering op enig moment heeft bestaan; c. in een periode van twee jaar voorafgaand aan de bekendmaking van een besluit als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Invoeringswet herinrichting Algemene Bijstandswet op enig moment heeft bestaan; dan wel d. gedurende de verlening van bijstand of uitkering plaatsvindt.

Artikel 4

Voor de toepassing van dit besluit wordt een duurzaam gezamenlijke huishouding op grond van de Algemene Bijstandswet, dan wel de IOAW of de IOAZ zoals die luidden tot het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, gelijkgesteld met een gezamenlijke huishouding op grond van de Algemene bijstandswet, de IOAW of de IOAZ.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Algemene bijstandswet in werking treedt.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding.

Staatsblad 1995 202 2

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 9 mei 1995, nr. 89.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 april 1995

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. P. W. Melkert

Uitgegeven de dertiende april 1995

De Minister van Justitie a.i., H. F. Dijkstal

51U0226 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-Gravenhage 1995

Staatsblad 1995 202 3

NOTA VAN TOELICHTING

Het kabinet is van mening dat een goede uitvoering van het partner-begrip is gediend met de mogelijkheid gebruik te maken van de toepassing van overeenkomstige begrippen in andere regelingen ten aanzien van de gezamenlijke huishouding. In de toelichting op de eerste nota van wijziging op de heringerichte Algemene Bijstandswet wordt dan ook aangegeven dat voor een effectieve handhaving het noodzakelijk is dat voor de toepassing van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT