Besluit van 21 december 2022 tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen en enige andere besluiten (Eindejaarsbesluit 2022)

Besluit van 21 december 2022 tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen en enige andere besluiten (Eindejaarsbesluit 2022)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 15 november 2022, nr. 2022-0000268943Gelet op artikel 5 ter, vierde lid, van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 van de Commissie van 31 januari 2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2012, L 29), artikelen 3.54 en 5.20 van de Wet inkomstenbelasting 2001, artikel 33 van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, artikel 39 van de Wet op de omzetbelasting 1968, artikel 13a van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, artikelen 30hb en 38 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikelen 28 en 36 van de Invorderingswet 1990, artikel 71 van de Wet op de accijns, artikel 33 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, artikel 2.37 van de Douane- en Accijnswet BES, en artikel 18.4.1 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 december 2022, no. W06.22.00165/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 20 december 2022, nr. 2022-0000308536; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:A.Artikel 12a wordt als volgt gewijzigd:1. Onder verlettering van onderdeel c tot d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: c. de Tijdelijke subsidieregeling vermindering gevolgen Brexit voor de visserij, titel 2.1 Ondersteuning voor de sanering van vissersvaartuigen;. 2. Onderdeel d (nieuw) wordt als volgt gewijzigd: a. In subonderdeel 2° vervalt «de Subsidieregeling Verplaatsing intensieve veehouderijen Gelderland (provinciaal blad 2005, nr. 81); e». b. Aan subonderdeel 3° wordt toegevoegd: «; het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022, paragraaf 4.9 Verplaatsing landbouwbedrijfsgebouwen». B.Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt de tabel vervangen door:

meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de leegwaarde ratio

0%

1%

73%

1%

2%

79%

2%

3%

84%

3%

4%

90%

4%

5%

95%

5%

100%2. In het derde lid wordt «3,5%» vervangen door «5,5%».

ARTIKEL II

In het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt in artikel 7, derde lid, «sociale verzekeringswetten» vervangen door «socialeverzekeringswetten».

ARTIKEL III

In het Besluit fiscale eenheid 2003 wordt in artikel 12a, vierde lid, «artikel 25c» vervangen door «artikel 15ak».

ARTIKEL IV

In het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 wordt artikel 10a als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt de tabel vervangen door:

meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de leegwaarde ratio

0%

1%

73%

1%

2%

79%

2%

3%

84%

3%

4%

90%

4%

5%

95%

5%

-

100%2. In het derde lid wordt «3,5%» vervangen door «5,5%».

ARTIKEL V

In het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer vervalt in artikel 6 «Artikel III, onderdeel A (artikel 3 van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer) Onder de in artikel 3 UB BRV gestelde cumulatieve voorwaarden is de vrijstelling, genoemd in artikel 15, eerste lid, onderdeel t van de Wet op Belastingen van Rechtsverkeer (WBR), van toepassing op de terugverkrijging van een woning van een natuurlijk persoon, als gevolg van de uitvoering van een bij de eerdere verkrijging opgelegd verkoopregulerend beding».

ARTIKEL VI

In het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt na hoofdstuk V een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk VI Aanwijzingen

Artikel 25

De Dienst Wegverkeer, genoemd in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994, wordt aangewezen als nationale autoriteit als bedoeld in artikel 5 ter, vierde lid, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 79/2012 van de Commissie van 31 januari 2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2012, L 29) voor het verwerken van inkomende en uitgaande verzoeken om voertuigregistratiegegevens voor btw-doeleinden.

ARTIKEL VII

Het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd: A.In artikel 1, eerste lid, vervalt «13a,».B.Artikel 1a vervalt.

ARTIKEL VIII

Het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:A.In artikel 6, tweede lid, wordt «artikel 25, negende, elfde of zeventiende tot en met negentiende lid, van de wet» vervangen door «artikel 25, negende, elfde, zeventiende tot en met negentiende of eenentwintigste lid, van de wet». B.Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6

bis.

  1. Invorderingsrente wordt niet in rekening gebracht gedurende de periode waarin het aanbod van de ontvanger geldt om de invordering ter zake van een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting die betrekking heeft op het tijdvak 2022 aan te houden: a. bij wege waarvan in ieder geval over belasttbaar inkomen uit sparen en beleggen als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 belasting wordt geheven; en b. waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die is gelegen in het jaar 2022. 2. Indien het aanbod van de ontvanger om de vordering aan te houden is komen te vervallen, wordt invorderingsrente berekend overeenkomstig artikel 28 van de Wet, tenzij de belastingschuldige binnen zes weken nadat de ontvanger het inkomen, bedoelt in artikel 5.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, opnieuw heeft vastgesteld in een voorlopige of definitieve aanslag en daarmee het eerdergenoemde aanbod is komen te vervallen, het openstaande bedrag heeft voldaan. C.In artikel 7a, eerste lid, vervalt «, eerste lid, tweede volzin,».

ARTIKEL IX

Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:A.Artikel 16, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel a wordt «natuurlijk persoon of rechtspersoon die» vervangen door «natuurlijk persoon die of lichaam dat». 2. In onderdeel b wordt «deze natuurlijke persoon of rechtspersoon» vervangen door «deze natuurlijk persoon, onderscheidenlijk dit lichaam,». B.Artikel 23, tweede lid, eerste zin, komt te luiden:

De rendementsgrondslag in het buitenland bestaat enerzijds uit de waarde aan het begin van het kalenderjaar (peildatum) van de bezittingen in het buitenland en anderzijds uit de waarde op de peildatum van de met die bezittingen verband houdende schulden. C.Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid, eerste zin, vervalt «forfaitaire». 2. In het derde lid, eerste zin, wordt «forfaitaire rendement, bedoeld in artikel 5.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001» vervangen door «rendement, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001». 3. Het vijfde lid, onderdeel a, komt te luiden: a. het rendement van de rendementsgrondslag in het buitenland: het bedrag dat tot het voordeel uit sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, in dezelfde verhouding staat als het op de voet van artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bepaalde rendement van de bezittingen in het buitenland na vermindering met het op de voet van dat lid bepaalde rendement van de schulden in verband met die bezittingen staat tot het op de voet van artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bepaalde rendement berekend over de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;. D.In artikel 36, vierde lid, wordt «of van die natuurlijke persoon» vervangen door «, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon,».

ARTIKEL X

In het Uitvoeringsbesluit accijns wordt artikel 31 als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «overgebracht indien» vervangen door «overgebracht wanneer hij om teruggaaf verzoekt en». 2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

ARTIKEL XI

Het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt als volgt gewijzigd: A.Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «overgebracht indien» vervangen door «overgebracht wanneer hij om teruggaaf verzoekt en». 2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen. B.In artikel 32, onderdeel a, wordt «3, derde en vierde lid» vervangen door «3, derde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT