Besluit van 9 april 2018 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en enige andere besluiten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (herschikking) (PbEU 2016, L 132)

Besluit van 9 april 2018 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en enige andere besluiten in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (herschikking) (PbEU 2016, L 132)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, van 7 november 2017, nr. 2145087, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Gelet op de artikelen 2a, tweede lid, 3, tweede lid, 12, tweede lid, 14, derde lid, 16, tweede lid, 18, tweede lid, 54, eerste en tweede lid, 66, eerste lid, en 112 van de Vreemdelingenwet 2000, 3, eerste lid, onder c, van de Wet arbeid vreemdelingen, 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 6, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en 2.1.1, vierde lid, van de Wet langdurige zorg; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 december 2017, no. W16.17.0365/II); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, van 4 april 2018, nr. 2230589, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd:AIn de artikelen van dit besluit wordt «wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG» telkens vervangen door: onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801. BIn artikel 1.1 vervalt de definitie van richtlijn 2005/71/EG en wordt na de definitie van richtlijn 2014/66/EU een definitie ingevoegd, luidende: richtlijn (EU) 2016/801:

richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (herschikking) (PbEU 2016, L 132); CArtikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef wordt «een gastovereenkomst als bedoeld in artikel 6 van richtlijn 2005/71/EG» vervangen door: een gastovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van richtlijn (EU) 2016/801. 2. In onderdeel d wordt «artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen» vervangen door: artikel 1, eerste lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. DIn artikel 1.12 wordt voor de punt aan het slot ingevoegd: of een stageovereenkomst met de elementen, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, onder i tot en met v, van richtlijn (EU) 2016/801. EArtikel 2.1a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In onderdeel a wordt voor de puntkomma aan het slot ingevoegd: , of onder de beperking «onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801». 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: c. houder of voormalig houder van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking «studie». FAan artikel 3.3 worden de volgende leden toegevoegd:4. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, bedraagt 180 dagen binnen een periode van 360 dagen voor de categorie van: a. onderzoekers die houder zijn van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven verblijfsvergunning voor onderzoekers in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 die een deel van het onderzoek in Nederland uitvoeren aan een krachtens artikel 2c van de Wet als referent erkende onderzoeksinstelling; b. de hen vergezellende familieleden die houder zijn van een door die andere lidstaat afgegeven verblijfsvergunning voor verblijf als partner of minderjarig kind bij die onderzoeker. 5. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, bedraagt 360 dagen voor de categorie van studenten die houder zijn van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven verblijfsvergunning voor studenten die onder een uniaal of multilateraal programma met mobiliteitsmaatregelen of onder een overeenkomst tussen twee of meer instellingen voor hoger onderwijs vallen, die een deel van de studie in Nederland volgen aan een krachtens artikel 2c van de Wet als referent erkende onderwijsinstelling. 6. De in het vierde en vijfde lid bedoelde termijn verstrijkt onmiddellijk indien Onze Minister bewijs of ernstige en objectieve redenen heeft om vast te stellen dat het verblijf van de vreemdeling andere doelen dient of zou dienen dan die bedoeld in het vierde en vijfde lid. GIn artikel 3.30b, tweede lid, onder b, wordt «een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd heeft ingediend als onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71/EG» vervangen door: een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder een beperking verband houdend met onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 heeft ingediend. HArtikel 3.33 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «aan de vreemdeling» vervangen door «aan de onderzoeker in de zin van artikel 3, onder 2, van die richtlijn» en wordt «een gastovereenkomst als bedoeld in artikel 6 van richtlijn 2005/71/EG» vervangen door: een gastovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van die richtlijn met de bij ministeriële regeling genoemde gegevens,. 2. In het tweede lid worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma de volgende onderdelen toegevoegd: f. van de te vervullen arbeidsplaats de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen of arbeidsomstandigheden ten minste liggen op het niveau dat wettelijk is vereist en in de desbetreffende bedrijfstak gebruikelijk is; g. de vreemdeling duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan als bedoeld in artikel 3.74, eerste lid, onder a; h. Onze Minister geen bewijs of ernstige en objectieve redenen heeft om vast te stellen dat het verblijf van de vreemdeling andere doelen dient of zou dienen dan onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. De aanvraag wordt afgewezen indien gelijktijdig de aanmelding, bedoeld in artikel 4.47, is gedaan. IAan artikel 3.39 worden de volgende onderdelen toegevoegd onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma: c. bij wie Onze Minister geen bewijs of ernstige en objectieve redenen heeft om vast te stellen dat het verblijf andere doelen dient of zou dienen dan lerend werken, en d. die voldoet aan bij ministeriële regeling gestelde nadere voorwaarden. JArtikel 3.41, tweede lid, komt te luiden:2. De verblijfsvergunning wordt slechts verleend indien Onze Minister geen bewijs of ernstige en objectieve redenen heeft om vast te stellen dat het verblijf van de vreemdeling andere doelen dient of zou dienen dan studie in de zin van richtlijn (EU) 2016/801. KAan artikel 3.43 wordt een lid toegevoegd, luidende:4. De aanvraag wordt niet afgewezen op de gronden, bedoeld in het eerste lid, onder c en d, indien de vreemdeling Europees Vrijwilligerswerk gaat verrichten op grond van de overeenkomst als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a, van richtlijn (EU) 2016/801. De verblijfsvergunning wordt slechts verleend indien Onze Minister geen bewijs of ernstige en objectieve redenen heeft om vast te stellen dat het verblijf van de vreemdeling andere doelen dient of zou dienen dan Europees Vrijwilligerswerk. LIn artikel 3.71, tweede lid, onder i, wordt «richtlijn 2005/71/EG» vervangen door: richtlijn (EU) 2016/801. MArtikel 3.73, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het slot van onderdeel c wordt «, of» vervangen door een puntkomma. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: e. in geval van verblijf voor onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801, studie, lerend werken of uitwisseling in het kader van Europees vrijwilligerswerk: financiële ondersteuning van de referent, een subsidie, een beurs of een toelage. NArtikel 3.87a, tweede lid, komt te luiden:2. Voor de toepassing van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wet wordt geen verplaatsing van het hoofdverblijf buiten Nederland aangenomen als een onderzoeker of student tijdelijk verblijft in een andere lidstaat van de Europese Unie in het kader van mobiliteit in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 en de gastovereenkomst dan wel de inschrijving als student geldig blijft. OArtikel 3.91b, tweede lid, komt te luiden:2. Voor de toepassing van artikel 19 in samenhang met artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wet wordt geen verplaatsing van het hoofdverblijf buiten Nederland aangenomen als een onderzoeker of student tijdelijk verblijft in een andere lidstaat van de Europese Unie in het kader van mobiliteit in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 en de gastovereenkomst dan wel de inschrijving als student geldig blijft. PAan artikel 3.103a wordt een lid toegevoegd, luidende:6. Indien Onze Minister een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 verleent in het kader van langetermijnmobiliteit in de zin van artikel 29 van richtlijn (EU) 2016/801, doet hij daarvan mededeling bij de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT