Besluit van 5 november 2003, houdende nadere aanpassing van besluiten aan de modernisering van de rechterlijke organisatie (Veegbesluit modernisering rechterlijke organisatie)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

460

Besluit van 5 november 2003, houdende nadere aanpassing van besluiten aan de modernisering van de rechterlijke organisatie (Veegbesluit modernisering rechterlijke organisatie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 26 maart 2003, nr. 5217867/03/6;

Gelet op de artikelen 125 van de Ambtenarenwet, 74c, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, 37 van de Wet op de Economische Delicten, 11, 16, zesde lid, 25, derde lid, 41, 59, 73, derde lid, en 145 van de Wet op de rechterlijke organisatie, 1g, 12, 14 tot en met 16, 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, 87 van de Pachtwet, 5, derde lid van de Locaalspoor- en Tramwegwet, en 13, derde lid van de Landbouwkwaliteitswet;

De Raad van State gehoord (advies van 21 juli 2003, nr. W03.03.0116/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 29 oktober 2003, nr. 5247506/03/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt het eerste lid te luiden: 1. Bij het afleggen van de eed of belofte door de buitengriffier bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, is een getuige aanwezig. De eed of belofte wordt afgelegd overeenkomstig het formulier dat is gevoegd als bijlage bij dit besluit.

B

In artikel 2 komt het eerste lid te luiden: 1. Bij het afleggen van de eed of belofte door de waarnemend griffier bedoeld in artikel 73, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, is een getuige aanwezig. De eed of belofte wordt afgelegd overeenkomstig het formulier dat is gevoegd als bijlage bij dit besluit.

Staatsblad 2003 460 1

C

In artikel 3 wordt onder vernummering van het tweede tot derde lid een lid ingevoegd, luidende: 2. De vergoeding in het eerste lid wordt niet toegekend als een betrokkene bij een gerecht werkzaam is op basis van een stage of uitzendovereenkomst en aan hen die reeds een volledige of gedeeltelijke bezoldiging ontvangen krachtens de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en aan de bij de rechterlijke macht behorende werkzame ambtenaren die reeds een gehele of gedeeltelijke bezoldiging ontvangen krachtens het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

D

In het formulier dat is vastgesteld als bijlage bij het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers, wordt de zinsnede «dat ik hetgeen ik als buitengriffier te weten kom» vervangen door: dat ik hetgeen ik als buitengriffier/waarnemend griffier te weten kom.

ARTIKEL II

In het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke ambtenaren2 wordt in artikel 1, tweede lid, «of de artikelen 38b en 38c» vervangen door: of de artikelen 38d en 38e.

ARTIKEL III

In het Besluit buitengewone rechtspleging3 wordt in artikel 1, onder 2°, «griffier bij den Hoogen Raad» vervangen door: griffier van de Hoge Raad.

ARTIKEL IV

In het Besluit financiering rechtspraak4 wordt in artikel 9, onderdeel b, «hoofdstuk VI van de rijksbegroting» vervangen door: de begroting van het Ministerie van Justitie.

ARTIKEL V

Het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen5 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na «kantonrechter» ingevoegd: of door de pachtkamer, bedoeld in artikel 48, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

B

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Voor onderdeel a wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met i in b tot en met j, een onderdeel ingevoegd, luidende:

    1. rechtbank Alkmaar: Den Helder;.

    Staatsblad 2003 460 2

  2. In onderdeel i (nieuw) wordt onder vervanging van de puntkomma door een komma na «Doetinchem» ingevoegd: Harderwijk;.

  3. In onderdeel j (nieuw) wordt «Zwolle» vervangen door «ZwolleLelystad» en wordt «Steenwijk» vervangen door: Steenwijkerland.

    C

Artikel 5

komt te luiden:

Artikel 5
  1. De nevenzittingsplaatsen van de rechtbank te 's-Gravenhage voor beroepen, ingesteld tegen besluiten die zijn gegeven op grond van de Vreemdelingenwet 2000, zijn de hoofdplaatsen van de andere arrondissementen alsmede Haarlemmermeer. 2. De rechtbank te 's-Gravenhage kan buiten de hoofdplaats van het arrondissement onderscheidenlijk buiten het arrondissement vreemdelingenzaken als bedoeld in Hoofdstuk 5 van de Vreemdelingenwet 2000 behandelen in de nevenvestigingsplaats Alphen aan den Rijn en in de nevenzittingsplaatsen Loenen en Tilburg.

    D

    De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

  2. In het gestelde onder Rechtbank Alkmaar wordt onder Den Helder «nevenvestigingsplaats» vervangen door: nevenzittingsplaats.

  3. In het gestelde onder Rechtbank Almelo wordt «Vriezenveen» vervangen door «Twenterand», wordt «Denekamp» vervangen door «Dinkelland» en wordt «Rijssen» vervangen door: Rijssen-Holten.

  4. In het gestelde onder Rechtbank Arnhem vervalt «Bemmel», wordt «Kesteren» vervangen door «Neder-Betuwe» en wordt na «Heumen» ingevoegd: Lingewaard.

  5. In het gestelde onder Rechtbank Assen wordt «Middenveld» vervangen door: Midden-Drenthe.

  6. In het gestelde onder Rechtbank Breda vervalt «Made» en wordt na «Breda» ingevoegd: Drimmelen.

  7. In het gestelde onder Rechtbank Dordrecht vervalt Heerjansdam.

  8. In het gestelde onder Rechtbank Eindhoven wordt «Budel» vervangen door: Cranendonck.

  9. In het gestelde onder Rechtbank's-Hertogenbosch vervalt Ravenstein.

  10. In het gestelde onder Rechtbank Leeuwarden wordt «Ferwerderadeel» vervangen door: Ferwerderadiel.

  11. In het gestelde onder Rechtbank Maastricht vervalt Susteren.

  12. In het gestelde onder Rechtbank Middelburg vervallen Axel, Hontenisse, Oostburg en Sas van Gent en wordt «Sluis-Aardenburg» vervangen door: Sluis.

    Staatsblad 2003 460 3

  13. In het gestelde onder Rechtbank Roermond wordt «Echt» vervangen door «Echt-Susteren» en wordt «Roggel» vervangen door: Roggel en Neer.

  14. In het gestelde onder Rechtbank Zutphen wordt onder Harderwijk «nevenvestigingsplaats» vervangen door: nevenzittingsplaats.

  15. «RECHTBANK ZWOLLE» wordt vervangen door: RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD.

  16. In het gestelde onder Rechtbank Zwolle-Lelystad wordt «Steenwijk» telkens vervangen door: Steenwijkerland» en wordt «Olst» vervangen door: Olst-Wijhe.

ARTIKEL VI

Het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren6 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1

a.

Dit besluit berust op de artikelen 145, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie en 54, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

B

In de artikelen 3, 17, 21 en 22 wordt «arrondissementsrechtbank» telkens vervangen door: rechtbank.

C

Artikel 9

komt te luiden:

Artikel 9

Het studiecentrum rechtspleging is belast met de uitvoering van de opleiding van rechterlijke ambtenaren.

D

Artikel 10

komt te luiden:

Artikel 10

De Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal kunnen gezamenlijk algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan het studiecentrum rechtspleging.

E

Artikel 11

eerste lid, komt te luiden: 1. De Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal wijzen gezamenlijk een rector en een conrector van de opleiding aan; als zodanig zijn de rector en de conrector verantwoording verschuldigd aan.

Staatsblad 2003 460 4

de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal gezamenlijk.

F

Artikel 12

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid, wordt «De stichting» vervangen door: Het studiecentrum rechtspleging. 2. In het tweede lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal gezamenlijk.

G

Artikel 13

komt te luiden:

Artikel 13

Het studiecentrum rechtspleging bekostigt de opleiding uit de daarvoor door de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal beschikbaar gestelde gelden.

H

De artikelen 14 en 15 vervallen.

I

In de bijlage wordt «bedoeld in artikel 21a van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren» vervangen door: bedoeld in artikel 21b van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.

ARTIKEL VII

In het Besluit orde van dienst gerechten7 wordt in artikel 28, eerste lid, «De griffier bij de Hoge Raad» vervangen door: De griffier van de Hoge Raad.

ARTIKEL VIII

Het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 19968 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste en tweede lid wordt na «artikel 32, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001» ingevoegd: «, alsmede bedoeld in artikel 35a, tweede lid, en 104a, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie. 2. In het vierde lid wordt na «het Kabinet van de Koning,» ingevoegd: de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Raad voor de rechtspraak.

B

Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2003 460 5

Artikel 8

a.

Dit besluit berust op artikel 39 van de Comptabiliteitswet 2001 en op de artikelen 35a, tweede lid, en 104, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

ARTIKEL IX
Artikel 1

van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak9 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het zesde lid wordt «salarisschaal 15» vervangen door: salarisschaal 16. 2. In het zevende lid wordt «salarisschaal 14» vervangen door: salarisschaal 15. 3. In het negende lid wordt «7, achtste lid» vervangen door: 7, zevende lid.

ARTIKEL X

Het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren10 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT