Uitspraak Nº 12/00395. Hoge Raad, 2013-09-13

ECLIECLI:NL:HR:2013:691
Date13 Septiembre 2013
Docket Number12/00395

13 september 2013

Eerste Kamer

nr. 12/00395

TT/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser],
wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. R.F. Thunnissen,

t e g e n

[verweerder] h.o.d.n. [A],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder].

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 182568/HA ZA 08-2047 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 31 december 2008 en 27 mei 2009;

b. de arresten in de zaak 200.065.652 van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 6 juli 2010 en 6 september 2011.

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 6 september 2011 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Tegen [verweerder] is verstek verleend.

De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt ertoe dat de Hoge Raad de zaak aanhoudt in afwachting van beantwoording van prejudiciële vragen door het Hof van Justitie van de Europese Unie.

3 Beoordeling van de middelen
3.1

In cassatie kan worden uitgegaan van het volgende.

(i) [eiser] heeft [verweerder] opdracht gegeven voor de verbouwing van zijn woning. [verweerder] heeft hiervoor aan [eiser] een offerte uitgebracht, die de basis is geweest van de aannemingsovereenkomst tussen hen.
De aanneemsom bedraagt volgens de offerte € 97.805,15 (exclusief btw).

(ii) Op de aannemingsovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van [verweerder] van toepassing. Deze bevatten onder meer de bepaling dat bij te late betaling een rente van 2% per maand is verschuldigd.

(iii) Over de eindafrekening van de werkzaamheden is een geschil gerezen tussen partijen.

3.2

[verweerder] vordert in deze procedure betaling van het volgens hem nog door [eiser] verschuldigde bedrag van € 24.078,73, te vermeerderen met onder meer de contractueel bedongen rente van 2% per maand.
De rechtbank heeft deze vordering afgewezen om een in cassatie niet meer van belang zijnde reden. Het hof heeft de vordering alsnog toegewezen tot een bedrag van in hoofdsom € 23.437,74, te vermeerderen met de contractuele rente.

3.3

Beide middelen keren zich tegen de toewijzing door het hof van de contractuele rente. Volgens de middelen had het hof, gelet op Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: Richtlijn 93/13) ambtshalve moeten onderzoeken of het beding tot betaling van 2% rente per maand [eiser] bond. Daartoe voeren de middelen het volgende aan.

Uit de vaststaande omstandigheden dat de aannemingsovereenkomst is gesloten door [verweerder] als aannemer en de woning van [eiser] betreft, en dat het beding deel uitmaakt van de algemene voorwaarden van [verweerder], volgt dat het gaat om een overeenkomst tussen een verkoper en een consument als bedoeld in Richtlijn 93/13 (art. 1 lid 1 en art. 2, aanhef en onder b en c) en dat het een beding betreft waarover niet afzonderlijk is onderhandeld in de zin van art. 3 lid 1 daarvan.
Het beding is geen ‘kernbeding’ als bedoeld in art. 4 lid 2 Richtlijn 93/13. Gelet op de hoogte van de bedongen rente, is het beding als oneerlijk te beschouwen in de zin van laatstgenoemde bepaling, zulks mede gelet op de bijlage bij Richtlijn 93/13, onder 1, aanhef en onder e, waarin het opleggen van een onevenredig hoge schadevergoeding wegens het niet nakomen van verbintenissen door de consument, wordt aangemerkt als een oneerlijk beding. Volgens vaste rechtspraak van het HvJEU is de nationale rechter verplicht tot ambtshalve toepassing van het - richtlijnconform uit te leggen - Nederlandse recht dat strekt tot implementatie van art. 6 Richtlijn 93/13, welk artikel inhoudt dat de Lidstaten dienen te bepalen dat oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument onder de in het nationale recht geldende voorwaarden de consument niet binden.

3.4

Bij de beoordeling van de middelen wordt het volgende vooropgesteld.

3.5.1

In HvJEU 14 juni 2012, C-618/10, ECLI:NL:XX:2012:BW9433, NJ 2012/512 (Banco Español de Crédito) is overwogen:

“39 (…) zij er allereerst aan herinnerd dat het beschermingsstelsel van richtlijn 93/13 op de gedachte berust dat de consument zich tegenover de handelaar in een zwakke onderhandelingspositie bevindt en over minder informatie dan deze laatste beschikt, wat ertoe leidt dat hij met de door de handelaar tevoren opgestelde voorwaarden instemt zonder op de inhoud...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
133 temas prácticos
  • Uitspraak Nº ROT 22/3009 en ROT 22/3054. Rechtbank Rotterdam, 2022-10-04
    • Nederland
    • 4 oktober 2022
    ...Vergelijk ECLI:NL:RVS:2016:3388 en ECLI:NL:RVS:2020:2571. 12 Vgl. ECLI:NL:RBROT:2021:13280. 13 Bijvoorbeeld ECLI:NL:RBROT:2021:782. 14 ECLI:NL:HR:2013:691. 15 Zie de considerans bij Richtlijn 93/13/EEG en artikel 7, eerste lid, van die richtlijn. 16 Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBROT:2016:569. ......
  • Uitspraak Nº 200.279.645/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2021-03-30
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • 30 maart 2021
    ...NJ 1992/319. 3 Hoge Raad 31 januari 1992, NJ 1992/319. 4 Hoge Raad 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793. 5 Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, rov. 3.7.1, 3.7.3 en 3.8. 6 Hoge Raad 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830 rov. 3.4. 7 Kamerstukken I, 2004/2005, 19 529, E, p. 10, z......
  • Uitspraak Nº 200.274.643. Gerechtshof Den Haag, 2022-10-11
    • Nederland
    • Gerechtshof Den Haag (Nederland)
    • 11 oktober 2022
    ...en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier. 1 vgl. HR 13 september 2013; ECLI:NL:HR:2013:691 (Heesakkers/Voets), rov. 3:73 2 HvJEU 28 juli 2016, C-191/15, ECLI:EU:C:2016:612 (Verein für Konsumenteninformation/Amazon), punt 68; 3 HvJEU ......
  • Uitspraak Nº 200.190.275. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-07-16
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • 16 juli 2019
    ...Dat lijdt uitzondering indien de consument zich ertegen verzet dat de rechter het beding vernietigt (zie HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, rov. 3.7.1, 3.7.3 en 3.8). De rechter dient dit ook ambtshalve te onderzoeken en te 3.16 Met het oog op de toepasselijkheid van de Richtlijn 93......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
133 sentencias
  • Uitspraak Nº ROT 22/3009 en ROT 22/3054. Rechtbank Rotterdam, 2022-10-04
    • Nederland
    • 4 oktober 2022
    ...Vergelijk ECLI:NL:RVS:2016:3388 en ECLI:NL:RVS:2020:2571. 12 Vgl. ECLI:NL:RBROT:2021:13280. 13 Bijvoorbeeld ECLI:NL:RBROT:2021:782. 14 ECLI:NL:HR:2013:691. 15 Zie de considerans bij Richtlijn 93/13/EEG en artikel 7, eerste lid, van die richtlijn. 16 Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBROT:2016:569. ......
  • Uitspraak Nº 200.279.645/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2021-03-30
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • 30 maart 2021
    ...NJ 1992/319. 3 Hoge Raad 31 januari 1992, NJ 1992/319. 4 Hoge Raad 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793. 5 Hoge Raad 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, rov. 3.7.1, 3.7.3 en 3.8. 6 Hoge Raad 22 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1830 rov. 3.4. 7 Kamerstukken I, 2004/2005, 19 529, E, p. 10, z......
  • Uitspraak Nº 200.274.643. Gerechtshof Den Haag, 2022-10-11
    • Nederland
    • Gerechtshof Den Haag (Nederland)
    • 11 oktober 2022
    ...en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier. 1 vgl. HR 13 september 2013; ECLI:NL:HR:2013:691 (Heesakkers/Voets), rov. 3:73 2 HvJEU 28 juli 2016, C-191/15, ECLI:EU:C:2016:612 (Verein für Konsumenteninformation/Amazon), punt 68; 3 HvJEU ......
  • Uitspraak Nº 200.190.275. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-07-16
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • 16 juli 2019
    ...Dat lijdt uitzondering indien de consument zich ertegen verzet dat de rechter het beding vernietigt (zie HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, rov. 3.7.1, 3.7.3 en 3.8). De rechter dient dit ook ambtshalve te onderzoeken en te 3.16 Met het oog op de toepasselijkheid van de Richtlijn 93......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT