Uitspraak Nº 16/00859. Hoge Raad, 2016-12-02

ECLIECLI:NL:HR:2016:2729
Docket Number16/00859
Date02 Diciembre 2016

2 december 2016

Eerste Kamer

16/00859

LZ/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Prejudiciële beslissing

in de zaak van:

1. [betrokkene 1],

2. [betrokkene 2],

3. [betrokkene 3],

4. [betrokkene 4],

5. [betrokkene 5],

6. [betrokkene 6],

7. [betrokkene 7],

8. [betrokkene 8],

9. [betrokkene 9],

10. [betrokkene 10],

11. [betrokkene 11],

12. [betrokkene 12],

13. [betrokkene 13],

14. [betrokkene 14],

15. [betrokkene 15],
allen wonende te [woonplaats],

APPELANTEN in hoger beroep,

advocaat in de prejudiciële procedure: mr. R.J. van Galen,

t e g e n

mr. Lambertus Boudewijn Archibald VAN LOGTESTIJN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V.,
wonende te Breda,

GEÏNTIMEERDE in hoger beroep,

advocaat in de prejudiciële procedure: mr. M. Littooij.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Kopers en de Curator.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de volgende stukken:

a. het vonnis in de zaak 663655 CV 11-3619 van de kantonrechter te Bergen op Zoom van 6 juli 2011;

b. de vonnissen in de zaken 236527/HA ZA 11-1049 en 237333/HA ZA 11-1132 van de rechtbank Breda van 1 augustus 2012 en 22 augustus 2012;

c. de arresten in de zaak HD 200.116.491/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 maart 2014, 30 september 2014, 24 maart 2015 en 16 februari 2016.

De arresten van het hof zijn aan deze beslissing gehecht.

2 De prejudiciële procedure

Bij laatstgenoemd arrest heeft het hof op de voet van art. 392 RV de volgende hierna in 3.4 te vermelden prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld.

Beide partijen hebben schriftelijke opmerkingen als bedoeld in art. 393 lid Rv ingediend. Na daartoe desgevraagd in de gelegenheid te zijn gesteld, hebben mr. S.M. Kingma en mr. J.H. van der Weide namens KPN B.V. (derde) op de voet van art. 393 lid 2 Rv schriftelijke opmerkingen ingediend.

Namens de Curator heeft mr. Littooij gereageerd op de schriftelijke opmerkingen.

De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot beantwoording van de prejudiciële vraag als vermeld onder 3 van die conclusie.

De advocaat van de Kopers heeft bij brief van 23 september 2016 op die conclusie gereageerd.

3 Beantwoording van de prejudiciële vragen
3.1

Het gaat in deze procedure om het volgende.

(i) [A] B.V. (hierna: [A]) hield zich bezig met de bouw van onder meer woningen.

(ii) Woningborg N.V. (hierna: Woningborg) is een verzekeringsmaatschappij. Zij is aangesloten bij het Garantie Instituut Woningbouw (hierna: GIW). GIW stelt zich onder meer ten doel om de consument bescherming te bieden in geval van een faillissement van een bij GIW aangesloten ondernemer. [A] was door tussenkomst van Woningborg aangesloten bij GIW. Een bij GIW aangesloten ondernemer is verplicht om door GIW vastgestelde modelcontracten te gebruiken.

(iii) Tussen [A] en de Kopers zijn begin 2009 koop-/aannemingsovereenkomsten (hierna: de overeenkomsten) tot stand gekomen met betrekking tot de bouw door [A] van woningen in het plan 'Beymoerse Hoeve' te Halsteren. De overeenkomsten zijn opgesteld volgens het model “Koop-/aannemingsovereenkomst voor appartementsrechten met toepassing van de GIW garantie- en waarborgregeling, overeenkomstig het model, vastgesteld door het GIW op 1 januari 2007”.

(iv) De overeenkomsten bevatten een termijnenregeling voor de betaling. Met betrekking tot de betaling van meerwerk bepalen zij dat bij de opdracht daartoe 25% van de meerwerkopdrachtsom mag worden gedeclareerd en dat het resterende gedeelte dient te worden gedeclareerd bij het gereedkomen van het meerwerk dan wel bij de eerstkomende betalingstermijn daarna.

(v) De GIW garantie- en waarborgregeling 2007 bevat onder meer een ‘insolventiewaarborg’ die de garantiegerechtigde onder bepaalde voorwaarden aanspraak geeft op schadeloosstelling door de verzekeringsmaatschappij indien de ondernemer ten gevolge van insolventie in gebreke blijft om de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst na te komen. Volgens de regeling machtigt de garantiegerechtigde door ondertekening van de overeenkomst de verzekeringsmaatschappij om in geval van insolventie van de ondernemer voor en namens hem de gevolgen van de insolventie van de ondernemer te regelen, waaronder begrepen het voeren van onderhandelingen met de curator en het treffen van een afbouwregeling.

(vi) De Kopers hebben ieder een meerwerkopdracht aan [A] verstrekt. Zij hebben allen bij opdracht van het meerwerk aan [A] een bedrag ter hoogte van 25% van de meerwerkopdrachtsom betaald. [A] heeft op grond van de opdrachten werkzaamheden verricht.

(vii) [A] is op 3 november 2009 in staat van faillissement verklaard, met benoeming van de Curator als zodanig.

(viii) De Curator heeft desgevraagd in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
7 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 200.189.073. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-11-26
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • November 26, 2019
    ...aan dat dit oordeel van de rechtbank getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, gezien de later gewezen arresten HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2729 en 2730. [geïntimeerden] heeft zich met betrekking tot deze grief gerefereerd aan het oordeel van het hof (zie 3.27 memorie van antwoord).......
  • Uitspraak Nº 200.116.491_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2018-02-20
    • Nederland
    • Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
    • February 20, 2018
    ...procedure blijkt uit: - het tussenarrest van 16 februari 2016; - de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 2 december 2016, rolnummer 16/00859, ECLI:NL:HR:2016:2729 (hierna: de prejudiciële - de memorie na tussenarrest van [appellanten c.s.] van 7 februari 2017 ; - de memorie na tusse......
  • Uitspraak Nº C/09/563216 / HA ZA 18-1161. Rechtbank Den Haag, 2019-10-09
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • October 9, 2019
    ...tot ontbinding. Dat betekent dat de overeenkomst in stand is gebleven. Uit het arrest van de Hoge Raad van 2 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2729) volgt dat in een dergelijk geval de boedel in beginsel een vordering uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot het verricht......
  • Uitspraak Nº 5744936 cv17-1904. Rechtbank Limburg, 2017-06-21
    • Nederland
    • June 21, 2017
    ...geen aanspraken tegenover gedaagde meer geldend kan maken (vergelijk overigens, voor de curator, onder meer HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2729). Vervolgens moet er dan acht worden geslagen op het in artikel 3: 229 BW bepaalde. Ingeval van pandrechten geldt immers het beginsel van zaak......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
7 sentencias
  • Uitspraak Nº 200.189.073. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-11-26
    • Nederland
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
    • November 26, 2019
    ...aan dat dit oordeel van de rechtbank getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, gezien de later gewezen arresten HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2729 en 2730. [geïntimeerden] heeft zich met betrekking tot deze grief gerefereerd aan het oordeel van het hof (zie 3.27 memorie van antwoord).......
  • Uitspraak Nº 200.116.491_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2018-02-20
    • Nederland
    • Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
    • February 20, 2018
    ...procedure blijkt uit: - het tussenarrest van 16 februari 2016; - de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 2 december 2016, rolnummer 16/00859, ECLI:NL:HR:2016:2729 (hierna: de prejudiciële - de memorie na tussenarrest van [appellanten c.s.] van 7 februari 2017 ; - de memorie na tusse......
  • Uitspraak Nº C/09/563216 / HA ZA 18-1161. Rechtbank Den Haag, 2019-10-09
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • October 9, 2019
    ...tot ontbinding. Dat betekent dat de overeenkomst in stand is gebleven. Uit het arrest van de Hoge Raad van 2 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2729) volgt dat in een dergelijk geval de boedel in beginsel een vordering uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking met betrekking tot het verricht......
  • Uitspraak Nº 19/02846. Hoge Raad, 2020-12-04
    • Nederland
    • December 4, 2020
    ...24 maart 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:1057. 4 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 16 februari 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:458. 5 HR 2 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2729. 6 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:714. 7 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT