Uitspraak Nº 201606901/1/R1. Raad van State, 2017-05-03

ECLIECLI:NL:RVS:2017:1195
Date03 Mayo 2017
Docket Number201606901/1/R1
CourtCouncil of State (Netherlands)

201606901/1/R1.

Datum uitspraak: 3 mei 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) in het geding tussen:

HG Beheer B.V. en [appellant B], beide gevestigd te Haelen, gemeente Leudal (hierna tezamen en in enkelvoud: HG),

appellanten,

en

de raad van de gemeente Leudal,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Landgoed Leudal 2016" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft HG beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 maart 2017, waar HG, vertegenwoordigd door [gemachtigden]] en mr. G.A.M. van de Wouw, rechtsbijstandverlener te Noorbeek, en de raad, vertegenwoordigd door N. Gerards en P. van Doorn, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Bij uitspraak van 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3507, heeft de Afdeling het door HG ingestelde beroep tegen het bestemmingsplan "Landgoed Leudal", gewijzigd vastgesteld op 11 november 2014, gegrond verklaard en dat plan gedeeltelijk vernietigd. Het onderhavige plan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de ontwikkeling van het Landgoed Leudal aan de [locatie] te Haelen en strekt tot reparatie van de in die uitspraak geconstateerde gebreken. HG kan zich niet verenigen met de wijze waarop de raad de planregels heeft aangepast dan wel deze van een nadere motivering heeft voorzien.

Toetsingskader

2. Ingevolge artikel 8:51d van de Awb kan de Afdeling het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen.

3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Procedure

4. HG betoogt dat ten onrechte geen nieuw ontwerp ter inzage is gelegd. Er zijn wijzigingen in het plan opgenomen die geen verband houden met de uitspraak van 18 november 2015 en die een verdere verslechtering van de positie van HG met zich brengen. HG wijst in dit verband op artikel 4, lid 4.2.2, aanhef en onder b en c, en lid 4.5.2, aanhef en onder e, van de planregels.

4.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in onder meer de uitspraak van 7 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU5143, staat het in geval van vernietiging van een besluit door de bestuursrechter het bevoegd gezag in beginsel vrij om bij het nemen van een nieuw besluit terug te vallen op de reeds gevoerde procedure die aan het vernietigde besluit ten grondslag lag, dan wel de gehele procedure van afdeling 3.4 van de Awb opnieuw te doorlopen. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin het uit een oogpunt van zorgvuldige voorbereiding van een besluit, mede gelet op de aard en ernst van de gebreken die tot vernietiging hebben geleid en het verhandelde in die eerste procedure, niet passend moet worden geoordeeld indien het bevoegd gezag ermee volstaat terug te vallen op de eerdere procedure en niet een nieuw ontwerpbesluit opstelt en ter inzage legt.

Gelet op de door HG naar voren gebrachte wijzigingen in het besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit is geen sprake van een wezenlijk ander plan of van wijzigingen die niet als van ondergeschikte aard kunnen worden aangemerkt. Hierbij wordt van belang geacht dat de planologische mogelijkheden niet wezenlijk zijn gewijzigd, maar slechts zijn beperkt ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Voor zover al ten opzichte van het ontwerpplan planregels zijn gewijzigd zonder dat daarvoor een grondslag is in de uitspraak van 18 november 2015, komt daaraan in dit verband op zichzelf geen doorslaggevende betekenis toe. Er bestaat dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de raad ten onrechte ervan heeft afgezien om voor het nemen van het besluit een nieuw ontwerpbesluit ter inzage te leggen.

Het betoog faalt.

Maximum aantal arbeidsmigranten

5. HG betoogt dat de motivering van de maximering in de planregels van het aantal arbeidsmigranten tot 225 ondeugdelijk is. De afspraken in het kader van de vergunningverlening voor de fasen 1A en 1B voor de transformatie tot landgoed rechtvaardigen een maximum van ongeveer 375 personen, waarvoor ruimte is in de huisvesting waarvoor vergunning is verleend. Deze huisvesting is noodzakelijk voor de transformatie van het recreatieterrein naar een hoogwaardig recreatiebedrijf. De Kadernotitie huisvesting arbeidsmigranten Leudal van mei 2015 (hierna: Kadernotitie) staat volgens HG een omvang van 375 arbeidsmigranten ter plaatse toe. Ook zal geen sprake zijn van een onevenredige verhouding tot het aantal inwoners van de nabij gelegen kern Haelen. De raad miskent het maatschappelijk belang van huisvesting voor arbeidsmigranten, zoals dat ook bestaat bij de huisvesting van vluchtelingen. Er zijn volgens HG geen klachten geweest in de periode dat het bedrijf met 375 arbeidsmigranten werd geëxploiteerd.

5.1. De raad stelt dat nimmer is gesproken over een aantal van 375 arbeidsmigranten en dat de vergunde chalets daarvoor geen ruimte bieden. Bovendien zijn de vergunningen geheel gericht op recreatief en educatief gebruik. Het moet gaan om aan de hoofdfunctie ondergeschikt gebruik. De huisvesting van arbeidsmigranten mag geen volwaardig component van de bedrijfsactiviteiten van HG worden. Voorts moet volgens de raad de huisvesting van arbeidsmigranten in redelijke verhouding staan tot het inwonertal van het dorp Haelen. De gekozen maximering past in de Kadernotitie, die veronderstelt dat per recreatiepark maatwerk wordt verricht. De vergelijking met vluchtelingen gaat niet op. Aan de huisvesting daarvan liggen geheel andere overwegingen ten grondslag. Tot slot voert de raad aan dat de zorgen onder de bevolking van Haelen onderdeel hebben gevormd van de afweging. De raad heeft bezien waarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat. De ontstane onrust is volgens de raad niet te herleiden tot een enkele actie van een actiegroep.

5.2. Artikel 4, lid 4.1, van de planregels luidt:

"De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. het uitoefenen van activiteiten gericht op verblijfsrecreatie;

[…]

e. training;

f. huisvesting van arbeidsmigranten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen- arbeidsmigranten' en ondergeschikt aan de functies onder a en e;

[…]"

Lid 4.5.2 luidt:

"Met betrekking tot de huisvesting van arbeidsmigranten gelden de volgende regels:

[…]

b. binnen de volgens sublid 4.2.2, sub b toegestane oppervlakte van gebouwen mogen maximaal 225 tijdelijke arbeidsmigranten gehuisvest worden;

[…]"

5.3. In de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2015...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
5 temas prácticos
  • Uitspraak Nº AWB 19/950. Rechtbank Limburg, 2021-01-22
    • Nederland
    • 22 januari 2021
    ...en 3 worden genoemd. In fase 1 is tijdelijk de huisvesting van arbeidsmigranten toegestaan. 2.1. Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1195) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) in het beroep van (de rechtsvoorganger van) de vergun......
  • Uitspraak Nº ROE 18/302. Rechtbank Limburg, 2018-02-26
    • Nederland
    • 26 februari 2018
    ...opgenomen. In het beroep van verzoekster tegen dat bestemmingsplan heeft de Afdeling op 3 mei 2017 een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:RVS:2017:1195). Daarbij heeft de Afdeling als volgt De raad heeft aan het plan het uitgangspunt ten grondslag gelegd dat het bij de huisvesting van arbeidsm......
  • Uitspraak Nº 201606901/2/R1. Raad van State, 2017-12-06
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 6 december 2017
    ...en in enkelvoud: HG), appellanten, en de raad van de gemeente Leudal, verweerder. Procesverloop Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1195, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken de daarin omschreven gebreken in het besluit van 12 juli 2016 tot vaststelling v......
  • Uitspraak Nº 201905019/1/R4. Raad van State, 2020-08-19
    • Nederland
    • 19 augustus 2020
    ...het niet tijdig bekendmaken van de volgens haar van rechtswege gegeven omgevingsvergunning. Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1195, heeft de Afdeling, voor zover thans van belang, in het beroep van (de rechtsvoorganger van) [appellante] tegen het besluit van de raad van 1......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
5 sentencias
  • Uitspraak Nº AWB 19/950. Rechtbank Limburg, 2021-01-22
    • Nederland
    • 22 januari 2021
    ...en 3 worden genoemd. In fase 1 is tijdelijk de huisvesting van arbeidsmigranten toegestaan. 2.1. Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1195) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) in het beroep van (de rechtsvoorganger van) de vergun......
  • Uitspraak Nº ROE 18/302. Rechtbank Limburg, 2018-02-26
    • Nederland
    • 26 februari 2018
    ...opgenomen. In het beroep van verzoekster tegen dat bestemmingsplan heeft de Afdeling op 3 mei 2017 een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:RVS:2017:1195). Daarbij heeft de Afdeling als volgt De raad heeft aan het plan het uitgangspunt ten grondslag gelegd dat het bij de huisvesting van arbeidsm......
  • Uitspraak Nº 201606901/2/R1. Raad van State, 2017-12-06
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 6 december 2017
    ...en in enkelvoud: HG), appellanten, en de raad van de gemeente Leudal, verweerder. Procesverloop Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1195, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 20 weken de daarin omschreven gebreken in het besluit van 12 juli 2016 tot vaststelling v......
  • Uitspraak Nº 201905019/1/R4. Raad van State, 2020-08-19
    • Nederland
    • 19 augustus 2020
    ...het niet tijdig bekendmaken van de volgens haar van rechtswege gegeven omgevingsvergunning. Bij tussenuitspraak van 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1195, heeft de Afdeling, voor zover thans van belang, in het beroep van (de rechtsvoorganger van) [appellante] tegen het besluit van de raad van 1......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT