Uitspraak Nº 201700623/1/R2. Raad van State, 2018-12-19

ECLIECLI:NL:RVS:2018:4192
Docket Number201700623/1/R2
Date19 Diciembre 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201700623/1/R2.

Datum uitspraak: 19 december 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Brabantse Milieufederatie, gevestigd te Tilburg, en anderen, allen wonend te Sint-Oedenrode, gemeente Meierijstad,

appellanten,

en

het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 december 2016, kenmerk Z/006317-37804, heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning krachtens artikel 16 en krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode.

Tegen dit besluit hebben BMF e.a. beroep ingesteld.

Bij besluit van 2 augustus 2017, kenmerk Z/006317-62546, heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) verleend, voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te

Sint-Oedenrode. Daarbij is bepaald dat dit besluit in de plaats treedt van het besluit van 9 december 2016, kenmerk Z/006317-37804.

Bij besluit van 8 maart 2018, kenmerk Z/006317-85353, heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb verleend, voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Daarbij is bepaald dat dit besluit in de plaats treedt van het besluit van 2 augustus 2017, kenmerk Z/006317-62546.

Bij besluit van 7 september 2018, kenmerk Z/041178-117423, heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb verleend, voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Daarbij is bepaald dat dit besluit in de plaats treedt van het besluit van 8 maart 2018, kenmerk Z/006317-85353.

BMF e.a. hebben nadere gronden ingediend tegen de nadere besluiten van 2 augustus 2017, 8 maart 2018 en 7 september 2018.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

BMF e.a., het college en [vergunninghouder] hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 oktober 2018, waar BMF e.a., vertegenwoordigd door [gemachtigde], gemachtigde, en het college, vertegenwoordigd door mr. A. Speekenbrink en ing. V.C. Bax, zijn verschenen. Voorts is daar [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. J.J.J. de Rooij, advocaat te Tilburg, gehoord.

Buiten bezwaren van partijen is ter zitting door het college een stuk in het geding gebracht.

Overwegingen

De besluiten

1. [vergunninghouder] heeft het voornemen om aan de [locatie 1] in Sint-Oedenrode een varkenshouderij met 17.680 vleesvarkens op te richten. Omdat de stikstofdepositie die de varkenshouderij zal veroorzaken kan leiden tot een verslechtering van de natuurwaarden in een aantal beschermde natuurmonumenten en Natura 2000-gebieden, heeft [vergunninghouder] op 29 juni 2015 bij het college een aanvraag voor een vergunning krachtens artikel 16 van de Nbw 1998 (beschermde natuurmonumenten) en een aanvraag voor een vergunning krachtens artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 (Natura 2000) ingediend.

1.1. Bij besluit van 9 december 2016 heeft het college een vergunning op grond van artikel 16 van de Nbw 1998 (beschermde natuurmonumenten) en op grond van artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 (Natura 2000) verleend voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Volgens het college zal de toename van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden door de varkenshouderij geheel teniet worden gedaan door de afname van stikstofdepositie door de (gedeeltelijke) beëindiging van zeven agrarische bedrijven (externe saldering). Van deze bedrijven is de milieutoestemming ingetrokken.

1.2. Op 1 januari 2017 is de Wnb in werking getreden en is de Nbw 1998 ingetrokken. Artikel 9.10, eerste lid, van de Wnb luidt: "De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige procedures tot het nemen van een besluit krachtens de Nbw 1998 […] zijn aanhangig in de staat waarin zij zich op dat moment bevinden en worden vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens deze wet behandeld".

1.3. Bij besluit van 2 augustus 2017 heeft het college het besluit van 9 december 2016 ingetrokken en gelet op artikel 9.10, eerste lid, van de Wnb, op grond van artikel 2.7 van de Wnb een vergunning verleend voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Verder is bepaald dat op grond van de Wnb geen vergunning is vereist voor de gevolgen van de veehouderij voor beschermde natuurmonumenten. Aan dit besluit ligt een herberekening ten grondslag van de stikstofdepositie die voor externe saldering beschikbaar is door de (gedeeltelijke) beëindiging van zeven agrarische bedrijven. De vergunning kan volgens het college met toepassing van externe saldering worden verleend.

1.4. Bij besluit van 8 maart 2018 heeft het college het besluit van 2 augustus 2017 ingetrokken en op grond van artikel 2.7 van de Wnb een vergunning verleend voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Aan deze vergunning is ten opzichte van het besluit van 2 augustus 2017 een extra voorschrift verbonden. Verder is bepaald dat op grond van de Wnb geen vergunning is vereist voor de gevolgen van de veehouderij voor beschermde natuurmonumenten. Het college stelt zich in dit besluit op het standpunt dat de externe saldering met zeven bedrijven die ten grondslag ligt aan de eerdere besluiten niet toereikend is om de toename van stikstofdepositie door de varkenshouderij geheel weg te nemen. Aan dit besluit is een extra salderingslocatie ten grondslag gelegd. Uit een met AAgro-Stacks gemaakte berekening volgt volgens het college dat de toename van stikstofdepositie door de varkenshouderij geheel teniet zal worden gedaan door de afname van stikstofdepositie door de (gedeeltelijke) beëindiging van acht agrarische bedrijven.

1.5. Bij besluit van 7 september 2018 heeft het college het besluit van 8 maart 2018 ingetrokken en op grond van artikel 2.7 van de Wnb een vergunning verleend voor de oprichting van een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Sint-Oedenrode. Aan deze vergunning is ten opzichte van het besluit van 8 maart 2018 een extra voorschrift verbonden. Verder is bepaald dat op grond van de Wnb geen vergunning is vereist voor de gevolgen van de veehouderij voor beschermde natuurmonumenten. De stikstofdepositieberekeningen die aan dit besluit ten grondslag liggen zijn gemaakt met AERIUS Calculator. Uit die berekening volgt volgens het college dat externe saldering met acht bedrijven niet toereikend is om de toename van stikstofdepositie door de varkenshouderij geheel weg te nemen. Aan dit besluit is een extra salderingslocatie ten grondslag gelegd. Uit de met AERIUS Calculator gemaakte berekening volgt volgens het college dat de toename van stikstofdepositie door de varkenshouderij geheel teniet zal worden gedaan door de afname van stikstofdepositie door de (gedeeltelijke) beëindiging van negen agrarische bedrijven. Van deze bedrijven is de milieutoestemming ingetrokken.

1.6. BMF e.a. hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 9 december 2016. De besluiten van 2 augustus 2017, 8 maart 2018 en 7 september 2018 zijn ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) mede onderwerp van het geding. Het beroep van BMF e.a. wordt geacht mede te zijn gericht tegen deze besluiten.

Het besluit van 2 augustus 2017 strekt tot intrekking van het besluit van 9 december 2016. Het besluit van 8 maart 2018 strekt tot intrekking van het besluit van 2 augustus 2017. Het besluit van 7 september 2018 strekt tot intrekking van het besluit van 8 maart 2018. Omdat aan de besluiten van 9 december 2016, 2 augustus 2017 en 8 maart 2018 geen betekenis meer toekomt en niet is gesteld dat ten gevolge van deze besluiten schade is geleden die voor vergoeding in aanmerking zou kunnen komen, hebben BMF e.a. naar het oordeel van de Afdeling geen belang meer bij de beoordeling van het beroep dat gericht is tegen het besluit van 9 december 2016 en de beroepen van rechtswege die gericht zijn tegen de besluiten van 2 augustus 2017 en 8 maart 2018.

Het beroep en de beroepen van rechtswege tegen de besluiten van 9 december 2016, 2 augustus 2017 en 8 maart 2018 zijn dan ook niet-ontvankelijk.

Het beroep van rechtswege tegen het besluit van 7 september 2018 is onder meer gericht tegen de afwijzing van de aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 16 van de Nbw 1998. BMF e.a. hebben hiertegen geen nadere gronden aangevoerd. Het beroep van rechtswege, voor zover het is gericht tegen de afwijzing van de aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 16 van de Nbw 1998, is dan ook ongegrond.

De vergunning

2. Het college heeft bij besluit van 7 september 2018 vergunning verleend voor de oprichting van een varkenshouderij met 17.680 varkens met een totale emissie van 7956,00 kg/NH3/jr. De toename van de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden door de varkenshouderij zal volgens het college geheel teniet worden gedaan door de afname van stikstofdepositie door de (gedeeltelijke) beëindiging van negen agrarische bedrijven (externe saldering). De milieutoestemmingen van deze bedrijven zijn geheel of gedeeltelijk ingetrokken. De toe- en afnames van de stikstofdepositie zijn berekend met toepassing van AERIUS Calculator.

BMF e.a. voeren - kort weergegeven - aan dat de vergunde activiteit ook na externe saldering zal leiden tot een toename van stikstofdepositie op stikstofgevoelige natuurwaarden in Natura 2000-gebieden. De reden daarvoor is volgens BMF e.a. onder meer dat ten onrechte is gesaldeerd met de intrekking van omgevingsvergunningen beperkte milieutoets. De intrekking van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets heeft volgens BMF e.a. geen gevolgen voor de bedrijfsvoering van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
4 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201600614/3/R2, 201600617/3/R2, 201600618/3/R2, 201600620/3/R2, 201600622/4/R2 en 201600630/3/R2. Raad van State, 2019-05-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 de maio de 2019
    ...PAS in werking is geweest zijn in ieder geval het gestelde in 25.6 van de verwijzingsuitspraak en de uitspraak van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4192, van belang. In 25.6 van de verwijzingsuitspraak is ingegaan op de mogelijke dubbele inzet van deposities van stoppende agrarische bedri......
  • Uitspraak Nº SHE 18/1613. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-07-05
    • Nederland
    • 5 de julho de 2019
    ...later. Daarmee wordt volgens verweerder voldaan aan de criteria van de uitspraak van de Afdeling van 19 december 2018 (ECLI:NL:RVS: ECLI:NL:RVS:2018:4192). In de bovengenoemde uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat in twee gevallen kan worden uitgesloten dat depositie van externe salder......
  • Uitspraak Nº ROE 20/1874. Rechtbank Limburg, 2022-07-15
    • Nederland
    • 15 de julho de 2022
    ...van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. 1 ECLI:NL:RVS:2017:465 en ECLI:NL:RVS:2018:4192 2 ECLI:NL:RBOBR:2020:6258 3 Zie de uitspraken van de Afdeling van 29 oktober 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG1831 en 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:857......
  • Uitspraak Nº ZWO 20/2176. Rechtbank Overijssel, 2022-05-11
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 11 de maio de 2022
    ...2021, ECLI:NL:RVS:2021:1507. 3 De rechtbank verwijst in dit kader naar r.o. 9.4 van de uitspraak van de ABRvS van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4192. 4 Zie bijvoorbeeld r.o. 4.2 van de uitspraak van 16 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:901. 5 Zie p. 14 en 15 van het eindrapport “Meer meten,......
4 sentencias
  • Uitspraak Nº 201600614/3/R2, 201600617/3/R2, 201600618/3/R2, 201600620/3/R2, 201600622/4/R2 en 201600630/3/R2. Raad van State, 2019-05-29
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 29 de maio de 2019
    ...PAS in werking is geweest zijn in ieder geval het gestelde in 25.6 van de verwijzingsuitspraak en de uitspraak van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4192, van belang. In 25.6 van de verwijzingsuitspraak is ingegaan op de mogelijke dubbele inzet van deposities van stoppende agrarische bedri......
  • Uitspraak Nº SHE 18/1613. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-07-05
    • Nederland
    • 5 de julho de 2019
    ...later. Daarmee wordt volgens verweerder voldaan aan de criteria van de uitspraak van de Afdeling van 19 december 2018 (ECLI:NL:RVS: ECLI:NL:RVS:2018:4192). In de bovengenoemde uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat in twee gevallen kan worden uitgesloten dat depositie van externe salder......
  • Uitspraak Nº ROE 20/1874. Rechtbank Limburg, 2022-07-15
    • Nederland
    • 15 de julho de 2022
    ...van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen. 1 ECLI:NL:RVS:2017:465 en ECLI:NL:RVS:2018:4192 2 ECLI:NL:RBOBR:2020:6258 3 Zie de uitspraken van de Afdeling van 29 oktober 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG1831 en 29 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:857......
  • Uitspraak Nº ZWO 20/2176. Rechtbank Overijssel, 2022-05-11
    • Nederland
    • Rechtbank Overijssel (Neederland)
    • 11 de maio de 2022
    ...2021, ECLI:NL:RVS:2021:1507. 3 De rechtbank verwijst in dit kader naar r.o. 9.4 van de uitspraak van de ABRvS van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4192. 4 Zie bijvoorbeeld r.o. 4.2 van de uitspraak van 16 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:901. 5 Zie p. 14 en 15 van het eindrapport “Meer meten,......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT