Uitspraak Nº 201705577/1/R6 en 201705578/1/R3. Raad van State, 2018-04-25

ECLIECLI:NL:RVS:2018:1398
Docket Number201705577/1/R6 en 201705578/1/R3
Date25 Abril 2018
CourtCouncil of State (Netherlands)

201705577/1/R6 en 201705578/1/R3.

Datum uitspraak: 25 april 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. Stichting Groene Hart, gevestigd te Woerden,

2. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Hoogblokland, gemeente Giessenlanden,

3. [appellant sub 3A], wonend te [woonplaats], en [appellant sub 3B], wonend te Arkel, gemeente Giessenlanden (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 3]),

4. [appellant sub 4], wonend te Gorinchem,

5. [appellante sub 5A] en [appellante sub 5B], beiden gevestigd te [plaats] (hierna tezamen en in enkelvoud [appellante sub 5]);

en

1. de raad van de gemeente Gorinchem;

2. de raad van de gemeente Giessenlanden;

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 20 april 2017 heeft de raad van de gemeente Gorinchem het bestemmingsplan "Bedrijventerrein en windturbinepark Groote Haar" vastgesteld.

Bij besluit van 11 mei 2017 heeft de raad van de gemeente Giessenlanden het bestemmingsplan "Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar" vastgesteld.

Tegen één of meer van deze besluiten hebben appellanten beroep ingesteld.

Verweerders hebben gezamenlijk een verweerschrift ingediend.

Alle appellanten en verweerders hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 16 maart 2018, waar zijn verschenen Stichting Groene Hart, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], [appellanten sub 2], bijgestaan door [gemachtigde B] en [gemachtigde C], [appellant sub 3], bij monde van [appellant sub 3A], [appellant sub 4], [appellante sub 5], vertegenwoordigd door [gemachtigde D], bijgestaan door mr. J.A.N. Baas, advocaat te Den Haag, de raad van de gemeente Gorinchem, vertegenwoordigd door drs. E. de Kort, A.J. Rijsdijk en M. Gerritsen, bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, en de raad van de gemeente Giessenlanden, vertegenwoordigd door drs. E. de Kort, eveneens bijgestaan door mr. T.E.P.A. Lam.

Overwegingen

TOETSINGSKADER EN INLEIDING

1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

2. De bestemmingsplannen zijn onderdeel van de gebiedsontwikkeling Groote Haar. Deze gebiedsontwikkeling is voorzien ten noorden van de kern van Gorinchem op het grondgebied van de gemeenten Gorinchem en Giessenlanden. De gehele gebiedsontwikkeling ligt tussen de bebouwde kom van Gorinchem aan de zuidzijde, de A27 aan de westzijde, het Merwedekanaal en de Merwedelingelijn aan de oostzijde en de kernen in het Groene Hart, Hoogblokland en Arkel aan de noordzijde. Het gebied betreft een betrekkelijk open poldergebied dat deel uitmaakt van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De gebiedsontwikkeling bestaat uit de realisatie van een nieuw regionaal bedrijventerrein, bedrijventerrein de Groote Haar, met een bruto omvang van ongeveer 68 ha en ongeveer 37 ha netto uitgeefbaar terrein. Ten noorden van het bedrijventerrein is de realisatie van twee windturbines voorzien. Het bedrijventerrein en de windturbines zijn onderdeel van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein en windturbinepark Groote Haar" dat de raad van de gemeente Gorinchem heeft vastgesteld. Om het bedrijventerrein te kunnen ontsluiten, wordt een nieuwe aansluiting op de A27 gerealiseerd. Dit is voorzien in het ontwerptracébesluit "A27 Houten-Hooipolder" dat medio 2016 ter inzage is gelegd. Tussen de aansluiting op de A27 en het bedrijventerrein wordt een nieuwe verbindingsweg aangelegd. Een deel van de nieuwe verbindingsweg is voorzien op het grondgebied van de gemeente Gorinchem en is onderdeel van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein en windturbinepark Groote Haar". Het grootste deel van de verbindingsweg tot aan de aansluiting op de A27 zal worden aangelegd op het grondgebied van de gemeente Giessenlanden en is voorzien in het bestemmingsplan "Aansluiting A27 en verbindingsweg Groote Haar".

3. Het bedrijventerrein "Groote Haar" was eerder onderdeel van het bestemmingsplan "Gorinchem-Noord" dat de raad van de gemeente Gorinchem heeft vastgesteld op 27 januari 2011. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 15 augustus 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX4636, het bestemmingsplan "Gorinchem-Noord" wat betreft het daarin voorziene bedrijventerrein vernietigd, omdat ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende zeker was of een tijdelijke dan wel definitieve ontsluiting van het bedrijventerrein op de A27 binnen de planperiode van tien jaar kon worden gerealiseerd.

4. Stichting Groene Hart en de overige appellanten, zijnde bewoners, grondeigenaren en/of exploitanten van een bedrijf in de omgeving van de plangebieden, verzetten zich tegen de realisatie van de gebiedsontwikkeling Groote Haar vanwege de gevolgen die de gebiedsontwikkeling volgens hen heeft op onder meer de natuur, het landschap, hun woon- en leefklimaat en/of hun bedrijfsvoering.

OPZET UITSPRAAK

5. Na de beoordeling van de ontvankelijkheid van de beroepen (overwegingen 7-13), zal worden ingegaan op de procedurele beroepsgronden (overwegingen 14 en 15). Vervolgens komen de inhoudelijke beroepsgronden aan de orde, die zijn onderverdeeld in de volgende onderwerpen:

- experimenteerstatus op basis van de Crisis- en herstelwet (overwegingen 16-21);

- de locatiekeuze voor het bedrijventerrein (overweging 22 en 23);

- de ladder voor duurzame verstedelijking (overwegingen 24-41);

- ontsluiting van het bedrijventerrein en de aanleg van de verbindingsweg Groote Haar (overwegingen 42-47);

- ligging van het bedrijventerrein in het Groene Hart en de effecten op het landschap (overweging 48);

- milieueffecten en de effecten op de natuur en de flora en fauna als gevolg van de aanleg van het bedrijventerrein en de ontsluitingsweg (overwegingen 49-51);

- windturbines (overwegingen 52-57);

- waardedaling (overweging 58);

- financiële uitvoerbaarheid (overweging 59);

- overige individuele beroepsgronden van [appellanten sub 2] en [appellante sub 5] (overwegingen 60-66).

Aan het einde van de uitspraak staat een conclusie (overweging 68).

6. [appellant sub 3] heeft in zijn beroepschrift vermeld de beroepsgronden van Stichting Groene Hart te onderschrijven. In deze uitspraak wordt met Stichting Groene Hart daarom tevens [appellant sub 3] bedoeld.

ONTVANKELIJKHEID

[appellant sub 3]

Ondertekening van het beroepschrift

7. Verweerders stellen dat het beroep van [appellant sub 3] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat hij bij het instellen van het beroep via het digitaal loket van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een niet ondertekende bijlage heeft gevoegd waarin zijn beroepsgronden zijn vermeld. Volgens verweerders had deze bijlage gelet op het bepaalde in artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) moeten worden ondertekend.

7.1. In artikel 6:5, eerste lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift wordt ondertekend.

Over verkeer langs elektronische weg zijn in afdeling 2.3 van de Awb wettelijke regels opgenomen. Deze afdeling is gelet op het bepaalde in artikel 8:40a, eerste lid, van de Awb van overeenkomstige toepassing op het verkeer met de bestuursrechter. Over het vereiste van ondertekening is in artikel 2:16, eerste lid, van afdeling 2.3 van de Awb het volgende bepaald: "Aan het vereiste van ondertekening is voldaan door een elektronische handtekening, indien de methode die daarbij voor ondertekening is gebruikt, voldoende betrouwbaar is, gelet op de aard en inhoud van het elektronische bericht en het doel waarvoor het is gebruikt."

7.2. [appellant sub 3] heeft via het digitaal loket van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met behulp van een DigiD-code beroep ingesteld tegen de bestreden besluiten. Bij de indiening van het beroep is vermeld dat voor de gronden en de motivering van beroep wordt verwezen naar de bijgevoegde bijlage. Naar het oordeel van de Afdeling vereist artikel 6:5, eerste lid, van de Awb niet dat deze bijlage van een fysieke handtekening wordt voorzien alvorens die wordt geüpload. Doordat de bijlage hoort bij het met behulp van een DigiD-code ingediende beroep en DigiD een betrouwbare methode van ondertekening vormt als bedoeld in artikel 2:16, eerste lid, van de Awb, is naar het oordeel van de Afdeling aan het vereiste van ondertekening van het beroepschrift voldaan.

Machtiging [appellant sub 3B]

8. Verweerders wijzen erop dat het beroepschrift van [appellant sub 3] is ingediend door [appellant sub 3A], waarbij in het beroepschrift [appellant sub 3B] als mede-indiener is vermeld. Volgens verweerders is er bij het beroepschrift geen machtiging overgelegd waaruit blijkt dat [appellant sub 3A] gemachtigd is om namens [appellant sub 3B] beroep in te stellen. Gelet hierop is het beroep van [appellant sub 3], voor zover ingesteld door [appellant sub 3B], niet-ontvankelijk, aldus verweerders.

8.1. De Afdeling stelt vast dat bij het beroepschrift van [appellant sub 3] geen machtiging is overgelegd waarin is vermeld dat [appellant sub 3A] is gemachtigd om namens [appellant sub 3B] beroep in te stellen. Op grond van een dergelijk gebrek kan het beroep van [appellant sub 3B] niet-ontvankelijk worden verklaard, mits aan [appellant sub 3B] de gelegenheid is geboden het gebrek te herstellen binnen een aan hem daarvoor gestelde termijn. Dit volgt uit het bepaalde in artikel 6:6 van de Awb. Na daartoe door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201802281/3/R2. Raad van State, 2020-02-12
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 12 Febrero 2020
    ...verslechtert. 9.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraken van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616, en 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1398) moet onder "experiment" in artikel 2.4 van de Chw worden verstaan, de mogelijkheid om van bepaalde wettelijke bepalingen af te wijken.......
  • Uitspraak Nº 201900349/1/R3. Raad van State, 2020-08-26
    • Nederland
    • 26 Agosto 2020
    ...op de in de genoemde bestemmingsplannen opgenomen aansluiting en verbindingsweg is opgenomen in het tracébesluit. Op 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1398, heeft de Afdeling uitspraak gedaan over de beroepen tegen de besluiten waarbij de bestemmingsplannen zijn vastgesteld. In de uitspraak i......
  • Uitspraak Nº 18/744. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-06-21
    • Nederland
    • 21 Junio 2019
    ...aan duurzaamheid. De rechtbank sluit aan bij het oordeel van de Afdeling in rechtsoverweging 19 van de uitspraak van 25 april 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1398) waarin de ontwikkeling van een bedrijvenpark met toepassing van artikel 7c van het BuChw (dat ook is gebaseerd op artikel 2.4 van de Chw......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº 201802281/3/R2. Raad van State, 2020-02-12
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 12 Febrero 2020
    ...verslechtert. 9.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraken van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616, en 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1398) moet onder "experiment" in artikel 2.4 van de Chw worden verstaan, de mogelijkheid om van bepaalde wettelijke bepalingen af te wijken.......
  • Uitspraak Nº 201900349/1/R3. Raad van State, 2020-08-26
    • Nederland
    • 26 Agosto 2020
    ...op de in de genoemde bestemmingsplannen opgenomen aansluiting en verbindingsweg is opgenomen in het tracébesluit. Op 25 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1398, heeft de Afdeling uitspraak gedaan over de beroepen tegen de besluiten waarbij de bestemmingsplannen zijn vastgesteld. In de uitspraak i......
  • Uitspraak Nº 18/744. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-06-21
    • Nederland
    • 21 Junio 2019
    ...aan duurzaamheid. De rechtbank sluit aan bij het oordeel van de Afdeling in rechtsoverweging 19 van de uitspraak van 25 april 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1398) waarin de ontwikkeling van een bedrijvenpark met toepassing van artikel 7c van het BuChw (dat ook is gebaseerd op artikel 2.4 van de Chw......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT