Uitspraak Nº 201802281/3/R2. Raad van State, 2020-02-12

ECLIECLI:NL:RVS:2020:452
Docket Number201802281/3/R2
Date12 Febrero 2020
CourtCouncil of State (Netherlands)

201802281/3/R2.

Datum uitspraak: 12 februari 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de vereniging Producenten Organisatie Varkenshouderij (hierna: POV), gevestigd te Zeist,

appellante,

en

de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 8 februari 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Mill en Sint Hubert, herziening 2018" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft POV beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hebben schriftelijk inlichtingen gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 september 2019, waar POV, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], bijgestaan door mr. F.H. Damen, advocaat te Rotterdam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. P.L.J.G. Broekmans, bijgestaan door mr. P.P.A. Bodden, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen. Ter zitting hebben het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, vertegenwoordigd door mr. E.F.M. Vos, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, vertegenwoordigd door S.N.S. de Mol Moncourt, bijgestaan door mr. I.M. van der Heijden, advocaat te Den Haag, hun gegeven inlichtingen toegelicht.

Overwegingen

Inleiding

1. Het bestreden besluit is een partiële herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied Mill en Sint Hubert" van 7 juni 2012. Met het plan is beoogd de geldende juridisch-planologische regeling voor het buitengebied te actualiseren, onder meer door de planologische mogelijkheden voor veehouderijen in overeenstemming te brengen met de regels die aan veehouderijen zijn gesteld in de provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant, vastgesteld op 8 juli 2017 en in werking getreden op 15 juli 2017 (hierna: de Verordening). Het bestreden besluit voegt aan de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden - Groenblauwe Mantel" onder meer twee afwijkingsbevoegdheden toe. Daarnaast wijzigt het bestreden besluit een aantal voorwaarden waaronder gebruik mag worden gemaakt van de in het plan opgenomen bevoegdheden de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden - Groenblauwe Mantel" te wijzigen.

2. POV is een vereniging die opkomt voor de belangen van varkenshouders in Nederland. Zij kan zich niet verenigen met de in het plan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden die weliswaar ontwikkelingen voor veehouderijen mogelijk maken maar waarvan alleen onder bepaalde voorwaarden gebruik kan worden gemaakt. De voorwaarden die in de desbetreffende planregels worden gesteld, gaan over het treffen van maatregelen die invulling gegeven aan een zogeheten zorgvuldige veehouderij, over de norm voor cumulatieve geurhinder, over de norm voor de achtergrondconcentratie fijnstof, over het voeren van een zorgvuldige dialoog en over de zogeheten stalderingsregeling. Deze voorwaarden heeft de raad aan de ontwikkeling van veehouderijen gesteld met inachtneming van de regels voor veehouderijen in de Verordening. Provinciale staten hebben de desbetreffende regels in de Verordening aan veehouderijen gesteld om de impact van veehouderijen op de omgeving te verminderen.

De (plan)regels die onderwerp zijn van het geschil

3. POV bestrijdt bepaalde afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden die in het plan zijn opgenomen. Het bevoegd gezag kan door het verlenen van een omgevingsvergunning op gronden met de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden - Groenblauwe mantel" op basis van artikel 3, lid 3.3, sub 3.3.5, en artikel 7, lid 7.3, sub 7.3.5 onder voorwaarden afwijken van de bouwregels voor het bouwen of vergroten van een dierenverblijf voor veehouderijen waarbij de gezamenlijke oppervlakte van dierenverblijven toeneemt. Ook kan het bevoegd gezag door het verlenen van een omgevingsvergunning op gronden met de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden - Groenblauwe mantel" op basis van artikel 3, lid 3.5, sub 3.5.3, en artikel 7, lid 7.5, sub 7.5.3, onder voorwaarden afwijken van de gebruiksregels voor het in gebruik nemen van gebouwen als dierenverblijf voor veehouderijen waarbij de gezamenlijke oppervlakte van dierenverblijven toeneemt. Daarnaast is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden - Groenblauwe mantel" op basis van artikel 3, lid 3.7, sub 3.7.2, en artikel 7, lid 7.7, sub 7.7.2, onder voorwaarden te wijzigen ten behoeve van de vormverandering en/of vergroting van het bouwvlak van een veehouderij. Tot slot is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de bestemming "Agrarisch" op basis van artikel 3, lid 3.7, sub 3.7.4, onder voorwaarden te wijzigen in die zin dat aan de bouwvlakken zonder de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - veehouderij" en "specifieke vorm van agrarisch - overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf" deze aanduiding wordt toegevoegd.

3.1. De voorwaarden waaronder het bevoegd gezag gebruik kan maken van de desbetreffende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zijn onder meer de volgende voorwaarden:

- Er dienen maatregelen te worden getroffen en in stand te worden gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij. Er is sprake van een zorgvuldige veehouderij indien wordt voldaan aan de nadere regels die hieromtrent op basis van de Verordening ruimte door gedeputeerde staten zijn gesteld, zoals die regels gelden op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke omgevingsvergunningaanvraag.

- Er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er - indien blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages - maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting, welke ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert.

- Er is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde concentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 microgram per m3.

- Er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving van het initiatief.

- Een toename van de gezamenlijke oppervlakte van dierenverblijven voor een hokdierhouderij is uitsluitend toegestaan indien:

1 binnen het stalderingsgebied bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij is gesaneerd door sloop of herbestemming, waarbij geldt dat:

• de bestaande dierenverblijven die zijn gesaneerd dienen te voldoen aan de criteria die in de provinciale Verordening ruimte zijn gesteld aan 'bestaande dierenverblijven', zoals die criteria gelden op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke omgevingsvergunningaanvraag;

• het gebruik van de bestaande dierenverblijven als dierenverblijf juridisch en feitelijk dient te zijn beëindigd;

2 de oppervlakte van de sanering als bedoeld onder 1 tenminste 110% bedraagt van de oppervlakte aan dierenverblijf die wordt opgericht;

3 de sanering als bedoeld onder 1 plaatsvindt in directe samenhang met de bouw of vergroting van een dierenverblijf en voor de sanering geen gebruik is gemaakt van een andere regeling;

4 door of namens Gedeputeerde Staten is getoetst of aan de voorwaarden onder 1 tot en met 3 is voldaan en het door of namens gedeputeerde staten afgegeven bewijs dat aan deze voorwaarden is voldaan wordt overgelegd.

3.2. De raad heeft toegelicht dat hij deze voorwaarden aan de desbetreffende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden verbindt, omdat de raad er op grond van artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) toe gehouden is het plan in overeenstemming te brengen met de regels in de Verordening. Bovendien is de raad van oordeel dat hij het beleid dat daaraan ten grondslag ligt in overeenstemming acht met een goede ruimtelijke ordening. Met de in het plan opgenomen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden die POV bestrijdt, beoogt de raad het plan in overeenstemming te brengen met artikel 6.3, eerste lid, aanhef en onder a, d, e, en g, artikel 6.3, tweede lid, aanhef, sub a onder I, III, IV en V, artikel 6.3, derde lid, artikel 7.3, eerste lid, aanhef en onder a, d, e, en g, artikel 7.3, tweede lid, aanhef, sub a onder I, III, IV en V, artikel 7.3, derde lid, en artikel 26.1 van de Verordening.

3.3. De artikelen 6.3, eerste lid, en 7.3, eerste lid, van de Verordening regelen onder welke voorwaarden een bestemmingsplan dat in de groenblauwe mantel of gemengd landelijk gebied ligt, kan voorzien in een uitbreiding van, een vestiging van of een omschakeling naar een veehouderij. De artikelen 6.3, tweede lid, en 7.3, tweede lid, regelen dat een bestemmingsplan dat in de groenblauwe mantel of gemengd landelijk gebied ligt, voor een bestaande veehouderij moet bepalen dat een toename van de oppervlakte van de bestaande gebouwen alleen onder bepaalde voorwaarden is toegestaan. De voorwaarden die in de Verordening zijn gesteld, zijn onder andere dat maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geen aan een zorgvuldige veehouderij, dat is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, dat is aangetoond dat de achtergrondconcentratie, vermeerderd met de bijdrage van het initiatief, een jaargemiddelde fijnstofconcentratie (PM10) op gevoelige objecten veroorzaakt van maximaal 31,2 microgram per m3 en dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling. In de artikelen 6.3, derde lid, en 7.3, derde lid, is bepaald dat het college van gedeputeerde staten (hierna: het college) nadere regels stelt over de inzet van maatregelen die bijdragen aan de ontwikkeling naar zorgvuldige veehouderij. In...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
73 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 21/1176 en 21/1288 en 21/1374. Rechtbank Oost-Brabant, 2022-10-06
    • Nederland
    • 6 oktober 2022
    ...van een stalderingsbewijs een meetrapport van het desbetreffende gebouw bevat. 1 ECLI:NL:RVS:2014:3726. 2 ECLI:NL:RBOBR:2022:23. 3 ECLI:NL:RVS:2020:452, r.o. 18 en volgende. 4 ECLI:NL:RVS:2017:254. 5 Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 17 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2380. 6 ECLI:NL......
  • Uitspraak Nº 201900579/1/R2. Raad van State, 2020-09-30
    • Nederland
    • 30 september 2020
    ...richtsnoer, waarbij de toetsing wordt verricht op de wijze als door de Afdeling is uiteengezet in haar uitspraak van 12 februari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:452). 7.3. De omstandigheid dat aan het project een lange voorgeschiedenis vooraf is gegaan, dat de aanvraag ruim voor de inwerkingtreding ......
  • Uitspraak Nº 202006547/2/A2. Raad van State, 2022-02-16
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 16 februari 2022
    ...t/m 2019, AB 2019/463, m. nt. M. van Zanten. (55) CRvB 1 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2016. (56) ABRvS 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452. (57) HR 11 december 2020, nr. 19/03405, na conclusie P.J. Wattel, ECLI:NL:HR:2020:1988; BNB 2021/34 m. nt. P. (58) HR 24 september 2021, nr. 19/0587......
  • Uitspraak Nº 202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3. Raad van State, 2022-04-26
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 26 april 2022
    ...waarbij de toetsing wordt verricht op de wijze zoals de Afdeling die heeft uiteengezet in haar uitspraak van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452. Zoals in die uitspraak is overwogen, kan de enkele strijd met formele beginselen als het beginsel van zorgvuldige besluitvorming (artikel 3:2 ......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
72 sentencias
  • Uitspraak Nº 21/1176 en 21/1288 en 21/1374. Rechtbank Oost-Brabant, 2022-10-06
    • Nederland
    • 6 oktober 2022
    ...van een stalderingsbewijs een meetrapport van het desbetreffende gebouw bevat. 1 ECLI:NL:RVS:2014:3726. 2 ECLI:NL:RBOBR:2022:23. 3 ECLI:NL:RVS:2020:452, r.o. 18 en volgende. 4 ECLI:NL:RVS:2017:254. 5 Zie ook de uitspraak van de Afdeling van 17 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2380. 6 ECLI:NL......
  • Uitspraak Nº 201900579/1/R2. Raad van State, 2020-09-30
    • Nederland
    • 30 september 2020
    ...richtsnoer, waarbij de toetsing wordt verricht op de wijze als door de Afdeling is uiteengezet in haar uitspraak van 12 februari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:452). 7.3. De omstandigheid dat aan het project een lange voorgeschiedenis vooraf is gegaan, dat de aanvraag ruim voor de inwerkingtreding ......
  • Uitspraak Nº 202006547/2/A2. Raad van State, 2022-02-16
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 16 februari 2022
    ...t/m 2019, AB 2019/463, m. nt. M. van Zanten. (55) CRvB 1 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2016. (56) ABRvS 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452. (57) HR 11 december 2020, nr. 19/03405, na conclusie P.J. Wattel, ECLI:NL:HR:2020:1988; BNB 2021/34 m. nt. P. (58) HR 24 september 2021, nr. 19/0587......
  • Uitspraak Nº 202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3. Raad van State, 2022-04-26
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 26 april 2022
    ...waarbij de toetsing wordt verricht op de wijze zoals de Afdeling die heeft uiteengezet in haar uitspraak van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452. Zoals in die uitspraak is overwogen, kan de enkele strijd met formele beginselen als het beginsel van zorgvuldige besluitvorming (artikel 3:2 ......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT