Uitspraak Nº 201805952/1/A3. Raad van State, 2019-06-05
ECLI | ECLI:NL:RVS:2019:1820 |
Docket Number | 201805952/1/A3 |
Date | 05 Junio 2019 |
Court | Council of State (Netherlands) |
201805952/1/A3.
Datum uitspraak: 5 juni 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 8 juni 2018 in zaak
nr. 17/7335 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag.
Procesverloop
Bij besluit van 27 januari 2017 heeft het college [appellant] een bestuurlijke boete van € 10.250,00 opgelegd.
Bij besluit van 18 september 2017 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 8 juni 2018 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 mei 2019, waar [appellant], bijgestaan door mr. K.J.M. Wassenaar, advocaat te Leidschendam, en het college, vertegenwoordigd door mr. A.D.P. Guarracino, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. [appellant] was huurder van een woning aan de [locatie] te Den Haag. Bij het besluit van 27 januari 2017 heeft het college [appellant] de boete opgelegd, omdat hij volgens het college artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 (hierna: Hvw) gelezen in samenhang met artikel 35, aanhef en onder a, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2015-2019, heeft overtreden door drie van de vier kamers van de woning in te richten als hennepkwekerij.
Wettelijk kader
2. De relevante wetgeving is opgenomen in de bijlage. Deze maakt deel uit van de uitspraak.
Aangevallen uitspraak
3. De rechtbank heeft [appellant] niet gevolgd in het standpunt dat het college aanleiding had moeten zien om tot matiging van de boete over te gaan. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat zijn financiële draagkracht pas vastgesteld kan worden als naast zijn inkomen en kosten ook het door hem genoten voordeel uit de hennepkwekerij bekend is. Dat is niet het geval en uit het boeterapport blijkt dat hij daarmee niet onaanzienlijke inkomsten heeft verworven, aldus de rechtbank.
Hoger beroep
4. [appellant] betoogt dat de boete ten onrechte is vastgesteld op € 10.250,00, omdat geen sprake was van bedrijfsmatige exploitatie van de woning en dit de eerste en enige keer was dat hij de Hvw heeft overtreden. Mocht de Afdeling dit betoog niet volgen, dan heeft de rechtbank verder ten onrechte geoordeeld dat geen aanleiding bestaat voor matiging...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT-
Uitspraak Nº 201902579/1/A3. Raad van State, 2020-01-22
...in dit geval aan de orde zijn, moet hij dat aannemelijk maken (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820). Daarbij is verder van belang dat bij een gebrek aan inzicht in het uit een overtreding genoten voordeel aanleiding kan bestaan om niet tot ve......
-
Uitspraak Nº 202001096/1/A3. Raad van State, 2020-10-28
...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820, kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt als bijz......
-
Uitspraak Nº 201902131/1/A3. Raad van State, 2019-12-18
...bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820, kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt al......
-
Uitspraak Nº 202100798/1/A3. Raad van State, 2022-05-18
...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820), kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerk......
-
Uitspraak Nº 201902579/1/A3. Raad van State, 2020-01-22
...in dit geval aan de orde zijn, moet hij dat aannemelijk maken (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820). Daarbij is verder van belang dat bij een gebrek aan inzicht in het uit een overtreding genoten voordeel aanleiding kan bestaan om niet tot ve......
-
Uitspraak Nº 202001096/1/A3. Raad van State, 2020-10-28
...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820, kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt als bijz......
-
Uitspraak Nº 201902131/1/A3. Raad van State, 2019-12-18
...bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling heeft overwogen in de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820, kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt al......
-
Uitspraak Nº 202100798/1/A3. Raad van State, 2022-05-18
...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1820), kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van een overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerk......