Uitspraak Nº 201900862/1/A3. Raad van State, 2019-10-09

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3403
Date09 Octubre 2019
Docket Number201900862/1/A3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201900862/1/A3.

Datum uitspraak: 9 oktober 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

1. het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

2. [appellant sub 2A], wonend te [woonplaats], en [appellant sub 2B], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 december 2018 in zaken nrs. 18/4364 en 18/4365 in het geding tussen:

[appellanten sub 2]

en

het college.

Procesverloop

Bij besluiten van 15 februari 2018 heeft het college aan [appellanten sub 2] elk afzonderlijk een bestuurlijke boete van € 20.500,- opgelegd wegens het zonder vergunning aan de woonruimtevoorraad onttrekken van de woning aan de [locatie] te Amsterdam.

Bij besluiten van 24 mei 2018 heeft het college de door [appellanten sub 2] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 11 december 2018 heeft de rechtbank de door [appellanten sub 2] daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 24 mei 2018 vernietigd, de besluiten van 15 februari 2018 herroepen, de bestuurlijke boete vastgesteld op € 10.250,00 per persoon en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde besluiten. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

[appellanten sub 2] hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Tevens hebben [appellanten sub 2] incidenteel hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 augustus 2019, waar het college, vertegenwoordigd door mr. R. Lo Fo Sang, en [appellant sub 2B], bijgestaan door mr. J.G.M. de Koning, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van de uitspraak.

2. [appellant sub 2A] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Amsterdam. Naar aanleiding van een melding woonfraude bij de gemeente is de woning op 3 januari 2018 door toezichthouders van de gemeente bezocht.

De toezichthouders hebben hun bevindingen neergelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt rapport van bevindingen van 3 januari 2018. Hieruit blijkt onder meer dat niemand op het adres staat ingeschreven in de Basisregistratie personen (hierna: Brp). Uit het rapport volgt verder dat de deur is geopend door een Franse toerist die verklaarde de woning voor vier personen te hebben gehuurd via AirBnB, maar dat de toezichthouders hebben geconstateerd dat er vijf personen in de woning aanwezig waren. Verder heeft de toerist verklaard dat de contactpersoon [appellant sub 2B] was.

Het college heeft bij afzonderlijke besluiten van 15 februari 2018 [appellanten sub 2] een boete opgelegd van € 20.500,- per persoon. Volgens het college is sprake van hotelmatig gebruik van de woning. Nu niet aan de voorwaarden van het vakantieverhuurbeleid is voldaan, is de woning aan de bestemming tot bewoning onttrokken zonder dat daarvoor een vergunning is verstrekt. Dit is een overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 (hierna: Huisvestingswet). Bij de besluiten op bezwaar van 24 mei 2018 zijn de bezwaren ongegrond verklaard.

De aangevallen uitspraak

3. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank vastgesteld dat niet in geschil is dat [appellanten sub 2] de woning aan de bestemming tot bewoning hebben onttrokken en dat zij hiermee in strijd met artikel 21 van de Huisvestingswet hebben gehandeld.

Volgens de rechtbank heeft het college [appellant sub 2A] als eigenaar van de woning terecht als overtreder aangemerkt. De rechtbank heeft geoordeeld dat ook zijn zoon [appellant sub 2B] terecht als overtreder is aangemerkt, omdat hij de woning in strijd met de voorwaarden voor vakantieverhuur via AirBnB heeft verhuurd en daarmee de verboden handeling fysiek heeft verricht. Het college was dan ook bevoegd om op grond van artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet een boete aan [appellanten sub 2] op te leggen. Uit de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 (hierna: Huisvestingsverordening), volgt dat de wettelijk gefixeerde boete voor een eerste overtreding € 20.500,- bedraagt.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er omstandigheden zijn die maken dat een lagere boete aan [appellanten sub 2] moet worden opgelegd. Zij waren in afwachting van een aangevraagde omgevingsvergunning voor het verbouwen van de woning. De woning stond daardoor al lange tijd leeg en zij wilden voorkomen dat de woning zou worden gekraakt. Verder is de overtreding direct na de controle opgeheven door inschrijving van [appellant sub 2B] in de Brp op het adres [locatie] en de melding van vakantieverhuur ten aanzien van de woning. De lopende verhuur wilden zij correct afhandelen. Daarnaast vindt de rechtbank het aannemelijk dat [appellant sub 2B] alleen ondersteunende handelingen voor zijn vader verrichtte met betrekking tot vakantieverhuur. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de handelingen van [appellant sub 2A] ook beperkt zijn gebleven. Deze waren vooral ingegeven ter bescherming van zijn eigendom in afwachting van een aangevraagde omgevingsvergunning. Gelet op het voorgaande had het college bijzondere omstandigheden moeten aannemen en de boete met 50% per persoon moeten matigen en moeten vaststellen op € 10.250,- per persoon, aldus de rechtbank.

Gronden hoger beroep college

4. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte aanleiding...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
17 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 21/122. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2022-06-14
    • Nederland
    • College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)
    • 14 juni 2022
    ...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. 6.2 Uit vaste rechtspraak (zie de uitspraak van de Afdeling van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403, en de uitspraak van het College van 20 november 2014, ECLI:NL:CBB:2014:455) volgt dat een geringe financiële draagkracht kan worden aange......
  • Uitspraak Nº 202100798/1/A3. Raad van State, 2022-05-18
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 18 mei 2022
    ...grote druk op de woningmarkt, op zichzelf genomen al een ernstige overtreding is (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403), maar daarmee is niet gezegd dat zich geen bijzondere omstandigheden kunnen voordoen die aanleiding kunnen geven om de boete te matigen.......
  • Uitspraak Nº 202105898/1/A3. Raad van State, 2022-10-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 oktober 2022
    ...woningvoorraad en de grote druk op de woningmarkt, een ernstige overtreding is. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403. Daarmee is niet gezegd dat zich daarom geen bijzondere omstandigheden meer kunnen voordoen die aanleiding kunnen geven om de boete te mati......
  • Uitspraak Nº 202100262/1/A3. Raad van State, 2022-03-30
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 30 maart 2022
    ...verstrekkende consequenties heeft voor het beschermen van de woningvoorraad van de stad (vergelijk de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403). 7.6. [appellante] heeft echter concrete omstandigheden gesteld en ook onderbouwd die volgens haar moeten leiden tot een lagere boete. [......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
17 sentencias
  • Uitspraak Nº 21/122. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2022-06-14
    • Nederland
    • College van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)
    • 14 juni 2022
    ...boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. 6.2 Uit vaste rechtspraak (zie de uitspraak van de Afdeling van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403, en de uitspraak van het College van 20 november 2014, ECLI:NL:CBB:2014:455) volgt dat een geringe financiële draagkracht kan worden aange......
  • Uitspraak Nº 202105898/1/A3. Raad van State, 2022-10-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 oktober 2022
    ...woningvoorraad en de grote druk op de woningmarkt, een ernstige overtreding is. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403. Daarmee is niet gezegd dat zich daarom geen bijzondere omstandigheden meer kunnen voordoen die aanleiding kunnen geven om de boete te mati......
  • Uitspraak Nº 202100798/1/A3. Raad van State, 2022-05-18
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 18 mei 2022
    ...grote druk op de woningmarkt, op zichzelf genomen al een ernstige overtreding is (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403), maar daarmee is niet gezegd dat zich geen bijzondere omstandigheden kunnen voordoen die aanleiding kunnen geven om de boete te matigen.......
  • Uitspraak Nº 202100262/1/A3. Raad van State, 2022-03-30
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 30 maart 2022
    ...verstrekkende consequenties heeft voor het beschermen van de woningvoorraad van de stad (vergelijk de uitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3403). 7.6. [appellante] heeft echter concrete omstandigheden gesteld en ook onderbouwd die volgens haar moeten leiden tot een lagere boete. [......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT