Uitspraak Nº 201904651/1/V2. Raad van State, 2019-12-18

ECLIECLI:NL:RVS:2019:4200
Date18 Diciembre 2019
Docket Number201904651/1/V2
CourtCouncil of State (Netherlands)

201904651/1/V2.

Datum uitspraak: 18 december 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 4 juni 2019 in zaak nr. NL19.11187 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 4 juni 2019 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld.

De vreemdeling heeft nadere stukken ingediend.

De staatssecretaris heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 september 2019, waar de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verbaas, advocaat te Alkmaar, en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Asperen, advocaat te Den Haag, en mr. F.W.A. Croonen, zijn verschenen. De zaak is ter zitting gelijktijdig behandeld met zaak ECLI:NL:RVS:2019:4202.

Overwegingen

Inleiding

1. De Afdeling heeft in haar uitspraken van 21 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:915, en 1 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3176, geoordeeld over de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan. Zij heeft, samengevat weergegeven, overwogen dat er in Afghanistan geen situatie is waarbij een burger louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 en artikel 15, onder c, van de Kwalificatierichtlijn (hierna: de 15c-situatie). Daarbij heeft de Afdeling rapporten en documenten van Nederlandse en internationale organisaties betrokken. Deze documenten hebben betrekking op de periode tot juni 2018.

2. Deze uitspraak gaat over de periode daarna en de vraag of nieuwe rapporten en documenten tot een ander oordeel over de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan moeten leiden. Het gaat dus om de feitelijke vraag of er in Afghanistan een 15c-situatie is. In deze uitspraak wordt uit oogpunt van rechtseenheid ook nog ingegaan op de vraag welke bescherming artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 biedt. Dit omdat verschillende zittingsplaatsen van de rechtbank Den Haag daarover uiteenlopende rechtsopvattingen hebben.

3. De positie van religieuze en etnische minderheidsgroepen, die ter zitting ook aan de orde is geweest, wordt besproken in de uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2019:4202.

3.1. De Afdeling betrekt bij haar toetsing van het in het besluit neergelegde standpunt van de staatssecretaris aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000, ook de stukken waarop partijen pas na de aangevallen uitspraak een beroep hebben gedaan. Dit doet zij met het oog op de belangen die zijn gemoeid met de bescherming die deze bepaling biedt en omwille van de rechtsontwikkeling, de rechtszekerheid en de actualiteitswaarde van de uitspraak voor de behandeling van asielzaken van vreemdelingen die zich beroepen op de instabiele algemene veiligheidssituatie in - delen van - Afghanistan. Deze toetsing beperkt zich, gelet op de artikelen 8:65, eerste lid, en 8:69, eerste lid, van de Awb, tot het moment van sluiting van het onderzoek ter zitting bij de Afdeling op 30 september 2019 (uitspraak van de Afdeling van 19 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2017).

4. Alle in deze uitspraak betrokken stukken zijn vermeld in de bijlagen van deze uitspraak. De bijlagen maken deel uit van de uitspraak. Ook de door partijen genoemde rapporten van SIGAR heeft de Afdeling bij haar beoordeling betrokken, hoewel recente berichtgeving de betrouwbaarheid van rapporten van die organisatie in twijfel heeft getrokken. SIGAR is slechts één van de bronnen waarop de informatie over Afghanistan steunt. Verder gaat de berichtgeving over de betrouwbaarheid van haar rapporten over een eerdere periode dan de periode waarin de rapporten die in bijlage 1 staan vermeld, zijn opgemaakt en waarover deze uitspraak gaat.

4.1. De Afdeling citeert in bijlage 2 uit oogpunt van leesbaarheid uit een beperkt aantal bronnen, namelijk uit het algemeen ambtsbericht inzake Afghanistan van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van maart 2019, het rapport van het EASO, 'Afghanistan, Security Situation, Country of Origin Information Report', van 12 juni 2019, het rapport van UNAMA, 'The situation in Afghanistan and its implications for international peace and security', van 28 februari 2019 en het rapport van USDOS, '2018 Report on International Religious Freedom: Afghanistan', van 21 juni 2019. Dit betekent niet dat de Afdeling niet alle overgelegde bronnen in haar overwegingen heeft betrokken. De informatie daaruit wijkt echter in de kern niet van de informatie uit de wel geciteerde bronnen af.

De algemene veiligheidssituatie in een land van herkomst en de beoordeling van individuele asielrelazen: de bescherming van 15c

5. Uit wat de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 18 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2489, vloeit het volgende voort. Bij de beantwoording van de vraag of er in een bepaald land een 15c-situatie is, spelen individuele omstandigheden geen rol. Dat wil zeggen dat wat een vreemdeling persoonlijk is overkomen volgens zijn asielrelaas, dan wel tot welke sociale of religieuze groep hij behoort, bij de 15c-beoordeling geen betekenis heeft. Die beoordeling gaat namelijk alleen om de beantwoording van de vraag of de geweldssituatie in een land zo erg is dat iedere burger - dus los van zijn individuele omstandigheden, inclusief het behoren tot een bepaalde groep - die daarnaar terugkeert, alleen al daardoor een risico loopt slachtoffer van willekeurig geweld te worden. Dit betekent echter niet dat de geweldssituatie in een land van herkomst niet van invloed is op de beoordeling van een individueel asielrelaas en de vraag of een vreemdeling asielrechtelijke bescherming nodig heeft. Een asielrelaas van een vreemdeling behoort immers altijd te worden onderzocht, beoordeeld en getoetst tegen de achtergrond van de veiligheidssituatie in een bepaald land of een bepaald gebied (het arrest van het Hof van Justitie van 17 februari 2009, Elgafaji, ECLI:EU:C:2009:94). Daarom wordt de vraag naar de bescherming van Hazara in Afghanistan ook niet in deze uitspraak beantwoord, maar in de andere uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2019:4202.

Grief over de algemene veiligheidssituatie

6. In de derde grief klaagt de vreemdeling dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat uit de door hem overgelegde informatie niet blijkt dat er een verslechtering van de veiligheidssituatie in Afghanistan heeft plaatsgevonden na de periode zoals deze is beoordeeld door de Afdeling in de uitspraken van 21 maart 2018 en 1 oktober 2018, die in rechtsoverweging 1 zijn genoemd. Volgens de vreemdeling blijkt uit recente stukken dat de veiligheidssituatie in de periode na juni 2018 wezenlijk slechter is geworden.

6.1. De vreemdeling heeft ter onderbouwing van zijn betoog verwezen naar onder meer het algemeen ambtsbericht inzake Afghanistan van maart 2019, het rapport van het EASO van 12 juni 2019, het rapport van UNAMA van 28 februari 2019 en het rapport van USDOS van 21 juni 2019.

Beoordeling algemene veiligheidssituatie

6.2. Zoals volgt uit rechtsoverweging 5 hierboven, spelen individuele omstandigheden, dat wil zeggen wat een vreemdeling persoonlijk is overkomen volgens zijn asielrelaas, geen rol bij de beoordeling of er in Afghanistan een 15c-situatie is. Wel van belang is volgens vaste rechtspraak van de Afdeling onder meer of de bij het gewapend conflict betrokken partijen zich richten tegen burgers, dan wel vechten op een manier die het risico op willekeurige burgerslachtoffers vergroot. Ook is van belang of de geweldpleging wijdverspreid is en of het gewapend conflict al dan niet beperkt is tot bepaalde gebieden. Verder is van belang of er al dan niet een veiligheidsstructuur aanwezig is en hoeveel burgers slachtoffer zijn geworden van het geweld dan wel als gevolg daarvan ontheemd zijn geraakt (zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 27 februari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:780 en ECLI:NL:RVS:2015:786).

6.3. De beoordeling van de vraag of zich een 15c-situatie voordoet is een feitelijke, en vereist dat de Afdeling grondig onderzoek verricht naar de haar ter beschikking gestelde, door partijen ingeroepen informatie. Het oordeel van de Afdeling is gebaseerd op alle door partijen overgelegde en in bijlage 1 bij deze uitspraak genoemde stukken en het verhandelde ter zitting, en dus niet alleen op de citaten in bijlage 2, uit het ambtsbericht van maart 2019, het rapport van EASO van 12 juni 2019, het rapport van UNAMA van 28 februari 2019 en het rapport van USDOS van 21 juni 2019.

Over de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan wordt het volgende overwogen.

Regionale spreiding van het geweld

7. Wat betreft de vraag of het geweld in Afghanistan al dan niet is beperkt tot bepaalde gebieden, blijkt dat met name de provincies Nangarhar en Ghazni in de verslagperiode te maken hebben gehad met hevige gevechten en als gevolg daarvan vele burgerslachtoffers. Het aantal burgerslachtoffers is in een aantal andere provincies, zoals Uruzgan, in de verslagperiode juist verminderd ten opzichte van eerdere perioden (zie bijvoorbeeld het rapport van het EASO van 12 juni 2019, p. 43). Hoewel de bronnen geen eenduidig beeld geven van de veiligheidssituatie in alle provincies, kan daaruit wel worden afgeleid dat het geweld niet in alle delen van Afghanistan van dezelfde aard en ernst is en even wijdverbreid. Het gebruik van middelen van geweldpleging die het risico op willekeurige burgerslachtoffers vergroten, is beperkt tot bepaalde gebieden en periodes en daarbij gerelateerd aan de wisselende machtsverhoudingen tussen de bij het gewapend conflict betrokken partijen.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
26 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 202005668/1/V2. Raad van State, 2022-01-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 januari 2022
    ...en het onderzoek naar de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst (zie de Afdelingsuitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200, onder 12. De Afdeling is van oordeel dat voor het onderzoek naar en de beoordeling van de geloofwaardigheid van de gestelde overtuiging van ......
  • Uitspraak Nº NL20.16879 en NL20.16880. Rechtbank Den Haag, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 22 februari 2022
    ...het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2011:0628JUD000831907. 19 Punt 18, C-901/19, ECLI:EU:C:2021:116. 20 Zaaknummer 201904651/1/V2, ECLI:NL:RVS:2019:4200. 21 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 13 januari 2022 in de zaak 202004227/1/V1, ECLI:NL:RVS:2022:84 en de uitspraak van 10 november 202......
  • Uitspraak Nº 202102293/1/V2. Raad van State, 2022-01-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 januari 2022
    ...en het onderzoek naar de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst (zie de Afdelingsuitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200, onder 13. Hierna zal de Afdeling daarom ingaan op de manier waarop afvalligheid als asielmotief wordt onderzocht en beoordeeld. Standpunten ......
  • Uitspraak Nº NL20.2910. Rechtbank Den Haag, 2020-04-01
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 1 april 2020
    ...hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak. 1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200. 2 Pagina 36. 3 Pagina 93. 4 Pagina 115. 5 Pagina 116. 6 Pagina 117. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
26 sentencias
  • Uitspraak Nº 202005668/1/V2. Raad van State, 2022-01-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 januari 2022
    ...en het onderzoek naar de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst (zie de Afdelingsuitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200, onder 12. De Afdeling is van oordeel dat voor het onderzoek naar en de beoordeling van de geloofwaardigheid van de gestelde overtuiging van ......
  • Uitspraak Nº NL20.16879 en NL20.16880. Rechtbank Den Haag, 2022-02-22
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 22 februari 2022
    ...het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2011:0628JUD000831907. 19 Punt 18, C-901/19, ECLI:EU:C:2021:116. 20 Zaaknummer 201904651/1/V2, ECLI:NL:RVS:2019:4200. 21 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 13 januari 2022 in de zaak 202004227/1/V1, ECLI:NL:RVS:2022:84 en de uitspraak van 10 november 202......
  • Uitspraak Nº 202102293/1/V2. Raad van State, 2022-01-19
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 19 januari 2022
    ...en het onderzoek naar de algemene veiligheidssituatie in het land van herkomst (zie de Afdelingsuitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200, onder 13. Hierna zal de Afdeling daarom ingaan op de manier waarop afvalligheid als asielmotief wordt onderzocht en beoordeeld. Standpunten ......
  • Uitspraak Nº NL20.2910. Rechtbank Den Haag, 2020-04-01
    • Nederland
    • Rechtbank Den Haag (Neederland)
    • 1 april 2020
    ...hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak. 1 Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4200. 2 Pagina 36. 3 Pagina 93. 4 Pagina 115. 5 Pagina 116. 6 Pagina 117. ...
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT