Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018

Wet van 15 juni 2018, houdende verbeteringen in enkele wetten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enkele wijzigingen van technische of anderszins ondergeschikte aard aan te brengen in wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van geconstateerde gebreken of onvolkomenheden; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 48aa, derde lid, van de Advocatenwet wordt «artikel 87» vervangen door: «artikel 46a, eerste lid,».

ARTIKEL II

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: AArtikel 11:2 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex» vervangen door «gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft». 2. In het tweede lid wordt «aangepast» vervangen door «gewijzigd». BBijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: a. In de zinsnede met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek vervallen in onderdeel a de zinsneden «, voor zover de aanvraag is toegewezen». b. De zinsneden met betrekking tot de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, de Reconstructiewet Midden-Delfland, de Wet investeren in jongeren, de Wet natuurbescherming en de Wet werk en inkomen kunstenaars vervallen. 2. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: a. De zinsneden met betrekking tot de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën en de Reconstructiewet Midden-Delfland vervallen. b. In de alfabetische rangschikking worden ingevoegd: Participatiewet:

artikel 76

eerste en tweede lidWet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen:

artikel 9

vijfde lid3. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: a. Het tweede lid komt te luiden: 2. Tegen een besluit op grond van de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 en 5.5 van de Mijnbouwwet alsmede een besluit als bedoeld in artikel 26 van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 kan beroep worden ingesteld bij de rechtbanken Noord-Nederland, Gelderland, Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft. Indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft. b. Na het achtste lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 9. Tegen een besluit als bedoeld in hoofdstuk V, afdeling 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 8:7, tweede lid, kan beroep worden ingesteld bij: a. de rechtbanken Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, bij de rechtbanken Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft; b. de rechtbank Gelderland, indien de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft in het arrondissement Gelderland, het arrondissement Overijssel of het arrondissement Midden-Nederland, met uitzondering van de provincie Flevoland dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, wanneer het bestuursorgaan zijn zetel heeft in het arrondissement Gelderland, het arrondissement Overijssel of het arrondissement Midden-Nederland, met uitzondering van de provincie Flevoland; c. de rechtbank Noord-Nederland, indien de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft in het arrondissement Noord-Nederland of de provincie Flevoland dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, wanneer het bestuursorgaan zijn zetel heeft in het arrondissement Noord-Nederland of de provincie Flevoland. 4. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: a. De zinsneden met betrekking tot de Wet investeren in jongeren en de Wet werk en inkomen kunstenaars vervallen. b. De zinsnede met betrekking tot de Participatiewet komt te luiden:

Participatiewet, met uitzondering van de artikelen 52, 76, eerste en tweede lid, en 81 en paragraaf 6.5 c. Aan de zinsnede met betrekking tot de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt toegevoegd «, met uitzondering van artikel 9, vijfde lid». 5. In artikel 10 wordt aan de zinsnede met betrekking tot de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs toegevoegd «, met uitzondering van artikel 15b en hoofdstuk 5». CArtikel 2 van bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:1. In de alfabetische rangschikking worden ingevoegd:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening2. De zinsneden met betrekking tot de Wet op de huurtoeslag, de Wet investeren in jongeren en de Wet werk en inkomen kunstenaars vervallen. 3. De zinsnede met betrekking tot de Participatiewet komt te luiden:

Participatiewet, met uitzondering van de artikelen 52, 76, eerste en tweede lid, en 81 en paragraaf 6.5

ARTIKEL III

Aan artikel 4, tweede lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties wordt een zin toegevoegd, luidende:

Deze wet is evenmin van toepassing op het gereglementeerde beroep van kandidaat-notaris als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het notarisambt, voor zover deze is belast met waarneming als bedoeld in artikel 29 van de Wet op het notarisambt.

ARTIKEL IV

De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 15c, tweede lid, wordt na «Koninklijke Bibliotheek» ingevoegd «in haar hoedanigheid van onderzoeksinstelling». BArtikel 25b wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «Beneluxverdrag voor de Intellectuele Eigendom» vervangen door «van het Benelux-verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen)». 2. In het tweede lid wordt na «artikel 25f» ingevoegd «, eerste en tweede lid,». CIn artikel 25c, tweede lid, wordt «een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen adviesorgaan gehoord» vervangen door «een bij algemene maatregel van bestuur, op voordracht van Onze voornoemde Minister, aan te wijzen adviesorgaan gehoord».

ARTIKEL V

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 80a, zevende lid, wordt «de artikelen 78 en 79» vervangen door «de artikelen 78, 79 en 80». BIn artikel 253s, tweede lid, wordt «de kinderrechter» vervangen door «de rechtbank».CNa artikel 267 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 267

a.

De rechtbank die een verzoek tot beëindiging van het gezag afwijst, kan een minderjarige onder toezicht te stellen als bedoeld in artikel 255 mits aan de grond hiervoor is voldaan. DIn artikel 331a wordt «artikel 254 van dit Boek» vervangen door «artikel 255».EIn artikel 432, vijfde lid, wordt «het tweede en het derde lid» vervangen door «het derde en het vierde lid». FIn artikel 447, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

ARTIKEL VI

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 386, derde lid, derde volzin, wordt «kunnen» vervangen door «kan».BArtikel 392 wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid wordt «lid 1 onder e» vervangen door «lid 1 onder d». 2. In het vierde lid wordt «lid 1 onder e» telkens vervangen door «lid 1 onder d». 3. In het vijfde lid wordt «bedoeld in lid 1, onder b en c» vervangen door «bedoeld in lid 1, onder b, en artikel 380c». CIn artikel 394, vierde lid, wordt «artikel 392 lid 1 onder a en f» vervangen door «artikel 392 lid 1 onder a en e». DArtikel 395a wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

De rechtspersoon vermeldt het feit dat geen overlopende activa en passiva zijn opgenomen onderaan de balans. 2. In het vierde lid wordt «375 lid 1 waarbij de posten worden samengetrokken tot een post» vervangen door «375 lid 1 waarbij de posten worden samengetrokken tot een post en waarbij voor het totaal van de schulden wordt aangegeven tot welk bedrag de resterende looptijd ten hoogste een jaar is en tot welk bedrag de resterende looptijd langer dan een jaar is». EArtikel 396 wordt als volgt gewijzigd:1. Het derde lid komt te luiden: 3. Van de ingevolge afdeling 3 voorgeschreven opgaven behoeft geen andere te worden gedaan dan voorgeschreven in de artikelen 364, 365 lid 1 onder a, 368 lid 2 onder a, 370 lid 1 onder d, 373 leden 1 tot en met 5, eerste volzin, 375 lid 3 en 376, alsmede, zonder uitsplitsing naar soort schuld of vordering, in de artikelen 370 lid 2 en 375 lid 2, waarbij de aanduiding van de rentevoet achterwege blijft, en de opgave van het ingehouden deel van het resultaat. 2. In het vijfde lid wordt «, 379» vervangen door «379». FIn artikel 397, vijfde lid, wordt «365 lid 1 onder d» vervangen door «365 lid 1 onder a en d», wordt na «367 onder a-d,» ingevoegd «368 lid 2 onder a,» en wordt «370 lid 1 onder b en c» vervangen door «370 lid 1 onder b–d». GArtikel 408, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:c. de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT