Wet van 2 november 2022, houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)

Wet van 2 november 2022, houdende regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe maatregelen te treffen in het kader van de hersteloperatie toeslagen en deze samen met de bestaande maatregelen onder te brengen in één wet en enige andere wetten in verband daarmee te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1.1

Begripsbepalingen.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:berekeningsjaar:

kalenderjaar waarop de toeslag betrekking heeft;huurtoeslag:

huurtoeslag als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet op de huurtoeslag;kind:

eigen kind als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet;kinderopvangtoeslag:

kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;kindgebonden budget:

kindgebonden budget als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het kindgebonden budget; partner:

partner als bedoeld in artikel 3 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;pleegkind:

pleegkind als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet of een kind dat met een pleegkind wordt gelijkgesteld krachtens artikel 4, vierde lid, van die wet; toeslag:

kinderopvangtoeslag, huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget;zorgtoeslag:

zorgtoeslag als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de zorgtoeslag.

HOOFDSTUK 2 COMPENSATIE, TEGEMOETKOMINGEN, MORATORIUM EN BREDE ONDERSTEUNING

AFDELING 2 1 COMPENSATIE EN TEGEMOETKOMINGEN GEDUPEERDE AANVRAGER KINDEROPVANGTOESLAG Artículos 2.1 a 2.9
Artikel 2.1

Compensatie en aanvullende compensatie voor aanvrager kinderopvangtoeslag.

  1. De Belastingdienst/Toeslagen kent op aanvraag compensatie toe aan een aanvrager van een kinderopvangtoeslag, die schade heeft geleden, doordat ten aanzien van hem: a. voor 23 oktober 2019 bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag sprake is geweest van institutionele vooringenomenheid van de Belastingdienst/Toeslagen; of b. de toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, de Wet kinderopvang of de op die wetten berustende bepalingen bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag heeft geleid tot onbillijkheden van overwegende aard die voortkomen uit de hardheid van de toepassing die voor 23 oktober 2019 werd gegeven aan het wettelijke systeem. 2. De compensatie wordt niet toegekend indien de door de aanvrager van een kinderopvangtoeslag geleden schade is te wijten aan ernstige onregelmatigheden die aan hem toerekenbaar zijn. 3. Aan een aanvrager van compensatie die aannemelijk maakt dat en in welke mate de door hem werkelijk geleden schade overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht hoger is dan een bedrag als bedoeld in artikel 2.3, eerste tot en met zevende lid, wordt door de Belastingdienst/Toeslagen op aanvraag aanvullende compensatie voor de werkelijke schade toegekend. 4. Een aanvrager van een kinderopvangtoeslag als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, komt niet in aanmerking voor compensatie van schade met betrekking tot een berekeningsjaar waarover minder dan € 1.500 aan kinderopvangtoeslag is teruggevorderd of het recht op kinderopvangtoeslag met minder dan € 1.500 is verlaagd. 5. De compensatie en de aanvullende compensatie voor de werkelijke schade blijven achterwege voor zover op een andere wijze in een vergoeding of tegemoetkoming ter zake is voorzien of voor zover aan de aanvrager een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, zoals dit luidde ten tijde van de aanvraag van de O/GS-tegemoetkoming, of als bedoeld in artikel 2.6 is toegekend.

Artikel 2.2

Componenten compensatie voor aanvrager kinderopvangtoeslag.

De compensatie bestaat uit:a. een bedrag vanwege een beschikking tot het verminderen of niet toekennen van een kinderopvangtoeslag of het beëindigen van voorschotverlening voor een kinderopvangtoeslag die een direct gevolg is van institutionele vooringenomenheid als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, of de hardheid, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b; b. een bedrag voor een bestuurlijke boete die is opgelegd op grond van artikel 40 of 41 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen voor een verzuim of vergrijp betreffende de kinderopvangtoeslag; c. een bedrag voor materiële schade; d. een bedrag voor immateriële schade; e. een bedrag voor invorderingskosten; f. een bedrag voor proceskosten; g. een rentevergoeding voor het niet uitgekeerde bedrag vanwege het verminderen of niet toekennen van de kinderopvangtoeslag of het beëindigen van de voorschotverlening kinderopvangtoeslag.

Artikel 2.3

Hoogte compensatie en aanvullende compensatie voor aanvrager kinderopvangtoeslag.

  1. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a, is gelijk aan het bedrag dat als gevolg van de beschikking niet is toegekend of is teruggevorderd, verminderd, maar niet verder dan tot nihil, met: a. een nog niet betaald bedrag van een terugvordering die het gevolg is van de beschikking; of b. een alsnog toegekende kinderopvangtoeslag of een verhoging daarvan met betrekking tot het berekeningsjaar waarop de compensatie betrekking heeft. 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel b, is gelijk aan het bedrag van de bestuurlijke boete dat is betaald. 3. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel c, is gelijk aan de som van 25% van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, zonder de verminderingen, en 25% van het bedrag van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 2.2, onderdeel b. 4. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel d, is ongeacht het aantal berekeningsjaren waarop de compensatie betrekking heeft, gelijk aan € 500 voor ieder half jaar dat is verstreken tussen de dagtekening van een eerste beschikking als bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a, en de dagtekening van de eerste beschikking tot toekenning van compensatie, waarbij een deel van een half jaar naar boven wordt afgerond op een half jaar, met dien verstande dat het bedrag niet hoger is dan de som van de bedragen die overeenkomstig het eerste lid voor de berekeningsjaren zijn vastgesteld, zonder de verminderingen. 5. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel e, is gelijk aan de kosten die door de Belastingdienst/Toeslagen in rekening zijn gebracht en zijn betaald voor invorderingshandelingen in verband met de beschikking, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a, met inbegrip van betaalde invorderingsrente. 6. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel f, is een forfaitair bedrag voor de kosten van de door een derde beroepsmatig verleende en aan de belanghebbende in rekening gebrachte rechtsbijstand met betrekking tot een beschikking als bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a, dat is vastgesteld overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht, met wegingsfactor 2, waarbij wordt aangenomen dat er geen sprake is van samenhangende zaken, verminderd met een reeds toegekende of nog te toe te kennen proceskostenvergoeding. 7. Het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel g, wordt berekend over het bedrag, bedoeld in het eerste lid, zonder de verminderingen, met overeenkomstige toepassing van artikel 27 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en verminderd met rente die is vergoed op grond van een alsnog toegekende kinderopvangtoeslag of een verhoging daarvan. 8. De bedragen, bedoeld in het eerste tot en met zevende lid, worden vermeerderd met 1%. 9. Het bedrag van de aanvullende compensatie voor de werkelijke schade is de aanvullende werkelijke schade, bedoeld in artikel 2.1, derde lid, vermeerderd met 1%.

Artikel 2.4

Herziening compensatie voor aanvrager kinderopvangtoeslag.

  1. De Belastingdienst/Toeslagen kan een toegekende compensatie herzien indien de beschikking tot toekenning of herziening van de kinderopvangtoeslag alsnog op een hoger bedrag wordt vastgesteld dan waarvan is uitgegaan bij de berekening van de hoogte van de compensatie. De herziening bedraagt het hieruit voortvloeiende verschil, doch maximaal het bedrag, bedoeld in artikel 2.2, onderdeel a. 2. Indien de compensatie een bedrag omvat voor in rekening gebrachte en betaalde of verrekende invorderingsrente of voor rente als bedoeld in artikel 2.2, onderdeel g, wordt het bedrag van de compensatie verminderd met de rente...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT