Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele aanpassingen in de berekening van de uitkeringen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2005

713

Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele aanpassingen in de berekening van de uitkeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is toekenning van tegemoetkomingen aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten bij wet te regelen en in verband daarmee te voorkomen, dat deze doorwerkt bij de vaststelling van de huurtoeslag, de bijzondere bijdrage in de huurlasten en de eigenwoningbijdrage;

Dat het voorts wenselijk is in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet de bepaling over het vaststellen van het nettominimumloon en het bruto-ouderdomspensioen aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene Ouderdomswet, zoals deze komt te luiden indien artikel 3.8.2 van het bij koninklijke boodschap van 23 mei 2005 ingediende voorstel van wet tot invoering van de Zorgverzekeringswet en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet) (30 124) tot wet wordt verheven en in werking treedt en artikel 7 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen in werking treedt, wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad 2005 713 1

A

Artikel 9

komt te luiden:

Artikel 9
  1. Deze wet kent een bruto-ouderdomspensioen voor: a. de ongehuwde pensioengerechtigde; b. de gehuwde pensioengerechtigde; c. de ongehuwde pensioengerechtigde die een kind heeft jonger dan 18 jaar, dat niet als eigen kind, aangehuwd kind of pleegkind tot het huishouden van een ander behoort en voor wie hij op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag ontvangt of zal ontvangen. 2. De in het eerste lid bedoelde ouderdomspensioenen worden afgeleid van het netto-minimumloon per maand. 3. Onder het netto-minimumloon wordt verstaan het brutominimumloon, na aftrek van premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, over het bruto-minimumloon en loonbelasting, en vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet. 4. De loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, bedoeld in artikel 1 van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden berekend voor een werknemer, jonger dan 65 jaar, rekening houdend met uitsluitend tweemaal de algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964, over het bruto-minimumloon vermeerderd met de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, en verminderd met het werknemersaandeel in de premie, bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen. 5. Indien op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen een premie wordt ingehouden waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels bij ministeriële regeling voor de toepassing van het vierde lid een gemiddeld percentage vastgesteld. 6. De bruto-ouderdomspensioenen worden zodanig vastgesteld, dat na aftrek van de in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, rekening houdend met de toepasselijke heffingskortingen voor een persoon van 65 jaar en ouder, en van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet: a. het netto-ouderdomspensioen per maand van een pensioengerechtigde als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gelijk is aan 70% van het netto-minimumloon per maand; b. het netto-ouderdomspensioen per maand van een pensioengerechtigde als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, gelijk is aan 50% van het netto-minimumloon per maand; c. het netto-ouderdomspensioen per maand van een pensioengerechtigde als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, gelijk is aan 90% van het netto-minimumloon per maand. 7. De volledige bruto-toeslag, bedoeld in artikel 8, is gelijk aan het bruto-ouderdomspensioen voor de pensioengerechtigde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. 8. Op een beschikking als gevolg van een herziening van het brutoouderdomspensioen in verband met een wijziging van het nettominimumloon zijn de artikelen 3:41 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

    Staatsblad 2005 713 2

    B

    Na artikel 33a van de Algemene Ouderdomswet wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

    § 4. Tegemoetkoming in aanvulling op het ouderdomspensioen Artikel 33b

  2. Degene, die recht heeft op ouderdomspensioen, heeft tevens recht op een tegemoetkoming. 2. De tegemoetkoming wordt niet beschouwd als ouderdomspensioen op grond van deze wet, tenzij voor de toepassing van paragraaf 2 van hoofdstuk III. 3. Op de toekenning van de tegemoetkoming, voorzover die niet samenhangt met de toekenning van het ouderdomspensioen, zijn de artikelen 3:41 en 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. Artikel 9, achtste lid, is van overeenkomstige toepassing. 4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de hoogte, de indexering en de wijze van betaling van de tegemoetkoming. 5. De tegemoetkoming is niet vatbaar voor beslag.

ARTIKEL II

Aan artikel 83, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt, onder vervanging van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT