Uitspraak Nº 201505548/1/R2. Raad van State, 2016-04-20

ECLIECLI:NL:RVS:2016:1064
Docket Number201505548/1/R2
Date20 Abril 2016
CourtCouncil of State (Netherlands)

201505548/1/R2.

Datum uitspraak: 20 april 2016

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van der Valk Hotel Eindhoven B.V., gevestigd te Eindhoven,

2. de stichting Stichting Vrienden van Diepenvoorde, gevestigd te Waalre,

3. [appellant sub 3] en anderen, allen wonend te Waalre,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Waalre,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 juni 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Hotel Laan van Diepenvoorde" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Van der Valk Eindhoven, de stichting en [appellant sub 3] en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Bastion Hotelgroep B.V., Bastion Holding B.V., Bastion Hotel Waalre B.V., Bastion Waalre B.V. en Bastion Holding Twee B.V. (hierna tezamen en in enkelvoud: Bastion) een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Van der Valk Eindhoven en de stichting hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 februari 2016, waar Van der Valk Eindhoven, vertegenwoordigd door A. Holterman, bijgestaan door C.M.C. Kempen en mr. A.A. van den Brand, advocaat te Eindhoven, de stichting, vertegenwoordigd door [appellant sub 3], bijgestaan door W. Roovers en ir. G. Arends, [appellant sub 3] en anderen, bij monde van [gemachtigde] en [appellant sub 3], en de raad, vertegenwoordigd door drs. K.P.J. de Jong en ing. R.E.H. Jongen, beiden werkzaam voor de gemeente, bijgestaan door mr. L.J. Gerritsen, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen. Voorts is ter zitting gehoord Bastion, vertegenwoordigd door drs. M. Willems, bijgestaan door mr. J.G. Bos, advocaat te Rotterdam, ing. W. van Riezen, ing. H. van der Burgt en drs. E.G. Hoogendoorn.

Buiten bezwaren van partijen hebben [appellant sub 3] en anderen en de stichting ter zitting nadere stukken overgelegd.

Overwegingen

Inleiding

1. Bastion wil een hotel realiseren op het perceel aan de Laan van Diepenvoorde te Waalre, kadastraal bekend gemeente Aalst, sectie E, nummer 2895. Om deze ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken is het plan vastgesteld. Het plan voorziet in een hotel met bijbehorende voorzieningen. Het plan staat maximaal 160 hotelkamers en een maximale bouwhoogte van 45 m toe. Het is de bedoeling dat het hotel 13 verdiepingen krijgt met 12 hotelkamers per verdieping.

2. Het perceel is ongeveer 0,6 ha groot en bevindt zich aan de rand van het zogenoemde kantorenpark Diepenvoorde ten zuiden van de autosnelweg A2/N2. Het perceel is de laatste vrije locatie op het kantorenpark die nog niet is ontwikkeld, en ligt braak. Vanwege de verminderde vraag naar kantoorruimte is gezocht naar een alternatieve invulling van dit perceel om kantorenpark Diepenvoorde te kunnen afronden.

Het geschil

3. Van der Valk Eindhoven exploiteert een hotel aan de overzijde van de A2/N2. Een van haar voornaamste bezwaren tegen het plan is dat de hotelmarkt geen ruimte biedt voor het voorziene hotel. De stichting en [appellant sub 3] en anderen komen op voor bewoners in de omgeving van het plangebied en vrezen dat het woon- en leefklimaat van omwonenden zal verslechteren als gevolg van het plan.

Opzet van de uitspraak

4. De Afdeling zal eerst de ontvankelijkheid van de beroepen beoordelen. Daarna volgt een inhoudelijke beoordeling van de beroepen, voor zover ontvankelijk.

Ontvankelijkheid

Het beroep van Van der Valk Eindhoven

5. Bastion betwist de ontvankelijkheid van het beroep van Van der Valk Eindhoven die volgens haar geen belanghebbende is bij het bestreden besluit.

5.1. Van der Valk Eindhoven betoogt dat zij belanghebbende is, zowel gelet op haar concurrentiebelang als gelet op de afstand tussen haar horecagelegenheid en het plangebied.

5.2. In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) staat dat onder belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, kan door een belanghebbende bij de Afdeling beroep worden ingesteld tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.

5.3. De Afdeling is van oordeel dat, wat er in dit geval ook zij van het zogenoemde nabijheidscriterium, Van der Valk Eindhoven reeds vanwege haar concurrentiebelang als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb dient te worden aangemerkt. Hiertoe overweegt de Afdeling als volgt.

Volgens vaste jurisprudentie (onder meer de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2007, in zaak nr. 200606317/1) is degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, belanghebbende. Dit is bij bestemmingsplannen slechts het geval indien de onderneming in hetzelfde verzorgingsgebied en marktsegment werkzaam is als de in het plan voorziene bedrijvigheid.

Van der Valk Eindhoven exploiteert een horecagelegenheid met onder meer hotel- en congresfaciliteiten. Ter zitting heeft Van der Valk Eindhoven toegelicht dat het hotel 269 hotelkamers bevat en mede is gericht op het zakelijke marktsegment. Aan de gronden in het plangebied is de bestemming "Horeca" toegekend. Gelet op artikel 3, leden 3.1 en 3.2.1, van de planregels is een hotel met maximaal 160 hotelkamers voorzien.

Volgens Bastion is Van der Valk Eindhoven niet werkzaam in hetzelfde marktsegment. Hiertoe heeft zij naar voren gebracht dat de doelgroep van het voorziene (driesterren) economy hotel bestaat uit gedetacheerden en dat voor deze doelgroep uit een bestaande vaste klantenkring zal worden geput. De doelgroep van Van der Valk Eindhoven is volgens Bastion daarentegen niet beperkt tot een zakelijke groep en voorts is die horecagelegenheid gericht op luxe-overnachtingen (viersterren). In haar nader stuk stelt Van der Valk Eindhoven hierover dat een classificatie van drie of vier sterren elkaar niet zoveel ontloopt, ook niet wat de prijs van een hotelkamer betreft. Volgens Bastion is een ander onderscheidend element dat in het voorziene hotel geen vergaderzaal aanwezig zal zijn, welke in de horecagelegenheid van Van der Valk Eindhoven wel aanwezig is.

In de verschillen die Bastion heeft aangehaald ziet de Afdeling geen aanleiding voor de conclusie dat de activiteiten van Van der Valk Eindhoven wat betreft doelgroep en aanbod in zodanige mate verschillen van het voorziene hotel dat moet worden geoordeeld dat beide bedrijven in een ander marktsegment actief zijn. Gelet op het voorgaande en gelet op de afstand van ongeveer 250 m van de horecagelegenheid van Van der Valk Eindhoven tot aan het plangebied, moet worden aangenomen dat Van der Valk Eindhoven in hetzelfde marktsegment en verzorgingsgebied werkzaam is als de in het plan voorziene bedrijvigheid. Derhalve is het niet uitgesloten dat Van der Valk Eindhoven als gevolg van het plan rechtstreeks in haar concurrentiebelang wordt geraakt.

5.4. Het beroep van Van der Valk Eindhoven is ontvankelijk.

Het beroep van de stichting

6. Bastion betwist de ontvankelijkheid van het beroep van de stichting en stelt dat niet is gebleken dat degenen die namens de stichting beroep hebben ingesteld, daartoe ook bevoegd waren. Voorts stelt zij dat de stichting louter is opgericht met het doel in rechte op te komen tegen de realisering van het voorziene hotel.

6.1. Voor artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt verwezen naar rechtsoverweging 5.2.

Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

6.2. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de statuten van de stichting richt de stichting zich op het natuurgebied "Park Diepenvoorde" te Waalre en de daaraan grenzende wijk "Voldijn". De stichting stelt zich ten doel de natuur in dat park te beschermen en het leefmilieu van de bewoners van die wijk te beschermen en te verbeteren. Voorts stelt de stichting zich ten doel het cultuurhistorische erfgoed en de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
16 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201908317/1/R1. Raad van State, 2021-01-06
    • Nederland
    • 6 januari 2021
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 37.2. Voor het parkeerterrein is in artikel 14.3 van de planregels mogelijk gemaakt dat het college de "bestemming" bos wijzigt ten beh......
  • Uitspraak Nº 201608869/1/R3. Raad van State, 2017-06-28
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 28 juni 2017
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 (Waalre)). Voorgaand planologisch regime: bij recht / nieuwe regime: bij recht 7.1. Een bestemmingsplan dat bij recht een stedelijke on......
  • Uitspraak Nº 16/3148, 16/3150, 16/3165, 16/3166, 16/3167, 16/3168, 16/3169, 16/3170, 16/3171 en 16/3172. Rechtbank Limburg, 2017-12-18
    • Nederland
    • 18 december 2017
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 Het planologisch ruimtebeslag van een woonzorggebouw met bedrijfswoning is dusdanig afwijkend van een (royale) ééngezinswoning, dat ook......
  • Uitspraak Nº 201904372/1/R3. Raad van State, 2020-10-07
    • Nederland
    • 7 oktober 2020
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 […] 7.1. Een bestemmingsplan dat bij recht een stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, maar ten opzichte van het voorgaande planologisc......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
16 sentencias
  • Uitspraak Nº 201908317/1/R1. Raad van State, 2021-01-06
    • Nederland
    • 6 januari 2021
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 37.2. Voor het parkeerterrein is in artikel 14.3 van de planregels mogelijk gemaakt dat het college de "bestemming" bos wijzigt ten beh......
  • Uitspraak Nº 201608869/1/R3. Raad van State, 2017-06-28
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 28 juni 2017
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 (Waalre)). Voorgaand planologisch regime: bij recht / nieuwe regime: bij recht 7.1. Een bestemmingsplan dat bij recht een stedelijke on......
  • Uitspraak Nº 16/3148, 16/3150, 16/3165, 16/3166, 16/3167, 16/3168, 16/3169, 16/3170, 16/3171 en 16/3172. Rechtbank Limburg, 2017-12-18
    • Nederland
    • 18 december 2017
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 Het planologisch ruimtebeslag van een woonzorggebouw met bedrijfswoning is dusdanig afwijkend van een (royale) ééngezinswoning, dat ook......
  • Uitspraak Nº 201904372/1/R3. Raad van State, 2020-10-07
    • Nederland
    • 7 oktober 2020
    ...vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan (uitspraken van 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:915 (Oldenzaal), en van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1064 […] 7.1. Een bestemmingsplan dat bij recht een stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, maar ten opzichte van het voorgaande planologisc......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT