Uitspraak Nº 201706086/1/R1. Raad van State, 2019-02-13

ECLIECLI:NL:RVS:2019:295
Docket Number201706086/1/R1
Date13 Febrero 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201706086/1/R1.

Datum uitspraak: 13 februari 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak met toepassing van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te Arnhem,

2. het college van burgemeester en wethouders van Westervoort,

3. Stichting AGA/Presikhaaf, gevestigd te Arnhem,

4. Stichting Wijkraad Mosterdhof Struikendoorn en de Weem, gevestigd te Westervoort (hierna: wijkraad MSW),

5. Vereniging Vogelwerkgroep Arnhem en omstreken, gevestigd te Arnhem (hierna: Vogelwerkgroep),

appellanten,

en

1. de raad van de gemeente Arnhem,

2. het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 10 juli 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "Windpark en zonneveld Koningspleij Noord" vastgesteld.

Bij besluit van 11 juli 2017 heeft het college ter realisatie van het windpark een omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) voor het bouwen van vier windturbines met bijbehorende technische installaties en voor het in werking hebben van het windpark. Ook heeft het college bij dit besluit voorschriften vastgesteld voor de windturbines.

Tegen het plan en de omgevingsvergunning hebben [appellant sub 1], het college van Westervoort, stichting AGA/Presikhaaf, wijkraad MSW en de Vogelwerkgroep beroep ingesteld.

Het college en de raad hebben gezamenlijk een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft de [vennootschap] een schriftelijke reactie gegeven.

[appellant sub 1], stichting AGA/Presikhaaf, wijkraad MSW, de Vogelwerkgroep, de raad en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. [appellant sub 1], het college van Westervoort, stichting AGA/Presikhaaf, wijkraad MSW, de Vogelwerkgroep, de raad en het college hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

De Afdeling heeft de zaak gevoegd met zaak nr. 201800013/1/R1 ter zitting behandeld op 20 juli 2018, waar [appellant sub 1], het college van Westervoort, vertegenwoordigd door mr. L. Lievaart, H. Breunissen en M. Smit, stichting AGA/Presikhaaf, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], wijkraad MSW, vertegenwoordigd door [gemachtigde C], en de Vogelwerkgroep, vertegenwoordigd door de hiervoor al genoemde [gemachtigde C], de raad en het college, vertegenwoordigd door mr. R. Benhadi, advocaat te Nijmegen, drs. N. Breij, T. Kalsbeek, mr. A. Meijers, ing. T. Korts en ir. A.W. Bekker, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vennootschap], vertegenwoordigd door de hiervoor al genoemde mr. Benhadi, [gemachtigde D], [gemachtigde E] en [gemachtigde F], als partij gehoord. Na behandeling ter zitting zijn de zaken weer gesplitst.

Overwegingen

Het plan en de omgevingsvergunning

1. Het plan voorziet in een windpark met vier windturbines in lijnopstelling, met bijbehorende voorzieningen, en in een zonneveld. De in het plan voorziene maximale tiphoogte van de windturbines bedraagt 180 m. Het windpark is geprojecteerd langs de Pleijweg. Twee windturbines zijn gesitueerd op de Koningspleij Noord en één op de gronden van het bedrijventerrein "Kleefse Waard". De vierde windturbine wordt geplaatst in de nabijheid van de Oude Veerweg. Het bedrijventerrein "Kleefse Waard" ligt direct ten noorden en westen van het plangebied. Het bedrijventerrein maakt geen deel uit van het plangebied, behoudens de gronden waarop de genoemde derde windturbine is geprojecteerd.

2. [vennootschap] is initiatiefnemer van het windpark.

3. De omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen en in werking hebben van een windpark met vier windturbines langs de Pleijweg, op de percelen kadastraal bekend gemeente Arnhem, sectie D, nrs. 4904, 5288 en 5652. De vergunning is verleend voor windturbines met een ashoogte van ten hoogste 119 m en een rotordiameter van ten hoogste 120 m.

4. Het plan en de omgevingsvergunning zijn gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt met toepassing van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). Aan de gecoördineerde voorbereiding van deze besluiten ligt het besluit van de raad van 19 december 2016 ten grondslag.

5. Op de bestreden besluiten is de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) van toepassing. Ingevolge artikel 1.6a van de Chw kunnen na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen beroepsgronden meer worden aangevoerd. In de kennisgeving in de Staatscourant van 17 juli 2017 is hier ook melding van gemaakt.

Het besluit krachtens de Wet natuurbescherming van 15 november 2017

6. Bij besluit van 15 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland ten behoeve van de realisatie van het windpark krachtens de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) vergunning verleend voor een project dat kan leiden tot significante negatieve effecten voor onder meer het Natura 2000-gebied "Rijntakken", onderscheidenlijk ontheffing verleend voor het opzettelijk doden van beschermde diersoorten.

De vergunning is verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb, vanwege de gevolgen van de vier windturbines voor het Natura 2000-gebied "Rijntakken".

De ontheffing is verleend voor het opzettelijk doden van zogenoemde Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten. De grondslag voor de ontheffing is artikel 3.3, eerste lid en artikel 3.5, eerste lid, van de Wnb.

Aan het Wnb-besluit heeft een afzonderlijke voorbereidingsprocedure (met toepassing van afdeling 3.4 van de Wro) ten grondslag gelegen. Het Wnb-besluit is niet gelijktijdig met het besluit inhoudende de vaststelling van het bestemmingsplan bekendgemaakt.

Stichting AGA Presikhaaf, wijkraad MSW en de Vogelwerkgroep hebben ook tegen het Wnb-besluit beroep ingesteld (zaak nr. 201800013/1/R1). Op deze beroepen heeft de Afdeling bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2019:296, beslist.

De beroepen

7. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 1], op een afstand van ongeveer 1,3 km ten noordwesten van de meest westelijke windturbine in het plangebied. Hij komt in beroep op tegen de gevolgen van het plan en de omgevingsvergunning voor zijn woon- en leefgenot.

Stichting AGA/Presikhaaf heeft beroep ingesteld tegen de voorgenomen ontwikkeling vanwege de gevolgen van het windpark voor het woon- en leefgenot van de bewoners van de wijk Presikhaaf in Arnhem. De afstand tussen het werkgebied van stichting AGA/Presikhaaf tot de meest nabijgelegen windturbine is ongeveer 600 m.

Wijkraad MSW komt op voor de belangen van de bewoners van de wijken Mosterdhof, Struijkendoorn en De Weem in Westervoort. Die wijken liggen ten zuidoosten van het plangebied. De afstand tussen het werkgebied van wijkraad MSW tot de meest nabijgelegen windturbine is ongeveer 650 m. De gemeenten Arnhem en Westervoort worden van elkaar gescheiden door de IJssel.

Het college van Westervoort kan zich niet verenigen met de realisatie van windturbines vanwege de gevolgen daarvan voor de omgevingskwaliteit en de leefbaarheid van Westervoort. De afstand tussen het plangebied tot de gemeentegrens van Westervoort is ongeveer 200 m.

De Vogelwerkgroep komt op tegen het windpark vanwege de gevolgen daarvan voor beschermde vogelsoorten. Het gaat de Vogelwerkgroep in het bijzonder om de gevolgen van de windturbines voor de instandhouding van de wulp in het Natura 2000-gebied "Rijntakken".

Bijlage

8. De relevante wettelijke bepalingen en planregels zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.

Opzet uitspraak

9. De opzet van de uitspraak is als volgt. Eerst komt de ontvankelijkheid van de beroepen aan de orde. Daarna worden de beroepsgronden besproken die gaan over de gevolgde procedure. Vervolgens worden de beroepsgronden over inhoudelijke aspecten van de bestreden besluiten besproken. Dit gaat achtereenvolgens om de volgende onderwerpen, met tussen haakjes het nummer van de overweging(en):

- beroepsgronden tegen het (toekomstig) bestemmingsplan voor bedrijventerrein Kleefse Waard (25);

- geluidszone industrieterrein Kleefse Waard (26);

- milieueffectrapportage en alternatievenonderzoek (27-31);

- maatschappelijk draagvlak (32);

- het rapport van Bosch en Van Rijn (33);

- gevolgen plan voor het Natura 2000-gebied "Rijntakken" (34);

- gevolgen plan voor beschermde soorten (35);

- hoogbouwbeleid (36);

- landschap (37);

- beheerderswoningen (38);

- geluid (39-41);

- slagschaduw (42-43);

- externe veiligheid (44-47);

- trillinghinder (48);

- obstakelverlichting (49-50);

- lichtreflectie rotorbladen (51);

- bodem- en waterverontreiniging (52);

- kappen van bomen en herplantplicht (53);

- compensatie oppervlakteverharding (54);

- verstoring werking radar en straalpaden telecommunicatie (55-56);

- maximale hoogte boven NAP (57);

- hoogte fundering (58);

- overige bezwaren tegen alleen de omgevingsvergunning bouwen (59-60);

- verwijzen naar zienswijze (61).

Deze inhoudelijke onderwerpen slaan soms op het bestemmingsplan, soms op de omgevingsvergunning en soms op beide. Per onderwerp zal dit zo nodig worden verduidelijkt.

Ten slotte volgt de conclusie (62-63).

Beoordeling van de beroepen

Ontvankelijkheid

10. Uit artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb, volgt dat uitsluitend belanghebbenden beroep kunnen instellen tegen de bestreden besluiten. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge het derde lid worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

11...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
7 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 november 2020
    ...(uitspraken van 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1110 (Schagen), 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2193 (Almere), 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295 (Arnhem), 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2218 (Deventer), 1 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:266 (Breda), 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:361 ......
  • Uitspraak Nº 201903814/1/R1. Raad van State, 2020-04-22
    • Nederland
    • 22 april 2020
    ...van het beroep zijn relevant, maar het objectieve belang waaraan appellant zijn beroepsrecht ontleent (uitspraak 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295 (Arnhem)). Dat wil zeggen het belang of de belangen op grond waarvan degene die zich daarop beroept belanghebbende is of zou zijn bij het b......
  • Uitspraak Nº 201903260/1/R1. Raad van State, 2020-04-01
    • Nederland
    • 1 april 2020
    ...omgevingsvergunning hebben stichting AGA/Presikhaaf en andere partijen beroep ingesteld. Bij (tussen)uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295, en bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2020:889, heeft de Afdeling het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning vernietigd, maar de ......
  • Uitspraak Nº 19/1415 en 19/1495. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-08-27
    • Nederland
    • 27 augustus 2019
    ...ook onder de coördinatieregeling. Verweerder verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:294 en ECLI:NL:RVS:2019:295).  Volgens verweerder is er een groot procedureel voordeel voor alle betrokkenen bij een integrale beoordeling van alle beroepen tegen......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
7 sentencias
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 november 2020
    ...(uitspraken van 22 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1110 (Schagen), 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2193 (Almere), 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295 (Arnhem), 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2218 (Deventer), 1 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:266 (Breda), 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:361 ......
  • Uitspraak Nº 201903814/1/R1. Raad van State, 2020-04-22
    • Nederland
    • 22 april 2020
    ...van het beroep zijn relevant, maar het objectieve belang waaraan appellant zijn beroepsrecht ontleent (uitspraak 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295 (Arnhem)). Dat wil zeggen het belang of de belangen op grond waarvan degene die zich daarop beroept belanghebbende is of zou zijn bij het b......
  • Uitspraak Nº 201903260/1/R1. Raad van State, 2020-04-01
    • Nederland
    • 1 april 2020
    ...omgevingsvergunning hebben stichting AGA/Presikhaaf en andere partijen beroep ingesteld. Bij (tussen)uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:295, en bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2020:889, heeft de Afdeling het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning vernietigd, maar de ......
  • Uitspraak Nº 19/1415 en 19/1495. Rechtbank Oost-Brabant, 2019-08-27
    • Nederland
    • 27 augustus 2019
    ...ook onder de coördinatieregeling. Verweerder verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:294 en ECLI:NL:RVS:2019:295).  Volgens verweerder is er een groot procedureel voordeel voor alle betrokkenen bij een integrale beoordeling van alle beroepen tegen......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT