Uitspraak Nº 201800013/1/R1. Raad van State, 2019-02-13

ECLIECLI:NL:RVS:2019:296
Docket Number201800013/1/R1
Date13 Febrero 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201800013/1/R1.

Datum uitspraak: 13 februari 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. Vereniging Vogelwerkgroep Arnhem en omstreken, gevestigd te Arnhem (hierna: Vogelwerkgroep),

2. Stichting AGA/Presikhaaf, gevestigd te Arnhem,

3. Stichting Wijkraad Mosterdhof Struikendoorn en de Weem, gevestigd te Westervoort (hierna: wijkraad MSW),

appellanten,

en

het college van gedeputeerde staten van Gelderland,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 november 2017 heeft het college ten behoeve van de realisatie van een windpark met vier windturbines langs de Pleijweg in Arnhem krachtens de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) vergunning verleend voor een project dat kan leiden tot significante negatieve effecten voor onder meer het Natura 2000-gebied "Rijntakken" en ontheffing verleend voor het opzettelijk doden van beschermde diersoorten.

Tegen dit besluit hebben de Vogelwerkroep, stichting AGA/Presikhaaf en wijkraad MSW beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld hebben de [vennootschap], de raad van de gemeente Arnhem en het college van burgemeester en wethouders van Arnhem een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Vogelwerkroep, stichting AGA/Presikhaaf, wijkraad MSW en het college hebben nadere stukken ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. De Vogelwerkroep, wijkraad MSW, stichting AGA/Presikhaaf en het college hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

De Afdeling heeft de zaak gevoegd met zaak nr. 201706086/1/R1 ter zitting behandeld op 20 juli 2018, waar de stichting AGA/Presikhaaf, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en [gemachtigde B], wijkraad MSW en de Vogelwerkgroep, beide vertegenwoordigd door [gemachtigde C], en het college, vertegenwoordigd door mr. C.E. Barnhoorn, advocaat te Den Haag, en drs. R. Goderie en K. de Kok, zijn verschenen. Voorts is ter zitting

[vennootschap], vertegenwoordigd door mr. R. Benhadi, advocaat te Nijmegen, en [gemachtigde D], [gemachtigde E] en

[gemachtigde F], als partij gehoord. Na behandeling ter zitting zijn de zaken weer gesplitst.

Overwegingen

Indeling

1. Het bestreden besluit is genomen ten behoeve van de realisatie van vier windturbines langs de Pleijweg in Arnhem, als voorzien in het bestemmingsplan "Windpark en zonneveld Koningspleij Noord" vastgesteld door de raad van de gemeente Arnhem bij besluit van 10 juli 2017. Voor de realisatie van het windpark heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem bij besluit van 11 juli 2017 een omgevingsvergunning verleend voor de bouw en exploitatie van de vier windturbines. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn met toepassing van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) gecoördineerd voorbereid en (gelijktijdig) bekendgemaakt. Aan de gecoördineerde voorbereiding van het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning ligt het besluit van de raad van 19 december 2016 ten grondslag. Aan het in deze zaak voorliggende Wnb-besluit ligt een afzonderlijke voorbereidingsprocedure (op grond van afdeling 3.4 van de Wro) ten grondslag. Het Wnb-besluit is niet gelijktijdig met het besluit inhoudende de vaststelling van het bestemmingsplan bekendgemaakt.

2. De ontheffing is verleend voor het opzettelijk doden van zogenoemde Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten. De grondslag voor de ontheffing is artikel 3.3, eerste lid en artikel 3.5, eerste lid, van de Wnb.

De vergunning is verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb, vanwege de gevolgen van de vier windturbines voor het Natura 2000-gebied "Rijntakken".

3. Het Natura 2000-gebied "Rijntakken" is bij besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken van 23 april 2014, gewijzigd bij besluit van 30 maart 2017, aangewezen als - kortheidshalve - Vogel- en Habitatrichtlijngebied. Voor het gebied zijn instandhoudingsdoelstellingen opgenomen voor onder meer de wulp, een aantal ganzensoorten en de meervleermuis. De afstand tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied bedraagt ongeveer 200 m.

4. [vennootschap] is initiatiefnemer van het windpark.

5. Appellanten in deze zaak hebben eveneens beroep ingesteld tegen de hiervoor genoemde besluiten, omdat zij tegen de realisatie van het windpark zijn. De beroepen tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn bij de Afdeling geregistreerd onder zaak nr. 201706086/1/R1 en ook op die beroepen heeft de Afdeling vandaag uitspraak gedaan (ECLI:NL:RVS:2019:295).

Bijlage

6. De relevante wettelijke bepalingen en vergunningvoorschriften zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.

Crisis- en herstelwet

7. Op het bestreden besluit is de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) van toepassing. Ingevolge artikel 1.6a van de Chw kunnen na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen beroepsgronden meer worden aangevoerd.

De beroepen

8. De Vogelwerkgroep heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 15 november 2017 vanwege de gevolgen van het windpark voor de wulp.

Stichting AGA/Presikhaaf en wijkraad MSW hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit vanwege de gevolgen van het windpark voor beschermde soorten en het Natura 2000-gebied "Rijntakken".

Bevoegdheid Afdeling

9. Stichting AGA/Presikhaaf en wijkraad MSW betogen dat het in deze zaak genomen Wnb-besluit ten onrechte niet gecoördineerd is voorbereid met het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor het windpark. De Afdeling ziet zich daarom gesteld voor de vraag of zij bevoegd is om in eerste en enige aanleg kennis te nemen van de beroepen tegen het Wnb-besluit, omdat in geval geen sprake is van een gecoördineerde voorbereiding de rechtbank bevoegd is.

9.1. De raad heeft beoogd de besluiten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het windpark met toepassing van de gemeentelijke coördinatieregeling van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro gecoördineerd voor te bereiden en bekend te maken. De raad heeft daarvoor het besluit van 19 november 2016 genomen, waarin is vastgelegd dat de voorbereiding van het bestemmingsplan voor een windpark met vier windturbines langs de Pleijweg gecoördineerd wordt met de voorbereiding en bekendmaking van de - voor de verwezenlijking van het windpark benodigde - nader genoemde besluiten. In het besluit van 19 november 2016 worden onder meer genoemd de "vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998" en de "ontheffingen op grond van de Flora- en faunawet".

9.2. Het ontwerp van het nu voorliggende Wnb-besluit heeft ter inzage gelegen van 21 november 2017 tot en met 2 januari 2018. Aan de vaststelling van het bestemmingsplan "Windpark en zonneveld Koningspleij Noord" is een ten dele aparte voorbereiding vooraf gegaan: het ontwerpplan en de omgevingsvergunning hebben ter inzage gelegen van 20 maart 2017 tot en met 1 mei 2017. Het bestemmingsplan en het Wnb-besluit zijn derhalve in zoverre niet gelijktijdig voorbereid en deze besluiten zijn evenmin gelijktijdig bekendgemaakt. Dit laat naar het oordeel van de Afdeling onverlet dat het bestemmingsplan en het in deze procedure aan de orde zijnde Wnb-besluit geacht moeten worden gecoördineerd te zijn voorbereid als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, omdat in het besluit van de raad van 19 november 2016 melding is gemaakt van de voor de realisatie van het windpark noodzakelijke toestemmingen op grond van (toentertijd) de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet, die daarna zijn opgegaan in de Wnb. Gelet hierop acht de Afdeling zich bevoegd kennis te nemen van het beroep tegen het Wnb-besluit.

Oneigenlijk gebruik van het Digitaal loket van de Afdeling

10. Het college stelt dat de (initiële) beroepschriften van twee appellanten en een aantal nadere stukken van stichting AGA/Presikhaaf, wijkraad MSW en/of de Vogelwerkgroep ten onrechte zijn ingediend via het zogenoemde Digitaal loket van de Afdeling. Daarbij is de handelwijze gehanteerd dat verschillende natuurlijke personen namens genoemde appellanten het beroepschrift en/of aanvullende stukken "digitaal" hebben ingediend, waarbij de natuurlijke personen in kwestie gebruik hebben gemaakt van hun persoonsgebonden DigiD. Het gebruik van het Digitaal loket van de Afdeling staat evenwel alleen open voor natuurlijke personen. Een DigiD wordt ook alleen toegekend aan natuurlijke personen, aldus het college.

10.1. De Afdeling overweegt dat stichting AGA/Presikhaaf haar initiële beroepschrift heeft ingediend via het Digitaal loket van de Afdeling. Het beroepschrift van wijkraad MSW is per post bezorgd. De Vogelwerkgroep heeft weliswaar beroep ingesteld via het Digitaal loket, maar daarnaast heeft het college het beroepschrift van de Vogelwerkgroep per post doorgezonden aan de Afdeling. Nadien is een aantal nadere stukken door één of meer appellanten eveneens via het Digitaal loket ingediend. Het college stelt terecht dat het via het Digitaal loket van de Afdeling instellen van beroep en het indienen van nadere stukken alleen openstaat voor natuurlijke personen. Appellanten zijn na de indiening van de stukken via het Digitaal loket door de Afdeling, binnen de beroepstermijn, echter niet uitdrukkelijk gewezen op de omstandigheid dat het gebruik van het Digitaal loket alleen is opengesteld voor natuurlijke personen. Appellanten zijn niet in de gelegenheid gesteld het beroepschrift (in het geval van stichting AGA/Presikhaaf) en/of nadere stukken daarom alsnog per post in te dienen. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat stichting AGA/Presikhaaf geen beroep heeft ingesteld, dan wel dat zij niet binnen de wettelijke termijn beroep heeft ingesteld. Evenmin bestaat aanleiding voor het buiten behandeling laten van de nadere stukken, voor zover deze (uitsluitend) via het Digitaal loket...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
7 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201706905/1/R1 en 201805064/1/R1. Raad van State, 2019-04-17
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 17 April 2019
    ...dat de coördinatieregeling daarop niet van toepassing is. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:296, volgt uit de redactie van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wro, niet dat toepassing van de gemeentelijke coördina......
  • Uitspraak Nº 201706086/1/R1. Raad van State, 2019-02-13
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 13 February 2019
    ...ook tegen het Wnb-besluit beroep ingesteld (zaak nr. 201800013/1/R1). Op deze beroepen heeft de Afdeling bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2019:296, beslist. De beroepen 7. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 1], op een afstand van ongeveer 1,3 km ten noordwesten van de mee......
  • Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet
    • Nederland
    • Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 21 de Enero de 2021
    • 21 January 2021
    ...Arnhem ECLI:NL:GHARN:2012:BW7281; hof Arnhem-Leeuwarden ECLI:NL:GHARL:2018:7151 en Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ECLI:NL:RVS:2019:296. X O.a. ECLI:NL:RBAMS:2018:3373. X Noot 680 Kamerstukken 2013/14, 33 962, nr. 3, blz. 316 e.v.
  • Uitspraak Nº 201903599/1/R2. Raad van State, 2020-10-07
    • Nederland
    • 7 October 2020
    ...geen criterium om de belanghebbendheid aan af te meten. Windpark Den Tol wijst op de uitspraak van de Afdeling van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:296, waarin dit criterium werd gehanteerd bij een rechtspersoon, maar die rechtspersoon behartigde de belangen van bewoners die verband hield......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
6 sentencias
  • Uitspraak Nº 201706905/1/R1 en 201805064/1/R1. Raad van State, 2019-04-17
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 17 April 2019
    ...dat de coördinatieregeling daarop niet van toepassing is. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:296, volgt uit de redactie van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Wro, niet dat toepassing van de gemeentelijke coördina......
  • Uitspraak Nº 201706086/1/R1. Raad van State, 2019-02-13
    • Nederland
    • Council of State (Netherlands)
    • 13 February 2019
    ...ook tegen het Wnb-besluit beroep ingesteld (zaak nr. 201800013/1/R1). Op deze beroepen heeft de Afdeling bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2019:296, beslist. De beroepen 7. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 1], op een afstand van ongeveer 1,3 km ten noordwesten van de mee......
  • Uitspraak Nº 201903599/1/R2. Raad van State, 2020-10-07
    • Nederland
    • 7 October 2020
    ...geen criterium om de belanghebbendheid aan af te meten. Windpark Den Tol wijst op de uitspraak van de Afdeling van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:296, waarin dit criterium werd gehanteerd bij een rechtspersoon, maar die rechtspersoon behartigde de belangen van bewoners die verband hield......
  • Uitspraak Nº 201903260/1/R1. Raad van State, 2020-04-01
    • Nederland
    • 1 April 2020
    ...van 19 november 2016 wordt onder meer vermeld de "vergunningen op grond van de Waterwet". 9.2. In haar uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:296, heeft de Afdeling, ook naar aanleiding van een beroep van Stichting AGA/Presikhaaf, geoordeeld over de voorbereiding van een ander uit......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT