Uitspraak Nº 201710453/1/R3. Raad van State, 2019-11-13

ECLIECLI:NL:RVS:2019:3839
Docket Number201710453/1/R3
Date13 Noviembre 2019
CourtCouncil of State (Netherlands)

201710453/1/R3.

Datum uitspraak: 13 november 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. Paviljoen De Walvis B.V, gevestigd te West-Terschelling, en anderen (hierna gezamenlijk: Paviljoen De Walvis),

2. Segesta Terschelling B.V. en Segesta Bouw B.V., beide gevestigd te Alkmaar, (hierna in enkelvoud: Segesta),

appellanten,

en

de raad van de gemeente Terschelling,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 26 september 2017 heeft de raad het bestemmingsplan "West-Terschelling, paviljoen De Walvis" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Paviljoen De Walvis en Segesta beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Paviljoen De Walvis en Segesta hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de behandeling van de beroepen aangehouden in verband met de prejudiciële vragen over het Programma Aanpak Stikstof die de Afdeling in zaken over vergunningen voor veehouderijen heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie bij uitspraak van 17 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1259.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 september 2019, waar zijn verschenen:

- Paviljoen De Walvis, vertegenwoordigd door [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B],

- Segesta, vertegenwoordigd door mr. M. Niermeijer, advocaat te Bussum, en [gemachtigde],

- de raad, vertegenwoordigd door mr. E. Petersen en ing. J. Hellevoort.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan voorziet in de uitbreiding van het horecabedrijf van Paviljoen De Walvis in West-Terschelling.

2. Paviljoen De Walvis vindt dat het plan onnodige beperkingen stelt aan de exploitatie en uitbreiding van het bedrijf.

Segesta is de ontwikkelaar van het zogenoemde B&Y-terrein dat grenst aan de oostkant van het plangebied. Segesta vreest voor onaanvaardbare hinder bij de woningen en recreatieappartementen die zij op dat terrein wenst te bouwen. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning die voorzien in deze ontwikkeling zijn in rechte onaantastbaar geworden na de uitspraak van de Afdeling van 10 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1140.

Het beroep van Paviljoen De Walvis

Ontvankelijkheid

3. In het beroepschrift van Paviljoen De Walvis staat dat beroep wordt ingesteld door Paviljoen De Walvis B.V., [appellant sub 1B], [appellant sub 1C], [appellant sub 1D] en [appellant sub 1A]. Ter zitting is gesteld dat niet alleen de B.V. maar ook haar bestuurders een rechtstreeks bij het plan betrokken belang hebben. [appellant sub 1A] heeft toegelicht dat hij in deze procedure slechts als vertegenwoordiger van de B.V. optreedt en persoonlijk geen bezwaren heeft tegen de bestemming van het strandpaviljoen.

3.1. Artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) luidt: "Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken."

Artikel 8:1 luidt: "Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter".

3.2. Om als belanghebbende bij een besluit in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijk persoon een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.

3.3. In de uitspraak van 10 april 2019 is overwogen:

"2.3 [appellant sub 1B], [appellant sub 1C] en [appellant sub 1D] richten zich in beroep tegen de vaststelling van het plan omdat zij vrezen voor mogelijke negatieve gevolgen die het plan zal hebben voor de bedrijfsvoering van het strandpaviljoen. Zij hebben gelet daarop alleen een belang bij de vaststelling van het plan als bestuurder van Paviljoen de Walvis B.V. Zij hebben in die hoedanigheid geen rechtstreeks maar een afgeleid belang bij de vaststelling van het plan. [appellant sub 1B], [appellant sub 1C] en [appellant sub 1D] hebben desgevraagd ter zitting niet ontkend dat zij op een te grote afstand wonen om zelf rechtstreeks gevolgen te kunnen ondervinden van de in het plan voorziene ontwikkelingen. Gelet op het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat [appellant sub 1B], [appellant sub 1C] en [appellant sub 1D] geen belanghebbenden zijn als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.

2.4 Het beroep van Paviljoen de Walvis en anderen, voor zover ingesteld door [appellant sub 1B], [appellant sub 1C] en [appellant sub 1D], is niet-ontvankelijk."

3.4. Ook in de onderhavige zaak komen [appellant sub 1B], [appellant sub 1C] en [appellant sub 1D] tegen het plan op, omdat zij vrezen voor mogelijke negatieve gevolgen voor de bedrijfsvoering van het strandpaviljoen. Dit betekent dat zij ook in deze zaak alleen een belang hebben als bestuurder van Paviljoen De Walvis B.V. en dat zij in die hoedanigheid geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
3 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201900349/1/R3. Raad van State, 2020-08-26
    • Nederland
    • 26 Agosto 2020
    ...de betrokken normen van de Wnb kennelijk niet strekken tot bescherming van hun belangen. Vergelijk de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839. De bedrijfseconomische belangen van [appellant sub 19B] zijn niet verweven met het algemene belang van de natuurbescherming zoals hier......
  • Uitspraak Nº 201900677/1/R3. Raad van State, 2020-12-30
    • Nederland
    • 30 Diciembre 2020
    ...niet strekken tot bescherming van hun belangen. De Afdeling verwijst ter vergelijking naar haar uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839. 47.2. appellante sub 2] is een loon- en grondverzetbedrijf dat is gevestigd aan de [locatie 6] te Wierden. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-......
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 Noviembre 2020
    ...van gebruik van deze gronden, bijdragen aan het oordeel dat van zodanige verwevenheid sprake is (uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839 Die situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een mosselkweker, waarvan de kweekpercelen binnen de bregrenzing van een Natura 2000-gebied ......
3 sentencias
  • Uitspraak Nº 201900349/1/R3. Raad van State, 2020-08-26
    • Nederland
    • 26 Agosto 2020
    ...de betrokken normen van de Wnb kennelijk niet strekken tot bescherming van hun belangen. Vergelijk de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839. De bedrijfseconomische belangen van [appellant sub 19B] zijn niet verweven met het algemene belang van de natuurbescherming zoals hier......
  • Uitspraak Nº 201900677/1/R3. Raad van State, 2020-12-30
    • Nederland
    • 30 Diciembre 2020
    ...niet strekken tot bescherming van hun belangen. De Afdeling verwijst ter vergelijking naar haar uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839. 47.2. appellante sub 2] is een loon- en grondverzetbedrijf dat is gevestigd aan de [locatie 6] te Wierden. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-......
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 Noviembre 2020
    ...van gebruik van deze gronden, bijdragen aan het oordeel dat van zodanige verwevenheid sprake is (uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3839 Die situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij een mosselkweker, waarvan de kweekpercelen binnen de bregrenzing van een Natura 2000-gebied ......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT