Uitspraak Nº 21/01616. Hoge Raad, 2022-06-24

ECLIECLI:NL:HR:2022:950
Date24 Junio 2022
Docket Number21/01616

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 21/01616

Datum 24 juni 2022

BESCHIKKING

In de zaak van

STICHTING ZUYD HOGESCHOOL,
gevestigd te Heerlen,

VERZOEKSTER tot cassatie,

hierna: de Hogeschool,

advocaat: S.F. Sagel,

tegen

[de docent],
wonende te [woonplaats], België,

VERWEERDER in cassatie,

hierna: de docent,

niet verschenen.

1. Procesverloop

Voor het verloop van het geding verwijst de Hoge Raad naar:

  1. zijn beschikking tussen partijen in de zaak ECLI:NL:HR:2020:1307 van 17 juli 2020;

  2. de beschikking in de zaak 200.282.420 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 januari 2021.

De Hogeschool heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De docent heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot vernietiging van de beschikking van het gerechtshof Arnhem Leeuwarden van 11 januari 2021 en tot verwijzing.

2 Uitgangspunten en feiten
2.1

Deze zaak gaat over de ontbinding van een arbeidsovereenkomst van een docent bewegingsleer wegens grensoverschrijdend gedrag jegens studentes. Het verzoek tot ontbinding vergt een beoordeling van de rechtsverhouding tussen de docent en zijn werkgever. In cassatie staat centraal of uitgangspunt is dat het aan de docent verweten gedrag in de arbeidsverhouding met de Hogeschool in beginsel ernstig verwijtbaar handelen in de zin van art. 7:673 lid 7, onder c, BW inhoudt. Als de reden voor het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, is de werkgever niet de wettelijke transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd.

2.2

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

(i) De docent is vanaf 1989 in dienst geweest bij (de rechtsvoorganger van) de Hogeschool en vervulde daar de functie van senior docent bewegingsleer.

(ii) De docent is in 2006 en 2010 gewaarschuwd dat er signalen waren dat de fysieke houdingscorrecties tijdens de bewegingslessen vooral bij vrouwelijke studenten tot onduidelijkheid leidden. In 2006 is hem opgedragen te onderzoeken welke didactische of methodische wijzigingen aangebracht kunnen worden in zijn lesmethode. In 2010 is hem elke vorm van fysiek contact tijdens de bewegingslessen verboden.

(iii) In 2017 heeft de docent tijdens een les zijn hand op de billen van een studente gelegd of een tik op haar billen gegeven en daarbij gezegd dat hij dat al langer had willen doen.

(iv) Tijdens de laatste les voor de zomervakantie van 2017 heeft de docent een massageles gegeven waarbij de studenten in tweetallen werkten en elkaar masseerden. Halverwege de les werden de rollen omgedraaid. De docent koos een studente uit om met haar voor te doen hoe de studenten elkaar moesten masseren. Tijdens de massage werden bij deze studente verschillende spiergroepen gemasseerd waaronder de billen, de borst(spieren) en de benen tot en met de liezen. Nadat de tweetallen onderling gewisseld hadden, heeft de docent dezelfde studente nogmaals op dezelfde wijze gemasseerd.

(v) Ontspanningslessen vormden onderdeel van het curriculum van de opleiding en de Hogeschool wist dat deze ontspanningslessen ook in de vorm van massagelessen werden gegeven. De massagelessen dienden een didactisch doel. De Hogeschool wist dat de docent ook na 2010 nog massagelessen gaf.

2.3

De Hogeschool heeft in dit geding onder meer verzocht de arbeidsovereenkomst met de docent te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen zonder toekenning van een transitievergoeding. De kantonrechter1 heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden en daarbij voor recht verklaard dat de docent ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en daarom geen recht heeft op een transitievergoeding. Het gerechtshof ’s Hertogenbosch2 heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover daarin voor recht is verklaard dat de docent ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dientengevolge geen recht heeft op een transitievergoeding. Het heeft de Hogeschool veroordeeld om aan de docent de wettelijke transitievergoeding te voldoen. De Hoge Raad3 heeft die beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het hof.

2.4

Het hof4 heeft de hiervoor in 2.3 genoemde beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover daarin voor recht is verklaard dat de docent ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en dientengevolge geen recht heeft op een transitievergoeding. Voor zover in cassatie van belang heeft het de Hogeschool veroordeeld om aan de docent de wettelijke transitievergoeding te voldoen. Over de vraag of de gedragingen van de docent niet alleen verwijtbaar maar ook ernstig verwijtbaar zijn, in welk geval hij geen aanspraak heeft op de transitievergoeding, heeft het hof als volgt overwogen:

“het juridisch kader: terughoudende toepassing van artikel 7:673 lid 7 onder c BW

2.5

Het uitgangspunt van de Wet werk en zekerheid (Wwz) is dat de werkgever “in beginsel altijd” een transitievergoeding is verschuldigd aan de werknemer indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd. De transitievergoeding is niet verschuldigd indien het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer [voetnoot 1: Artikel 7:673 lid 7 onder c BW]. De Hoge Raad heeft in de zogeheten Woondroomzorg-uitspraak uitgewerkt hoe deze bepaling moet worden toegepast [voetnoot 2: HR 8 februari 2019, ECLI:HR:2019:203]: uit de parlementaire geschiedenis van de Wwz blijkt dat deze uitzonderingsgrond een beperkte reikwijdte heeft en terughoudend moet worden toegepast. De werknemer kan zijn recht op een transitievergoeding alleen kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Bij de beoordeling of de uitzonderingsgrond van toepassing is, zijn de omstandigheden van het geval (waaronder de persoonlijke omstandigheden van de werknemer) alleen van belang voor zover deze van invloed zijn op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid. De overige omstandigheden van het geval (dus omstandigheden die geen verband houden met de gedragingen van de werknemer die tot het ontslag hebben geleid, noch met de verwijtbaarheid van die gedragingen) zijn in dit verband niet van betekenis.

2.6

Dit toetsingskader houdt dus in dat er voor toepassing van artikel 7:673 lid 7 onder c BW een hoge drempel geldt. Een werknemer heeft alleen in uitzonderlijke gevallen geen aanspraak op een transitievergoeding: het moet gaan om ‘evident’ (oftewel: overduidelijk, zonneklaar) ernstig verwijtbaar [handelen] of nalaten van de werknemer. Het hof moet deze bepaling terughoudend toepassen.

toepassing van dit kader: geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten [van de docent]

2.7

Het hof beslist dat [de docent] niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De argumenten op grond waarvan het hof tot die conclusie komt, ondanks het feit dat vaststaat dat [de docent] verwijtbaar heeft gehandeld, worden hierna uiteengezet.

(1) werkcontext

2.8

Allereerst is van belang de context waarin [de docent] werkte. [De docent] was...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
6 temas prácticos
  • Uitspraak Nº C/10/637501 / HA RK 22-437. Rechtbank Rotterdam, 2022-09-13
    • Nederland
    • 13 september 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). In r.o. 5.8. t/m 5.16. is overwogen dat de rol en houding van [naam verzoeker] in de Waalhavenrestrictie-kwestie dringende redenen oplev......
  • Uitspraak Nº 9897600 / VZ VERZ 22-7183. Rechtbank Rotterdam, 2022-09-13
    • Nederland
    • 13 september 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). In r.o. 5.10 t/m 5.18 is overwogen dat de rol en werkwijze van [naam verzoeker] in de Waalhavenrestrictie-kwestie dringende redenen ople......
  • Uitspraak Nº 9787822 / VZ VERZ 22-4267. Rechtbank Rotterdam, 2022-07-15
    • Nederland
    • 15 juli 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). Mede gelet op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 5.13 is overwogen, is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verwee......
  • Uitspraak Nº 9886976 EA VERZ 22-310. Rechtbank Amsterdam, 2022-08-25
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 25 augustus 2022
    ...slechts sprake in uitzonderlijke gevallen waarin evident is dat het handelen niet alleen verwijtbaar, maar ook ernstig verwijtbaar is (ECLI:NL:HR:2022:950, ro. 2.5). Het gaat dan volgens de wetsgeschiedenis bijvoorbeeld om diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, het ondanks lo......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
6 sentencias
  • Uitspraak Nº C/10/637501 / HA RK 22-437. Rechtbank Rotterdam, 2022-09-13
    • Nederland
    • 13 september 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). In r.o. 5.8. t/m 5.16. is overwogen dat de rol en houding van [naam verzoeker] in de Waalhavenrestrictie-kwestie dringende redenen oplev......
  • Uitspraak Nº 9897600 / VZ VERZ 22-7183. Rechtbank Rotterdam, 2022-09-13
    • Nederland
    • 13 september 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). In r.o. 5.10 t/m 5.18 is overwogen dat de rol en werkwijze van [naam verzoeker] in de Waalhavenrestrictie-kwestie dringende redenen ople......
  • Uitspraak Nº 9787822 / VZ VERZ 22-4267. Rechtbank Rotterdam, 2022-07-15
    • Nederland
    • 15 juli 2022
    ...op de verwijtbaarheid van het handelen of nalaten van de werknemer dat tot het ontslag heeft geleid (zie onder meer HR 24 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:950). Mede gelet op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 5.13 is overwogen, is sprake van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door [verwee......
  • Uitspraak Nº 9886976 EA VERZ 22-310. Rechtbank Amsterdam, 2022-08-25
    • Nederland
    • Rechtbank Amsterdam (Neederland)
    • 25 augustus 2022
    ...slechts sprake in uitzonderlijke gevallen waarin evident is dat het handelen niet alleen verwijtbaar, maar ook ernstig verwijtbaar is (ECLI:NL:HR:2022:950, ro. 2.5). Het gaat dan volgens de wetsgeschiedenis bijvoorbeeld om diefstal, verduistering, bedrog of andere misdrijven, het ondanks lo......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT