Uitspraak Nº 201809176/1/R3 en 201905611/1/R3. Raad van State, 2020-02-05

ECLIECLI:NL:RVS:2020:375
Date05 Febrero 2020
Docket Number201809176/1/R3 en 201905611/1/R3
CourtCouncil of State (Netherlands)

201809176/1/R3 en 201905611/1/R3.

Datum uitspraak: 5 februari 2020

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beiden wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 1]),

2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

3. [appellant sub 3], wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

4. [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], beiden wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee (hierna: [appellant sub 4A]),

appellanten,

en

de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee,

verweerder;

alsmede uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 11 juli 2019 in zaken nrs. 18/5957, 18/5959, 18/5891, 18/5899 in het geding

tussen:

1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], beiden wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

2. [appellant sub 2] en anderen, allen wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

3. [appellant sub 3], wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

4. [appellant sub 4A] en [appellant sub 4B], beiden wonend te Ooltgensplaat, gemeente Goeree-Overflakkee,

en

het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee.

Procesverloop

Bij besluit van 6 september 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Windpark Piet de Wit" vastgesteld.

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het college een omgevingsvergunning aan Windpark De Plaet B.V. verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c en e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de realisatie van windpark Piet de Wit.

[appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, [appellant sub 3] en [appellant sub 4A] hebben bij de Afdeling beroep ingesteld tegen het besluit van de raad tot vaststelling van het bestemmingsplan "Windpark Piet de Wit".

Zij hebben eveneens bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het besluit van het college tot verlening van een omgevingsvergunning voor windpark Piet de Wit.

Bij uitspraak van 11 juli 2019 heeft de rechtbank de ingestelde beroepen tegen de verleende omgevingsvergunning ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen de uitspraak van de rechtbank hebben [appellant sub 2] en anderen hoger beroep ingesteld bij de Afdeling. Het college en Windpark De Plaet B.V. hebben naar aanleiding van dit hoger beroep incidenteel hoger beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

In de hoger beroepsprocedure hebben het college en Windpark De Plaet B.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven. [appellant sub 2] en anderen hebben naar aanleiding hiervan een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaken ter zitting behandeld op 14 november 2019, waar [appellant sub 4A], bijgestaan door [gemachtigde A], en de raad en het college, vertegenwoordigd door mr. B. de Kuijper, zijn verschenen. Voorts is ter zitting Windpark De Plaet B.V., bijgestaan door [gemachtigde B], als partij gehoord.

Overwegingen

INLEIDING

1. Windpark Piet de Wit is een bestaand windpark dat is gesitueerd aan het Volkerak ten zuiden van Ooltgensplaat. Het windpark is sinds 2003 operationeel en bestaat uit twaalf windturbines met een tiphoogte van 100 m en een gezamenlijk vermogen van 21 MW. De eigenaar en exploitant van dit windpark, Windpark De Plaet B.V., wil het windpark opschalen door de twaalf bestaande windturbines af te breken en te vervangen door zeven grotere windturbines met een tiphoogte tot maximaal 150 m en een gezamenlijk vermogen van ongeveer 24 tot 30 MW. Het bestreden bestemmingsplan en de aan Windpark De Plaet B.V. verleende omgevingsvergunning maken deze opschaling van windpark Piet de Wit mogelijk.

2. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn niet gecoördineerd voorbereid en bekendgemaakt met toepassing van de gemeentelijke coördinatieregeling neergelegd in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening. Tegen de verleende omgevingsvergunning heeft daarom afzonderlijk beroep opengestaan bij de rechtbank Rotterdam.

3. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, [appellant sub 3] en [appellant sub 4A] wonen in de omgeving van windpark Piet de Wit. Zij verzetten zich tegen de opschaling van dit windpark vanwege de negatieve effecten die de grotere windturbines volgens hen hebben op hun woon- en leefklimaat.

OPZET VAN DE UITSPRAAK

4. In het onderstaande zal de Afdeling beginnen met de bespreking van de beroepsgronden gericht tegen het vastgestelde bestemmingsplan. Daarbij zal de Afdeling hetgeen [appellant sub 2] en anderen in hun hoger beroepschrift en nadere memorie naar aanleiding van het incidenteel hoger beroep naar voren hebben gebracht betrekken in haar beoordeling. De Afdeling leidt uit het vermelde in de nadere memorie namelijk af dat dit tevens beroepsgronden zijn die naar voren zijn gebracht in de beroepsprocedure over het bestemmingsplan.

Bij de bespreking van deze beroepsgronden zal als eerste worden ingegaan op het toetsingskader (overweging 5). Vervolgens komen de volgende onderwerpen aan de orde:

- de onderzoeksrapporten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen (overweging 6);

- nut en noodzaak van het plan (overwegingen 7-10);

- locatie en aantal windturbines (overwegingen 11-13);

- keuze type windturbine (overweging 14);

- geluid (overwegingen 15-27);

- slagschaduw (overweging 28);

- lichtschittering en spiegeling (overweging 29);

- zicht op de nieuwe windturbines en effecten op het landschap (overwegingen 30-33);

- effecten op het woon- en leefklimaat in het licht van artikel 8 EVRM (overweging 34);

- waterveiligheid (overweging 35);

- effecten op vleermuizen en vogels (overweging 36);

- de aan- en afvoer van windturbineonderdelen (overweging 37);

- de aanleg van nieuwe toegangswegen (overweging 38);

- planschade en individuele belangen (overweging 39);

- betogen die in het kader van het bestemmingsplan buiten inhoudelijke bespreking moeten blijven (overwegingen 40-42);

- inlassen zienswijzen (overweging 43);

- conclusie bestemmingsplan (overweging 44).

Vervolgens zal afzonderlijk worden ingegaan op het hoger beroep (overwegingen 45 en 46) en het incidenteel hoger beroep (overwegingen 47-49) tegen de uitspraak van de rechtbank van 11 juli 2019.

HET BESTEMMINGSPLAN

Toetsingskader

5. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

De onderzoeksrapporten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen

6. Voorafgaand aan de besluitvorming over de opschaling van windpark Piet de Wit is onder meer een milieueffectrapport opgesteld getiteld "MER opschaling Windpark Piet de Wit; Ter onderbouwing van het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning" van 14 april 2018 (hierna: het milieueffectrapport voor de opschaling van windpark Piet de Wit). Dit milieueffectrapport met een groot deel van de daaraan ten grondslag gelegde onderzoeksrapporten zijn opgesteld door Bosch & Van Rijn. [gemachtigde A] heeft twijfels geuit over de onafhankelijkheid van Bosch & Van Rijn en daarbij ter onderbouwing gesteld dat Bosch & Van Rijn ook vaak commerciële partijen adviseert die plannen hebben voor de realisatie van windenergie.

6.1. Dat Bosch & Van Rijn als adviesbureau vaker onderzoek heeft verricht ten behoeve van andere windenergieprojecten, is op zichzelf juist. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:616, onder 44.2, over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, vormt de omstandigheid dat bepaalde onderzoeksbureaus ook onderzoek hebben verricht ten behoeve van andere windenergieprojecten geen reden om op voorhand te twijfelen aan de juistheid en de objectiviteit van die onderzoeken. De Afdeling ziet in de enkele omstandigheid dat het milieueffectrapport en een groot deel van de daaraan ten grondslag gelegde onderzoeksrapporten voor de opschaling van windpark Piet de Wit zijn opgesteld door Bosch & Van Rijn, dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat de raad deze rapporten niet aan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ten grondslag heeft mogen leggen. Voor zover [gemachtigde A] bezwaren over de juistheid van de inhoud van de onderzoeksrapporten naar voren heeft gebracht, worden die beoordeeld bij de behandeling van de beroepsgronden over de desbetreffende onderwerpen, zoals geluid.

Het betoog faalt.

Nut en noodzaak van het plan

7. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen, [appellant sub 3] en [appellant sub 4A] voeren aan dat het nut en de noodzaak van het plan er niet is. Zij hebben hierover de hierna te bespreken punten van kritiek aangevoerd.

Noodzaak voor grotere windturbines

8. [appellant sub 1] voert aan dat het nut en de noodzaak voor de nieuwe windturbines niet is onderzocht. Volgens hem heeft de raad ten onrechte ingestemd met het realiseren van windturbines die aanzienlijk groter zijn dan de bestaande windturbines en grote nadelige gevolgen voor de omgeving hebben.

[appellant sub 2] en anderen betogen dat onduidelijk is in hoeverre het doel van het Nationaal Energieakkoord niet wordt behaald als windpark Piet de Wit niet zal worden opgeschaald. Volgens hen dient de schaalvergroting van het voorziene windpark enkel financieel gewin en bewerkstelligt het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
11 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 november 2020
    ...waarop het in een omgevingsvergunning voorziene project, dan wel andere handelingen worden uitgevoerd (uitspraken van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375 (Goeree-Overflakkee), 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4197 (Terneuzen), 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1146 (Windpark Bijvanck)). 21......
  • Uitspraak Nº 201908358/1/R1. Raad van State, 2020-09-16
    • Nederland
    • 16 september 2020
    ...hinder wordt ondervonden van het windturbinegeluid. De Afdeling wijst in dit verband op haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, onder 26.2. Dit veronderstelt dat het geluidniveau in een woning met gesloten ramen bepalend is en daar hebben de ministers in redelijkheid van k......
  • Uitspraak Nº 202000016/1/R1. Raad van State, 2020-11-25
    • Nederland
    • 25 november 2020
    ...het rapport van 2018 van het RIVM waar De Banjaard en anderen naar verwijzen, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, al geoordeeld dat dit rapport geen specifieke conclusies over windturbines bevat op basis waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat ......
  • Uitspraak Nº 201908473/1/R3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 december 2020
    ...zijn te verwachten, overweegt de Afdeling het volgende. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, onder 20.1, over het windpark Piet de Wit, bestaat er in de wetenschap geen eenduidig standpunt over het antwoord op de vraag of (laagfreque......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
11 sentencias
  • Uitspraak Nº 201906841/1/R1. Raad van State, 2020-11-11
    • Nederland
    • 11 november 2020
    ...waarop het in een omgevingsvergunning voorziene project, dan wel andere handelingen worden uitgevoerd (uitspraken van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375 (Goeree-Overflakkee), 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4197 (Terneuzen), 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1146 (Windpark Bijvanck)). 21......
  • Uitspraak Nº 201908358/1/R1. Raad van State, 2020-09-16
    • Nederland
    • 16 september 2020
    ...hinder wordt ondervonden van het windturbinegeluid. De Afdeling wijst in dit verband op haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, onder 26.2. Dit veronderstelt dat het geluidniveau in een woning met gesloten ramen bepalend is en daar hebben de ministers in redelijkheid van k......
  • Uitspraak Nº 202000016/1/R1. Raad van State, 2020-11-25
    • Nederland
    • 25 november 2020
    ...het rapport van 2018 van het RIVM waar De Banjaard en anderen naar verwijzen, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, al geoordeeld dat dit rapport geen specifieke conclusies over windturbines bevat op basis waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat ......
  • Uitspraak Nº 201908473/1/R3. Raad van State, 2020-12-23
    • Nederland
    • 23 december 2020
    ...zijn te verwachten, overweegt de Afdeling het volgende. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, onder 20.1, over het windpark Piet de Wit, bestaat er in de wetenschap geen eenduidig standpunt over het antwoord op de vraag of (laagfreque......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT