Wet ondernemerspakket 2001

Abbreviated LabelWop 2001
Subject MatterBelastingrecht | Vennootschapsbelastingrecht
CourtFinanciën

Geldend van 09-12-2005 t/m heden

Wet van 14 december 2000 tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. in verband met de tweede tranche van het ondernemerspakket 2001 (Wet ondernemerspakket 2001)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat een pakket fiscale maatregelen wordt ingevoerd voor de dynamisering van het ondernemerschap in brede zin en terugdringing onwenselijk gebruik;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel II

[Red: Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.]

Artikel III

[Red: Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.]

Artikel V

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Successiewet 1956.]

Artikel VII

[Red: Wijzigt de Invorderingswet 1990.]

Artikel VIII

[Red: Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]

Artikel IX

[Red: Wijzigt de Wet op belastingen van rechtsverkeer.]

Artikel X

Vervallen.

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel XII

[Red: Wijzigt de Wet op de inkomstenbelasting 1964.]

Artikel XIII

[Red: Wijzigt de Pensioen- en spaarfondsenwet.]

Artikel XIV

Met betrekking tot de aansprakelijkheidstelling voor 1 januari 2001 op de voet van artikel 40 van de Invorderingswet 1990, zoals dit luidde op 31 december 2000, is artikel 50, tweede lid, van die wet van toepassing indien, ware laatstgenoemd artikellid reeds van toepassing voor 1 januari 2001, de termijn voor het instellen van bezwaar nog niet is verstreken.

Artikel XIVa
  • 1 In afwijking in zoverre van het bepaalde krachtens artikel 25, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 verleent de ontvanger de belastingschuldige die in het kader van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (Stcrt. 2000, 55) zijn onderneming staakt na 19 maart 2000 en voor 1 januari 2001 op diens schriftelijk verzoek uitstel van betaling voor de duur van ten hoogste tien jaar, mits voldoende zekerheid is gesteld, voor belastingaanslagen voorzover daarin is begrepen inkomstenbelasting die bij staking van die onderneming is verschuldigd en kan worden toegerekend aan het verschil tussen de boekwaarde en de waarde in het economische verkeer van een eigen woning, daaronder begrepen de niet onafhankelijk van die woning te verkopen aanhorigheden en de ondergrond van zodanige woning en aanhorigheden, die ten tijde van de staking tot het ondernemingsvermogen behoort. De belasting op het in de eerste volzin bedoelde verschil wordt zoveel mogelijk bepaald naar het tarief van artikel 57, tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.

  • 2 Het uitstel wordt slechts verleend voorzover de belastingschuldige geacht wordt over onvoldoende middelen – andere dan de eigen woning – te beschikken om zonder uitstel de belasting te voldoen en aannemelijk maakt dat de belasting binnen de periode waarvoor uitstel wordt verleend, kan worden voldaan.

  • 3 Het uitstel wordt beëindigd:

    • a. in geval van faillissement van de belastingschuldige;

    • b. ingeval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien van de belastingschuldige van toepassing is;

    • c. in geval van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT