Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving

Besluit van 13 oktober 2012, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2012, nr. NAL/FA/2012/11220, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op de artikelen 14a, tiende lid, van de Toeslagenwet, 27a, tiende lid, van de Werkloosheidswet, 48, tiende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 21, tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 29a, tiende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 2:69, tiende lid, en 3:40, tiende lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, 91, tiende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 45a, tiende lid, van de Ziektewet, 17a, negende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 39, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 17c, tiende lid, van de Algemene Ouderdomswet, 20a, negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 20a, negende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 18a, negende lid, en 47g, negende lid, van de Wet werk en bijstand, 6, derde lid, 28a, eerste en zevende lid, en 34, vijfde, zesde, zevende en negende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, 8:3a, eerste en zevende lid, en 10:7, tweede, derde, vierde en vijfde lid, van de Arbeidstijdenwet, 17b, eerste en zevende lid, en 19d, tweede, derde, vierde lid, en vijfde lid van de Wet arbeid vreemdelingen, 18f, derde en vijfde lid, en 18i, zevende lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, 19, tweede, derde, vierde en vijfde lid en 22, eerste en zevende lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 september 2012, nr. W12.12.0274/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 2012, nr. UBN/12/15294, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK I WERKNEMERSVERZEKERINGEN, VOLKSVERZEKERINGEN EN SOCIALE VOORZIENINGEN

ARTIKEL I

In artikel 45, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 wordt «niet nakomen» vervangen door: niet of niet behoorlijk nakomen.

ARTIKEL II

Het Besluit WWB 2007 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 10a, eerste lid, wordt onder verlettering van onderdeel g tot onderdeel h, een onderdeel ingevoegd, luidende: g. het college een verbeterplan heeft opgesteld waarin is beschreven op welke wijze de effecten van het gemeentelijk handhavings- en sanctiebeleid en de uitvoering daarvan verbeterd worden en welke resultaten daarbij worden nagestreefd, indien uit het analyserapport, bedoeld in onderdeel f, blijkt dat de overstijging mede het gevolg is van gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan, tenzij het college kan aantonen dat verbetering van het handhavings- en sanctiebeleid en de uitvoering daarvan niet tot de mogelijkheden behoort. BIn artikel 10b wordt onder vernummering van het derde tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende: 3. Indien naar het oordeel van de toetsingscommissie het meerjarig tekort op grond waarvan het college om een aanvullende uitkering verzoekt, mede het gevolg is van het gemeentelijk handhavings- en sanctiebeleid en de uitvoering daarvan, adviseert de toetsingscommissie Onze Minister de gevraagde meerjarige aanvullende uitkering niet toe te kennen indien de maatregelen van het college ter verbetering van de effecten van het gemeentelijk handhavings- en sanctiebeleid en de uitvoering daarvan, naar het oordeel van de toetsingscommissie niet toereikend zijn.

ARTIKEL III

Het Boetebesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Begrippen.

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:a. ANW:

Algemene nabestaandenwet;b. AOW:

Algemene Ouderdomswet;c. AKW:

Algemene Kinderbijslagwet;d. IOAW:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;e. IOAZ:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;f. IOW:

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;g. TW:

Toeslagenwet;h. WAO:

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;i. WAZ:

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen; j. WW:

Werkloosheidswet;k. WWB:

Wet werk en bijstand;l. ZW:

Ziektewet;m. Wet Wajong:

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten;n. Wet WIA:

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;o. Wet SUWI:

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;p. benadelingsbedrag:

hetgeen hieronder wordt verstaan in de artikelen, genoemd in onderdeel q;q. bestuurlijke boete:

de bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 27a van de WW, 21, van de IOW, 45a van de ZW, 29a van de WAO, 48 van de WAZ, 2:69 en 3:40 van de Wet Wajong, 14a van de TW, 17c van de AOW, 39 van de ANW, 17a van de AKW, 3:16 eerste lid, onderdeel o, en 3:27, eerste lid, onderdeel m, van de Wet arbeid en zorg, 91van de Wet WIA, 20a van de IOAW, 20a van de IOAZ, en 18a en 47g van de WWB; r. inlichtingenverplichting:

de verplichting, bedoeld in de artikelen 25 van de WW, 12, eerste lid, van de IOW, 31, eerste lid, en 49 van de ZW, 80 van de WAO, 70 van de WAZ, 2:7, eerste en zevende lid, en 3:74 van de Wet Wajong, 12 van de TW, 49 van de AOW, 35 van de ANW, 15 van de AKW, 3:16, eerste lid, onderdeel g, en 3:27, eerste lid, onderdeel f, van de Wet arbeid en zorg, 27 van de Wet WIA, 13, eerste lid, van de IOAW, 13, eerste lid, van de IOAZ, 17, eerste lid, van de WWB en 30c, tweede en derde lid, van de Wet SUWI; s. werkgever:

de werkgever in de zin van de ZW;t. werkgeversboete ZW/WAO:

de bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 38, derde lid, 38a, achtste lid, en 63c van de ZW en artikel 71a, derde en vierde lid, van de WAO zoals dit artikel luidde voor 1 april 2002. BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De bestuurlijke boete wordt vastgesteld op de hoogte van het benadelingsbedrag, met dien verstande dat zij op ten minste €150 wordt vastgesteld. Bij verminderde verwijtbaarheid wordt de bestuurlijke boete verlaagd. 2. In het derde lid wordt «vastgesteld op €52» vervangen door: vastgesteld op €150. Bij verminderde verwijtbaarheid wordt de bestuurlijke boete verlaagd. COnder vernummering van de artikelen 2a, 2b en 2c tot 2b, 2c en 2d, wordt na artikel 2 een artikel met opschrift ingevoegd, luidende:

Artikel 2

a Criteria verminderde verwijtbaarheid.

  1. Bij de bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete wordt de mate waarin de gedraging aan de betrokkene kan worden verweten beoordeeld naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeerde op het moment dat hij de inlichtingenverplichting had moeten nakomen. 2. Bij de beoordeling van de mate waarin de gedraging aan de betrokkene kan worden verweten, leiden in ieder geval de volgende criteria tot verminderde verwijtbaarheid: a. de betrokkene verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt; b. de betrokkene verkeerde in een zodanige geestelijke toestand dat hem de overtreding niet volledig valt aan te rekenen, of c. de betrokkene heeft wel inlichtingen verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting. DArtikel 2b (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «en 38a, vijfde lid» vervangen door: , 38a, tweede, derde, vijfde en zesde lid, en 38b, tweede en derde lid. 2. In het tweede lid wordt «een bedrijfsarts» vervangen door: een persoon als bedoeld in dat artikel. 3. In het derde lid wordt «38a, zesde lid» vervangen door: 38a, zevende lid. EArtikel 2c (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, aanhef, wordt «38a, zevende lid» vervangen door: 38a, achtste lid. 2. In het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, wordt «een bedrijfsarts» vervangen door: een persoon als bedoeld in artikel 63c van de ZW» en wordt «38a, zesde lid» vervangen door: 38a, zevende lid. FNa artikel 6 worden twee artikelen met opschrift ingevoegd, luidende:

Artikel 6

a Overgangsbepaling met betrekking tot wijziging van de Ziektewet.

De artikelen 2a en 2b, zoals die luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel VIII, onderdelen L en M, van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging sociale zekerheidswetgeving, blijven van toepassing indien artikel 86d van de ZW van toepassing is.

Artikel 6

b Grondslag.

Dit besluit is mede gebaseerd op de artikelen 20a, negende lid, van de IOAW, 20a, negende lid, van de IOAZ en 18a, negende lid en 47g, negende lid, van de WWB.

HOOFDSTUK II ARBEIDSBESLUITEN

ARTIKEL IV

Het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 9.9a, eerste lid, komt te luiden:1. Als een strafbaar feit wordt aangemerkt de handeling of het nalaten in strijd met de voorschriften en verboden welke zijn opgenomen in de artikelen 1.46, eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT