Wet opheffing bedrijfslichamen
Abbreviated Label | Geen |
Court | Economische Zaken |
Subject Matter | Ondernemingspraktijk |
Geldend van 01-01-2019 t/m heden
Wet van 17 december 2014 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, met inachtneming van artikel 134, eerste lid, van de Grondwet, dat het wenselijk is de bedrijfslichamen op te heffen en taken van de bedrijfslichamen te beleggen bij de centrale overheid;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Voor de toepassing van de hoofdstukken 4 tot en met 6 wordt verstaan onder:
bedrijfslichaam: bedrijfslichaam als bedoeld in artikel 66, vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, zoals dat artikel luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van deze wet;
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
[Red: Wijzigt de Wet op de bedrijfsorganisatie.]
[Red: Wijzigt de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden.]
[Red: Wijzigt de Noodwet voedselvoorziening.]
[Red: Wijzigt de Sanctiewet 1977.]
[Red: Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]
[Red: Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]
[Red: Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
[Red: Wijzigt de Wet op de kansspelen.]
De Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 wordt ingetrokken.
[Red: Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]
[Red: Wijzigt de Ambtenarenwet.]
[Red: Wijzigt de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.]
[Red: Wijzigt de Algemene douanewet.]
[Red: Wijzigt de Wet tuchtrechtspraak accountants.]
[Red: Wijzigt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.]
[Red: Wijzigt de Loodsenwet.]
[Red: Wijzigt de Waterschapswet.]
[Red: Wijzigt de Wet milieubeheer.]
[Red: Wijzigt de Boswet.]
[Red: Wijzigt de Dienstenwet.]
[Red: Wijzigt de Flora- en faunawet.]
[Red: Wijzigt de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.]
[Red: Wijzigt de Landbouwkwaliteitswet.]
[Red: Wijzigt de Landbouwwet.]
[Red: Wijzigt de Meststoffenwet.]
[Red: Wijzigt de Plantenziektenwet.]
[Red: Wijzigt de Visserijwet 1963.]
[Red: Wijzigt de Wet dieren.]
[Red: Wijzigt de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.]
[Red: Wijzigt de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005.]
[Red: Wijzigt de Arbeidstijdenwet.]
[Red: Wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.]
[Red: Wijzigt de Wet op de ondernemingsraden.]
De Wet van 3 april 1999 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en enige andere wetten (Stb. 1999, 253) wordt ingetrokken.
[Red: Wijzigt de Warenwet.]
[Red: Wijzigt de Wet op de medische keuringen.]
-
1 Op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van deze wet gaan alle vermogensbestanddelen van het:
a. Hoofdproductschap Akkerbouw,
b. Productschap Akkerbouw,
c. Productschap Diervoeder,
d. Productschap Wijn;
e. Productschap Dranken,
f. Productschap Margarine, Vetten en Oliën,
g. Productschap Pluimvee en Eieren,
h. Productschap Tuinbouw,
i. Productschap Vee en Vlees,
j. Productschap Vis,
k. Productschap Zuivel,
l. Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel,
m. Hoofdbedrijfschap Ambachten,
n. Hoofdbedrijfschap Detailhandel,
o. Bedrijfschap Afbouw,
p. Bosschap,
q. Bedrijfschap Horeca en Catering,
onder algemene titel over op de staat zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.
2 De in het eerste lid bedoelde overgang geschiedt in de vorm van een afgezonderd vermogen per bedrijfslichaam.
3 Ingeval krachtens het eerste lid registergoederen overgaan, doet Onze Minister de overgang van die registergoederen onverwijld inschrijven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel I van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 24, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
4 Ingeval krachtens het eerste lid rechten en verplichtingen uit arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht overgaan, gaan die overeenkomsten ongewijzigd over als rechtsverhouding naar burgerlijk recht. De betrokken werknemers worden niet aangemerkt als overheidswerknemer als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Wet privatisering ABP of artikel 1, onderdeel j, van de Werkloosheidswet en de staat wordt ten aanzien van die werknemers niet aangemerkt als overheidswerkgever als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet privatisering ABP of artikel 1, onderdeel i, van de Werkloosheidswet.
5 In afwijking van het bepaalde bij of krachtens de Comptabiliteitswet 2001 worden de in het eerste lid bedoelde vermogensbestanddelen, voor zover het liquide middelen betreft, op een rekening buiten het begrotingsverband van het Rijk geboekt.
6 Vorderingen op en van een bedrijfslichaam komen uitsluitend ten laste onderscheidenlijk ten gunste van het vermogen van het desbetreffende bedrijfslichaam.
1 Indien krachtens artikel XXXVII, eerste lid, baten van de in dat lid, onderdelen c, g, i en k, bedoelde bedrijfslichamen overgaan die krachtens een heffing zijn verkregen met het oog op het weren of bestrijden van dierziekten, zoönosen of ziekteverschijnselen, worden die baten op het in artikel XXXVII, eerste lid, bedoelde tijdstip geboekt op de rekening van het Diergezondheidsfonds, bedoeld in artikel 95a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor zover Onze Minister op dat tijdstip regels heeft gesteld omtrent het weren of bestrijden van de desbetreffende dierziekte, zoönose of ziekteverschijnsel.
2 De in het eerste lid bedoelde baten worden uitsluitend benut ten behoeve van het verrichten van betalingen en het uitkeren van tegemoetkomingen uit het Diergezondheidsfonds die verband houden met dierziekten, zoönosen of ziekteverschijnselen waarvoor die middelen door de betrokken bedrijfslichamen waren bestemd.
1 Onze Minister is belast met de vereffening van het vermogen van de in artikel XXXVII, eerste lid, genoemde bedrijfslichamen.
2 Het vermogen van ieder bedrijfslichaam wordt afzonderlijk vereffend.
3 Onze Minister is bevoegd alle rechtshandelingen te verrichten met het oog op de vereffening van het vermogen van een bedrijfslichaam, waaronder het vervreemden van onroerende en roerende zaken en het voldoen en innen van vorderingen.
4 Rechtsvorderingen welke tot het vermogen van het bedrijfslichaam behorende rechten of verplichtingen tot onderwerp hebben, worden ingesteld door Onze Minister onderscheidenlijk tegen de staat.
De kosten van de vereffening van het vermogen van een bedrijfslichaam komen ten laste van het vermogen van het desbetreffende bedrijfslichaam.
1 De door bedrijfslichamen vastgestelde verordeningen met betrekking tot het vaststellen en opleggen van heffingen, die van kracht waren onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van deze wet, blijven van kracht totdat de vereffening van het vermogen van het desbetreffende bedrijfslichaam is beëindigd.
2 Na de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van deze wet oefent Onze Minister de bevoegdheden uit tot het opleggen van heffingen die het krachtens de verordening daartoe bevoegde orgaan van het bedrijfslichaam op grond van een verordening als bedoeld in het eerste lid toekwamen met dien verstande dat geen heffing kan worden opgelegd voor een feit dat heeft plaatsgehad of een periode die is gelegen na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel D, van deze wet.
3 Het eerste en tweede lid zijn van...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT